Geplaatst op

Amerika’s militaire escalatie in het Caribisch gebied: de Venezuela-crisis

De Verenigde Staten hebben in augustus en september van dit jaar hun militaire aanwezigheid in het Caribisch gebied drastisch opgevoerd, met Venezuela als primaire doelwit. Deze opbouw vormt de meest significante Amerikaanse militaire operatie in de regio sinds decennia en markeert een duidelijke verschuiving van diplomatieke naar militaire middelen in het conflict met het regime van Nicolás Maduro.

Dodelijke escalatie op 2 September

Op 2 september 2025 voerden Amerikaanse strijdkrachten hun eerste directe militaire aanval uit tegen een vermeende Venezolaanse drugsboot, waarbij elf personen omkwamen. President Trump verklaarde dat de slachtoffers leden waren van de Venezolaanse Tren de Aragua, die eerder als terroristische organisatie was aangemerkt. Deze operatie vormt een ongekende escalatie in de Amerikaanse aanpak van drugshandelorganisaties in Latijns-Amerika.

De aanval vond plaats tegen de achtergrond van een substantiële militaire opbouw. Meer dan 4.500 mariniers en matrozen zijn via acht oorlogsschepen en een kernonderzeeboot naar de zuidelijke Caraïben gestuurd. Deze vloot omvat geavanceerde Aegis-geleide-raketvernietigers, amfibische aanvalsschepen, en een nucleaire aanvalsonderzeeboot – militair materieel dat ver uitstijgt boven standaard anti-drugsoperaties.

Juridische instrumenten uit 1798

De Trump-administratie heeft eerder dit jaar voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog de Alien Enemies Act uit 1798 ingeroepen, een oorlogstijdwet die oorspronkelijk werd ontworpen voor conflicten tussen naties. Deze wet wordt nu gebruikt om Venezolanen massaal te deporteren, onder andere naar El Salvador, waar ze werden opgesloten in de maximaal beveiligde CECOT gevangenis.

Het gebruik van dit historische instrument signaleert dat Washington de situatie niet langer beschouwt als een immigratiekwestie of drugsprobleem, maar als een vorm van oorlogsvoering. Deze juridische basis creëert ruimte voor militaire acties die onder normale omstandigheden problematisch zouden zijn onder internationaal recht.

Terrorismedesignaties als strategie

In februari 2025 werden onder andere Tren de Aragua en het Sinaloa Kartel officieel aangemerkt als Foreign Terrorist Organizations. Daarnaast sanctioneerde Washington het Cartel de los Soles, dat onder leiding zou staan van Maduro. Deze designaties zijn meer dan symbolische gesten – ze scheppen juridische grondslagen voor militaire interventie.

De terrorismedesignaties betekenen dat iedere interactie met deze organisaties kan worden bestempeld als steun aan terrorisme. Voor Venezuela, waar volgens Amerika de grenzen tussen overheid en criminele organisaties vervagen, opent dit de deur naar uitgebreide militaire operaties.

Chinese tegenbeweging

Terwijl Amerika militaire druk opvoert, heeft China zijn economische positie in Venezuela versterkt. In 2023 verhieven beide landen hun bilaterale relaties tot een “all-weather strategic partnership”. Maduro en Xi hebben een bilaterale ontmoeting in Moskou gehad, waar ze lof en beloftes voor samenwerking uitwisselden. De regeringen van beide landen meldden dat er voor 2025 meer dan 600 bilaterale overeenkomsten gepland staan.

Beijing’s strategie heeft zich geëvolueerd van grote financiële leningen naar Speciale Economische Zones. Deze aanpak stelt China in staat economische invloed te behouden onafhankelijk van Venezuela’s politieke situatie, terwijl het alternatieven biedt voor Amerikaanse economische druk. Het is een vorm van economische diplomatie die militaire druk probeert te neutraliseren zonder directe confrontatie.

Olie-diplomatie in beweging

De Amerikaanse sanctiepolitiek toont tegenstrijdige signalen. In juli 2025 verleende de VS een beperkte licentie aan Chevron om opnieuw olie te produceren in Venezuela, onder strikte voorwaarden waarbij geen inkomsten naar de Maduro-regering vloeien. Deze beslissing kwam nadat Chevron in mei 2025 gedwongen werd operaties af te bouwen, wat resulteerde in een daling van Venezuela’s olie-export met bijna 20% tot 700.000 vaten per dag. Het land dat al jaren kampt met hyperinflatie heeft een van de grootste oliereserves ter wereld. In 2008 bedroeg de gemiddelde olieproductie nog 2,3 miljoen vaten per dag.

