Het is koud als ik van de opvang richting de Albert Heijn loop. Het bijna vaste ritme – een gratis bakje koffie te halen bij de supermarkt – begint met te irriteren. Terwijl ik doorloop begin ik me te frustreren over de tegenslagen van afgelopen dagen. Na twee maanden in de nachtopvang had ik eindelijk mijn eerste intake gesprek voor maatschappelijke hulp en begeleid wonen, maar echt vlotten deed het niet.
10 jaar oude documenten
Een paar dagen na de intake belde ik de medewerker maar eens op, omdat ze een belafspraak over de uitkomst van de intake niet was nagekomen. ‘Ah! Michel, dat is toevallig ik wilde je net bellen.’ Ik reageerde er maar niet op. Ze wist me te vertellen dat de begeleiders hadden besloten me nog niet op de acht maanden lange wachtlijst te plaatsen voor begeleid wonen. Voordat ze dat verder overwegen, willen ze eerst nog mijn psychologische rapporten van tien jaar geleden opvragen. Na wat overleg en overweging heb ik haar teruggebeld om haar te laten weten dat ik best bereid was een nieuw onderzoek te laten doen, maar dat een rapport van tien jaar geleden me irrelevant leek om te besluiten of ik wel of niet recht had op hulp. Ze was het niet eens met mijn mening en zag het als obstructie van het onderzoek. Ik wist wat ze daarmee bedoelde: ik verkleinde hiermee mijn kansen op hulp. Ik vroeg me af hoeveel van mijn lotgenoten gewoon zouden aftekenen voor irrelevante documenten of dankzij het weigeren van die gegevens misschien geen kans op hulp hadden.
Mijn universitair afgestudeerde lotgenoot
Hij stond bijna op het punt om uit frustratie in te slaan op een bakstenen muur voor ik hem tegenhield. ‘Ik heb het met iedereen gehad Michel! Waarom wordt iedereen geholpen en ik niet.’ Mijn universitair afgestudeerde Marokkaanse lotgenoot zat al ruim een jaar in de nachtopvang en was het redden nabij, een verkeerde beweging van een ander was genoeg geweest om het uit te lopen een ruzie.
Al ruim een jaar probeert hij een plekje te krijgen, dagelijks stampt hij zijn hoofd zo vol met de waan van de dag dat hij niet eens meer nadenkt over de verdere toekomst. Met een universitair- en een kappers-diploma op zak zouden er genoeg kansen voor hem moeten zijn, maar hij ziet ze niet en pakt ze ook niet aan. Elke maandag en donderdag gaat hij trouw naar het kantoor van het opvangcentrum om zijn bedje voor de volgende dagen te reserveren, een week later het zelfde verhaal.
Hij staat niet alleen, ik zie bij veel van mijn lotgenoten dat ze hun dagen vullen met de waan van de dag en daardoor zichzelf geen ruimte te gunnen verder te kijken naar de volgende dagen. ‘Prikkels’ noemen ze dat in beleidstermen, uitgaan van eigen kracht.
Mijn gemeente, Purmerend
In Purmerend, waar ik afgelopen maanden als dakloze heb geleefd, hoef je in het eerste half jaar na je aanvraag van hulp niet te verwachten dat je ook daadwerkelijk direct hulp krijgt. capaciteitsproblemen en beleidskeuzes houden dat tegen. De bijna standaard \regel is dat je in Purmerend pas na twee maanden mag komen voor je eerste intakegesprek, waarin ze gaan bepalen of je wel of niet recht hebt op hulp. Heb je geluk, dan plaatsen ze je op een wachtlijst, waarvan je na acht tot tien maanden een berichtje krijgt dat je een tijdelijk kamertje krijgt. Tot die tijd ben je aangewezen op de nachtopvang, waar niet altijd plek is.
Als je uiteindelijk een kamertje krijgt, ben je maximaal acht maanden welkom. Lukt het je niet om je voeten op de grond te krijgen in die acht maanden, dan moet je weer uit je kamertje en mag je je weer opnieuw aanmelden voor de noodopvang. Een heilloze weg die ik diverse mensen al heb zien volgen en het is tergend.
