Om te beginnen. Ik ben me ervan bewust dat ik de keuze heb te doen wat ik doe. Ik zie het als een voorrecht. In veel landen hebben mensen geen keuze. Ik had ook wat anders kunnen gaan doen. Ik weet ook dat ik nu niet bepaald het mooiste cv heb. Zij die mij een beetje kennen, weten dat ik een flinke rugzak heb.
En vanuit een dakloze situatie een paar jaar geleden tracht ik mijn plekje te vinden. Dat gezegd hebbende; net als veel freelancers probeer ik dus een plek te vinden in de journalistiek. Het is een bewuste keuze om niet films te gaan recenseren of te schrijven over de laatste voetbalwedstrijden.
We leven helaas in een wereld waar niet iedereen gelijke kansen heeft. Een wereld waar onschuldigen slachtoffer worden van onderdrukking, corruptie of een oorlog waar zij niet om gevraagd hebben.
Laat ik vooropstellen dat ik niet ben gaan doen wat ik doe om rijk te worden. Ik hecht weinig waarden aan materiele zaken, maar ik wil aan het eind van de maand wel mijn huur kunnen betalen. Het risico van het werken in crisisgebieden neem ik op de koop toe, en uiteraard is geen mediahuis verplicht iets van mij af te nemen. Maar ik maak mij wel zorgen over de journalistiek.
Afgelopen jaren hebben fusies en bezuinigingen veel veranderd. Vaste krachten werden vervangen door freelancers en social media en burgerjournalistiek hebben een belangrijke rol gekregen in de nieuwsgaring. De (buitenland) correspondenten die nog wel in vaste dienst zijn, krijgen een steeds groter gebied te verslaan, soms zelfs één persoon voor een heel continent.
One liners en populistische artikelen winnen het van diepgravend onderzoek en de waan van de dag lijkt een lijdend voorwerp geworden. Een aanslag heeft geen nieuwswaarde meer en oorlogen die doorgaan, lijken vergeten.
Het is soms frustrerend en moedeloos om ergens rond te lopen waar mensen letterlijk dood gaan van de honger of een tekort aan medicijnen, en om me heen te kijken naar een wereld die blind lijkt te zijn.
Een onderbouwd artikel over 25.000 moorden in een land als Venezuela kan ik aan de straatstenen niet kwijt, maar laat ik mezelf vrijwillig opsluiten in de beruchtste gevangenis van het land, dat scoort wel.
Voorafgaand aan een reis probeer ik uiteraard intentieverklaringen te krijgen, dit gaat moeilijk, soms omdat ik pas weet wat ik schrijf als ik ergens ben, maar vooral omdat vooraf geen toezeggingen gedaan kunnen worden.
Ik betaal wat ik doe vooral uit eigen zak, vooraf, en moet er dan maar op gokken dat de ellende die ik tegenkom hip genoeg is om te verkopen. Soms probeer ik wat geld bij elkaar te krijgen via crowdfunding. Een reis naar een crisisgebied is niet gratis. Naast kosten van overnachtingen, tickets, soms wat eten, is een belangrijke investering veiligheid (ja, ik ben niet levensmoe en mijn moeder ziet me graag weer veilig thuiskomen).
En dan komt het moment dat een redactie reageert op je pitch, of iets van je oppakt. Met regelmaat een verzoek of je even kort een live verslag kan doen van een actuele situatie. Gratis. Maar gelukkig ook betaalde opdrachten. Dan beginnen de onderhandelingen, nou ja, je hebt als freelancer eigenlijk niet echt een grote onderhandelingspositie. Een radiointerview levert mij met veel moeite tussen de €45 en €145 op, een artikel van 1600 woorden met foto’s max €350 en voor een inside reportage van 6 pagina mag ik blij zijn met €900.
Verkoop ik eens wat dan komen de betaaltermijnen. Met veel geluk krijg ik binnen een maand een factuur betaald, maar vaker moet ik drie maanden of meer wachten tot het eindelijk op mijn rekening staat.
Ik probeer altijd zo zuinig mogelijk te leven als ik onderweg ben. Goedkoopste vliegtickets, publiek transport waar mogelijk, logeren ipv hotels, noem het maar op. Maar gratis is het niet. Ik reis ook niet met een groot team (buiten mijn eventuele beveiliging), vaak alleen. Camera, audio recorder en notebook in de tas, want alle vormen van content moeten kunnen leveren is een vereiste.
Ik krijg de afgelopen jaren meer en meer het gevoel dat het nieuws niet vanaf het veld komt, maar meer vanaf de waan van een redactie en de nieuwsfeeds van bureau’s als het ANP en Reuters. Het snelle nieuws regeert. Als voorbeeld. Neem de ontruiming van het vluchtelingenkamp in de Jungle. Ben er meerdere keren geweest, en was er ook enkele dagen voor de aangekondigde ontruiming. Een dag van te voren belde een actualiteitenprogramma dat ze mogelijk mijn hulp nodig hadden de volgende dag, Eenzelfde vraag van een radiozender. Op de dag zelf zag ik dat ze een eigen reporter hadden gestuurd, even afbellen zat er niet in. Radio kon nog wel, alleen was er geen budget. 400 journalisten stormden op de ontruiming af. Broadcast wagens werden ingereden, kosten nog moeite werden gespaard. De eerste de beste asielzoeker werd een paar minuten na aankomst voor de camera getrokken en niet veel later trok het mediacircus weer weg. En daarmee moet de kijker thuis het doen.
Ik heb het gevoel dat Nederland achter loopt op journalistiek gebied. Meer en meer kranten komen onder grote mediagroepen te vallen. Een 24-uurs (TV) kanaal kennen we niet.
En dan het vertrouwen in de journalistiek. Een combinatie van populisme, zwart-witdenken en algemeen wantrouwen laat nieuwswaarde vervagen. We lijken niet meer om de inhoud te geven, maar discussiëren over titels.
Nou, dat moest er even uit. Doel? In mijn ogen moet er iets veranderen. Voor een rijk en welvarend land als het onze moeten we hier beter mee om kunnen gaan. Fijne dag.