Deze olie-diplomatie illustreert de complexiteit van de Amerikaanse aanpak: Venezuela wordt behandeld als vijandige staat, maar Washington probeert tegelijkertijd economische hefbomen te behouden. Het is een delicate balanceeroefening waarbij energiebelangen en geopolitieke doelstellingen elkaar soms tegenspreken.

F-35’s voor anti-drugsoperaties

De meest recente escalatie kwam met het verplaatsen van tien F-35 gevechtsvliegtuigen naar Puerto Rico, specifiek voor operaties tegen drugsorganisaties. Deze geavanceerde stealth-jagers vertegenwoordigen een nieuwe fase in de militarisering van anti-drugsoperaties. Waar eerder kustwachtschepen en DEA-agenten werden ingezet, nemen nu militaire middelen die zijn ontworpen voor conflicten tussen grootmachten de leiding.

Ingezette militaire middelen

Oorlogsschepen:

  • USS Gravely (DDG-107) – Arleigh Burke-klasse destroyer met Aegis-raketverdediging en Tomahawk kruisraketten
  • USS Jason Dunham (DDG-109) – Arleigh Burke-klasse destroyer met Aegis-raketverdediging en Tomahawk kruisraketten
  • USS Sampson (DDG-102) – Arleigh Burke-klasse destroyer met Aegis-raketverdediging en Tomahawk kruisraketten
  • USS Lake Erie (CG-70) – Ticonderoga-klasse kruiser met geavanceerd Aegis-commandocentrum
  • USS Iwo Jima (LHD-7) – Wasp-klasse amfibisch aanvalsschip voor landing van mariniers en helikopteroperaties
  • USS San Antonio (LPD-17) – San Antonio-klasse amfibisch transportschip voor transport en landing van troepen
  • USS Fort Lauderdale (LPD-28) – San Antonio-klasse amfibisch transportschip voor transport en landing van troepen
  • USS Minneapolis-St. Paul (LCS-21) – Freedom-klasse kustgevechtsschip voor operaties in kustwateren
  • USS Newport News (SSN-750) – Los Angeles-klasse onderzeeër voor onderzeese oorlogsvoering en surveillance

Luchtstrijdkrachten:

  • 10x F-35 Joint Strike Fighter – 5e-generatie stealth gevechtsvliegtuigen voor luchtoverwicht en precisieaanvallen

Mogelijke doelen binnen het land

Defense Secretary Pete Hegseth waarschuwde dat de VS activa in het Caraïbische gebied zal handhaven en zal blijven opereren tegen “designated narco-terrorists”. Deze verklaringen suggereren dat de militaire operaties van september onderdeel vormen van een bredere campagne.

Volgens bronnen overweegt President Trump meerdere opties voor militaire aanvallen tegen drugskartels in Venezuela, inclusief mogelijke doelen binnen het land zelf als onderdeel van een bredere strategie om leider Nicolás Maduro te verzwakken.

Bij de Amerikaanse democraten lopen de frustraties hoog op over wat zij beschouwen als gebrek aan transparantie van het Witte Huis over militaire activiteiten. Topdemocraten zeiden afgelopen week week dat zij in het ongewisse werden gelaten voorafgaand aan de operatie, die volgens de administratie het begin vormt van een bredere militaire campagne. Officials trokken de stekker uit de tweepartijdige briefing vrijdag nadat deelnemers al waren gearriveerd. De sessie is uitgesteld naar deze week.

Vergelijkbare spanningen ontstonden eerder dit jaar na Trumps aanval tegen Iran. In juni stelden top-Trump officials een briefing met wetgevers uit na de Amerikaanse aanval op Iraanse nucleaire faciliteiten. Senate Minority Leader Chuck Schumer beschuldigde toen de Trump-administratie ervan informatie over de Iran-operatie niet adequaat met wetgevers te delen.