De gemeente is verantwoordelijk
De verantwoordelijkheid voor maatschappelijke opvang ligt bij de gemeente. Per gemeente verschilt het dus ook hoe de opvang geregeld is, maar uit veel van de gemeentes krijg ik even sombere berichten.
In Purmerend heeft de gemeenteraad besloten elk jaar een flink zak geld aan een organisatie te geven aan ‘het opvangcentrum Purmerend’. Daarmee laten ze de volledige verantwoordelijkheid over aan een organisatie. Wanneer het politiek gevoelig wordt, stort de gemeenteraad nog wat extra geld op de rekening van het opvangcentrum, zoals eind vorig jaar gebeurde. Toen maakte de gemeenteraad, na een moeilijk verlopen vluchtelingendebat, 175.000 euro extra over voor een bakje excuus-koffie, door de openingstijden te verlengen van de dagopvang met een paar uur per dag. Aan geld geen gebrek, aan visie daarentegen genoeg.
De omzetwaarde van een dakloze
In Purmerend is de omzetwaarde van maatschappelijk opvang bijna 1.8 miljoen. 1.3 hiervan komt vanuit gemeentelijke subsidies, de rest grotendeels vanuit de dak en thuisloze zelf. Van die 1.3 miljoen gaat 1.1 miljoen naar de loonkosten van de medewerkers van het opvangcentrum.
Gelukkig staat de politiek op een lijn, ze willen allemaal een oplossing voor het daklozen probleem. En terecht, in plaats van ons te schamen voor de daklozen in onze gemeente, kunnen we voor minder geld ook trots zijn op het feit dat we daklozen-gemeente zijn.
Afgelopen weken ben ik diverse fracties van de gemeenteraad af gelopen om ervaringen te delen van het dakloze leven, en vol medeleven krijg ik gewild en ongewild advies van diverse raadsleden. Ik heb geluk, volgende week dinsdag krijg ik de kans om het daklozenbeleid op de agenda te krijgen van de gemeenteraad van mijn gemeente. Hopelijk verandert voor een aantal mensen in deze kleine gemeente er dan iets. Want verantwoordelijk uitschuiven betekent niet dat wij niet het heft in eigen handen kunnen nemen.
Ik heb geluk
Als uitzondering krijgen ik en een mede-dakloze einde van de maand de sleutel van ons flatje. Mijn held van een casemanager heeft zich er samen met anderen flink voor moeten inzetten om dit voor elkaar te krijgen. Een van de problemen van een dakloze is het krijgen van een woning. De wachttijd van een woning via de woningbouw is achttien jaar, voor particuliere huur is vaak een grote borg nodig en een aanwijsbaar (hoog) inkomen. Allemaal zaken waar de gemiddelde dakloze niet aan kan voldoen. Maar het kan wel. Ik en mijn mede-dakloze huren dus straks gezamenlijk een flatje, de gedeelde kosten van het flatje zijn straks minder dan de maandelijkse lasten die we nu hebben aan het betalen van de nachtopvang en de daklozenaftrek van de uitkering.
Waarom zou dit niet voor anderen kunnen? Ik zat laatst te denken of het niet aardig was om een crowdfunding voor woonjaren te organiseren. Purmerenders met meer dan genoeg woonjaren zouden zo hun woonjaren kunnen doneren aan iemand die woonjaren tekort komt en in een urgente situatie zit. Zoiets moet toch te organiseren zijn?
Crowdfunding
Mijn verleden is mijn probleem. Twee onafgemaakte hbo-studies en een gevangenisstraf helpen niet mee met mij door de eerste sollicitatierondes te krijgen, een goed verhaal daarentegen levert mijn leven ondertussen wel op. Dus ik zat te denken: waarom zou ik mijn eerste boek niet gaan crowdfunden. Een boek over het leven van een jongen van de Texaanse gevangenis, via de getto’s van Caracas naar de straten van Purmerend. Als genoeg mensen mijn boek van tevoren willen kopen, dan ben ik niet meer werkeloos en beloof ik jullie als resultaat een prachtig boek. Doe je mee?