Wie nog twijfels had over de democratie in Venezuela hoeft niet langer te piekeren. Het laatste kleine beetje democratie is gisteren overboord van het zinkende schip gegooid. Terwijl de wereld toekijkt en het regime van Maduro om de oren slaat met sancties en verzoeken tot een dialoog, vlucht de Venezolaan massaal het land uit. Zij die achterblijven maken zich klaar voor een steeds gewelddadiger wordende strijd.
Het regime van Maduro had voor afgelopen zondag een verkiezing uitgeschreven waarvan de uitslag al van te voren bekend was. Gisteren mocht de Venezolaan naar de stembus om de 545 leden voor een ‘Grondwetgevende Vergadering’ te kiezen. De 5500 kandidaat-leden waren allen gelieerd aan de partij van Maduro. Het doel van het nieuwe parlement is de grondwet herschrijven, waarbij Maduro nog meer macht naar zich toe zal trekken. De oppositie die sinds 2015 twee derde van de parlementszetels bezit, hekelde de verkiezingen vanaf dag één en heeft deze dan ook geboycot. Bij een zelf-georganiseerde volksraadpleging eerder deze maand riep zij op tot nieuwe presidentsverkiezingen.
Niet alleen de oppositie in Venezuela ging met de hakken in het zand. Landen als Amerika en Colombia zagen niets in deze ‘schijn’verkiezing. Colombia gaf aan de uitslag niet te erkennen en Amerika kondigde aan met nieuwe sancties te komen. Ook de Europese Unie heeft een mening en roept Venezuela op door middel van ‘dialoog, politieke wil en moed’ tot een oplossing te komen.
Intussen neemt het geweld op straat toe. Al maanden gaan leden van de oppositie de straat op om aandacht te vragen voor de humanitaire crisis in het geteisterde land en om te protesteren tegen het beleid van Maduro. De sfeer wordt met de dag grimmiger. Waar ik, toen ik er vorige maand was, nog schrok dat de Guardia Nationaal gascanisters direct op demonstranten en de pers schoot, stroomt mijn Whatsapp vandaag de dag vol met beelden van grote explosies en tot de tanden toe bewapende militairen.
Maar wie eerlijk is, ziet dat er eigenlijk allang een dictatuur is in Venezuela. Maduro regeert al jaren met een decreet. Het parlement waar de oppositie sinds 2015 de meerderheid heeft staat al sinds dag één buiten spel. Oppositieleden worden gewoonlijk opgesloten en verkiezingen die al gehouden hadden moeten worden hebben niet plaatsgevonden. Overheidsmedewerkers worden al jaren onder druk gezet om het beleid van de overheid te steunen. Zo niet, dan verlies je baan, huis of beide, die dreiging was bij de verkiezing van afgelopen zondag niet anders.
Tot voor kort leek de wereld met gesloten ogen de andere kant op te kijken en was er in verhouding bijna geen aandacht voor de ontwikkelingen in het land. Nu kijkt de wereld wel mee. Naïef en vanaf de zijlijn, dit terwijl er zich voor onze ogen een grote humanitaire crisis ontvouwt.
De diplomatieke wegen van de oppositie die vol gaten zaten bleken allemaal doodlopend te zijn. Ook van de internationale gemeenschap hoeft de Venezolaan, zoals het er nu uitziet, buiten wat sancties en ‘goedbedoeld advies’, niet veel te verwachten.
De hongerige Venezolaan kan niet anders dan op zijn benen proberen te blijven staan en te vechten voor verandering. Met het claimen van een overwinning bij de verkiezing van afgelopen weekend is duidelijk dat Maduro niet van plan is de handdoek snel in de ring te gooien. Heel veel vrienden had Maduro echter niet meer, en dat zullen er nog minder worden zodra hij totaal de controle zal verliezen over de mensen die hem in het zadel houden, zijn tot de tand bewapende vrienden van de Nationale Bolivariaanse strijdkrachten.