Venezolaanse militaire reactie

Maduro heeft gereageerd met de mobilisatie van 4,5 miljoen militieleden en waarschuwt voor “gewapende strijd” indien Venezuela wordt aangevallen. Het International Institute for Strategic Studies (IISS) schat de werkelijke omvang van de Venezolaanse strijdkrachten en milities aanzienlijk lager: ongeveer 123.000 actieve soldaten en 220.000 militieleden.

Twee Venezolaanse F-16’s hebben vorige week een fly-over gedaan over Amerikaanse marineschepen. Het Pentagon beschreef deze acties als “highly provocative moves”.

Regionale diplomatie onder druk

Secretary of State Marco Rubio ondernam in maart 2025 een diplomatieke reis naar Jamaica, Guyana en Suriname met twee doelstellingen: barrières wegwerken voor Amerikaanse investeringen in Caraïbische energie en criminaliteit in de regio verminderen. De VS hebben een Caribbean Basin Security Initiative geherintroduceerd, met 88 miljoen dollar jaarlijks tot 2029.

Deze financiering richt zich op veiligheidsproblemen in een regio waar negen van de tien landen met de hoogste moordcijfers in Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied zich bevinden. Het is een poging om regionale bondgenoten te behouden terwijl militaire spanningen toenemen.

Gevolgen voor nederlandse territoria

Voor Nederland hebben deze ontwikkelingen directe consequenties. Aruba, Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius, en Saba bevinden zich in een regio die steeds meer militariseert. Mogelijke gevolgen omvatten verstoorde handelroutes, toegenomen migratiestromen, en algemene destabilisatie.

Economische gevolgen voor toerisme, handel, en energievoorziening kunnen aanzienlijk zijn. Daarnaast bestaat het risico dat Nederland als Europese partner van de VS wordt gedwongen keuzes te maken tussen Atlantische verhoudingen en regionale stabiliteit.

Escalatiepatroon zonder exit

De huidige situatie toont kenmerken van een klassieke escalatieladder zonder duidelijke exit-strategie. Beide zijden hebben zich in posities gemanoeuvreerd waaruit terugtrekken moeilijk is. Amerika heeft zijn geloofwaardigheid verbonden aan bestrijding van wat het als terrorisme definieert, terwijl Maduro zijn legitimiteit baseert op weerstand tegen Amerikaanse druk. Daarnaast heeft Venezuela militair krachtige bondgenoten als China, Rusland en Iran.

China heeft zijn steun aan Venezuela herhaald zonder direct te dreigen met militaire tegenmaatregelen. Rusland, dat historisch militaire steun heeft verleend aan Caracas, heeft zich vooralsnog beperkt tot diplomatieke steun. Deze terughoudendheid suggereert dat geen van de grote bondgenoten op dit moment directe confrontatie zoekt, maar het laat ook ruimte voor verdere escalatie.

Militarisering 

De inzet van F-35’s tegen drugsorganisaties markeert een fundamentele verschuiving in Amerikaanse anti-drugsstrategie. Waar deze problematiek traditioneel werd aangepakt door wetshandhaving en ontwikkelingssamenwerking, wordt nu militaire hardware ingezet die oorspronkelijk werd ontworpen voor conventionele oorlogsvoering tussen staten.

Deze militarisering heeft precedenten in Colombia en Mexico, maar de schaal en intensiteit van de huidige operaties zijn ongekend. De vraag is of militaire middelen effectief zijn tegen organisaties die primair opereren als criminele netwerken in plaats van territoriale entiteiten.

Scenario’s

Het is moeilijk in te schatten, mede door het onvoorspelbare handelen van zowel Maduro als Trump. Op basis van de huidige ontwikkelingen zijn drie scenario’s waarschijnlijk:

  • Beperkte militaire operaties die zich richten op specifieke doelen zonder grootschalige invasie
  • Een uitgebreide luchtcampagne gericht op militaire en economische infrastructuur\
  • Een volledige militaire interventie met als doel regime change

Onlangs verdubbelde Amerika nog het tipgeld dat kan leiden tot de arrestatie van Maduro van 25 naar 50 miljoen dollar.

De huidige crisis in het Caraïbische gebied vertegenwoordigt een significante verschuiving in Amerikaanse buitenlandse politiek naar militaire middelen. De combinatie van juridische instrumenten, terrorismedesignaties, en militaire inzet creëert een raamwerk voor uitgebreide operaties tegen Venezuela.

Voor Nederland en andere regionale actoren betekent dit een periode van onzekerheid waarin lange-termijn planning wordt bemoeilijkt door onvoorspelbare politieke en militaire ontwikkelingen. De komende maanden zullen cruciaal zijn voor de vraag of deze crisis kan worden gedeëscaleerd of verder zal uitgroeien.

Geplaatst op Geef een reactie

Carlos Lehder vrijgelaten: Medeoprichter Medellín-kartel op vrije voeten in Colombia

Carlos Lehder Rivas, een oprichter van het beruchte Medellín-kartel, is vrijgelaten uit hechtenis in Colombia na een gerechtelijke uitspraak dat zijn eerdere veroordeling voor drugshandel was verlopen. Deze beslissing, genomen door rechter Martha Yaneth Delgado, heeft discussie veroorzaakt in het Colombiaanse rechtssysteem over gerechtigheid voor voormalige kartelleiders opnieuw aangewakkerd.

Lehder, nu 75 jaar oud, werd eind maart 2025 aangehouden bij aankomst op de internationale luchthaven El Dorado in Bogotá. De arrestatie was gebaseerd op een veroordeling uit 1995 voor illegaal wapenbezit. Rechter Delgado oordeelde echter dat deze aanklachten niet langer geldig waren vanwege de verjaringstermijn.

“Gezien het bovengenoemde arrestatierapport en rekening houdend met het feit dat op de vastgestelde datum de verjaringstermijn van de aan de veroordeelde Carlos Enrique Lehder Rivas opgelegde straf is verstreken, wordt zijn arrestatie niet gelegaliseerd,” verklaarde rechter Delgado in haar uitspraak.

Deze laatste ontwikkeling vormt het sluitstuk van een tumultueuze reis voor Lehder, die in de jaren ’80 de cocaïnesmokkel revolutioneerde door gebruik te maken van luchttransport en door Norman’s Cay op de Bahama’s te vestigen als een cruciaal overslagpunt. Na zijn uitlevering aan de Verenigde Staten in 1987 zat Lehder meer dan dertig jaar in Amerikaanse gevangenissen voordat hij in 2020 om gezondheidsredenen werd gedeporteerd naar Duitsland.

Juridische complexiteit en internationale implicaties

Lehders vrijlating onderstreept de complexiteit van internationaal recht, met name bij langdurige uitleveringen en het verlopen van juridische claims. Het benadrukt ook de voortdurende strijd tegen drugshandel en de blijvende impact daarvan op het juridische en sociale weefsel van Colombia.

Sergio Guzmán van Colombia Risk Analysis merkt op: “Mensen die in Amerikaanse rechtbanken zijn berecht… hebben in feite nooit voor Colombiaanse rechters en rechtbanken verantwoording afgelegd voor hun misdaden.” Dit sentiment weerspiegelt een bredere frustratie over het vermeende gebrek aan verantwoordingsplicht voor kartelleiders in hun thuislanden.

Een erfenis van misdaad en controverse

De zaak van Lehder brengt hernieuwde aandacht voor Colombia’s historische drugshandel. Zijn innovatieve gebruik van luchttransport en strategische eilandbases vergrootte de invloed en winsten van het kartel drastisch. Deze tactieken, gecombineerd met zijn flamboyante levensstijl en anti-uitleveringspolitieke standpunt, maakten Lehder een sleutelfiguur in de explosieve groei van de cocaïnehandel tijdens de jaren ’80.

In een zeldzame verklaring over zijn verleden gaf Lehder ooit toe: “Ik was een gangster… Mijn doel is om deze ervaringen te delen zodat anderen in de toekomst niet in de verleiding komen.” Deze reflectie doet echter weinig om de verwoestende impact van zijn daden op talloze levens die door de drugshandel zijn getroffen, te verzachten.

Gezondheidsproblemen

Lehders advocaat heeft aanhoudende gezondheidsproblemen aangehaald als factor in de juridische procedures van zijn cliënt. “Hij herstelt van kanker en heeft problemen met hoge bloeddruk,” verklaarde de advocaat, wat de complexiteit benadrukt van de omgang met ouder wordende voormalige kartelleden.

Terwijl Colombia worstelt met deze nieuwste wending in zijn langdurige strijd tegen drugshandel, blijven er vragen over hoe historische gerechtigheid in balans kan worden gebracht met huidige juridische normen. Lehders vrijlating dient als een sterke herinnering aan de blijvende erfenis van het Medellín-kartel en de uitdagingen bij het verzoenen van misdaden uit het verleden met de hedendaagse rechtspraak.

Geplaatst op

Bukele’s gevangenisstrategie breidt uit: El Salvador neemt criminelen uit de VS op

El Salvador heeft onder president Nayib Bukele een strenge strategie ingezet tegen criminele bendes zoals MS-13 en Barrio 18. Deze aanpak, bekend als het ‘Territoriale Controleplan’, werd versterkt nadat in maart 2022 een geweldsuitbarsting 87 levens eiste. De regering kondigde een noodtoestand af, waardoor massaal vermoedelijke bendeleden werden gearresteerd en bepaalde grondrechten werden opgeschort.

Een essentieel element van dit beleid was de constructie van het Centrum voor Terrorismebeheersing (CECOT), een grootschalige gevangenis die in januari 2023 openging met plaats voor 40.000 gedetineerden. Deze instelling werd gebouwd om overvolle gevangenissen te ontlasten en biedt ruimte aan de duizenden personen die tijdens de anti-bendeoperaties zijn opgepakt.

In een bijzondere wending hebben de VS en El Salvador een akkoord gesloten waarbij El Salvador gevangenen uit Amerika opneemt, waaronder Amerikaanse burgers en legaal verblijvende vreemdelingen die voor zware misdrijven zijn veroordeeld. Deze gevangenen worden ondergebracht in faciliteiten zoals CECOT. De overeenkomst werd officieel bekendgemaakt na een gesprek tussen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio en president Bukele. Volgens Bukele draagt deze regeling bij aan de duurzaamheid van het Salvadoraanse gevangenissysteem.

Op 16 maart 2025 kwam de eerste groep van meer dan 250 vermeende bendeleden aan in El Salvador, voornamelijk van de Venezolaanse bende Tren de Aragua en MS-13. Deze overdracht vond plaats ondanks een Amerikaans rechterlijk bevel dat zulke deportaties tijdelijk tegenhield. De Amerikaanse overheid beriep zich op de Alien Enemies Act uit 1798 om deze uitzettingen te verantwoorden, wat juridische en ethische debatten veroorzaakte.

Critici, waaronder mensenrechtenorganisaties, hebben bezwaren geuit over de situatie in CECOT, met name over overbevolking en vermeende mensenrechtenschendingen. Desalniettemin blijft Bukele’s harde aanpak populair onder de Salvadoraanse bevolking, aangezien het aantal moorden aanzienlijk is gedaald en er een groter gevoel van veiligheid in het land heerst.

Deze samenwerking tussen de VS en El Salvador luidt een nieuwe fase in bij de internationale bestrijding van georganiseerde misdaad en benadrukt de complexe afweging tussen nationale veiligheid en mensenrechten.

Geplaatst op Geef een reactie

Haïti aan de afgrond: gangs, geweld en hoop op verandering


Het is juni 2024 en Haïti, het armste land van het westelijk halfrond, staat opnieuw voor een keerpunt. Geconfronteerd met een verpletterende combinatie van politieke, humanitaire en veiligheidscrisis, lijkt het land wederom te balanceren op de rand van de afgrond. Terwijl het geweld van de gangs escaleert, blijft de vraag of het ooit nog rust zal vinden.


Gangs nemen steeds meer van het machtsvacuüm in en controleren naar schatting rond 80% van de hoofdstad van het geteisterde land. Terwijl de VN eerder in 2023 al instemde met een door Kenia geleide multinationale veiligheidsmissie, is deze missie tot dusver door juridische obstakels en financiële problemen nog niet tot stand gekomen. Het machtsvacuüm blijft hierdoor onverminderd bestaan, tot groot verdriet van de bevolking.


De moord op president Jovenel Moïse in 2021 heeft de constitutionele crisis van Haïti verergerd. Het parlement functioneert niet meer en het rechtssysteem kampt met enorme problemen. Eind vorige maand koos de overgangsraad Garry Conille als nieuwe premier; dit weekend kwam hij aan in Haïti. Zal Conille de orde kunnen herstellen en een einde maken aan de chaos die het land in zijn greep houdt?

Een natie in verval
Haïti’s problemen zijn niet nieuw. Al decennialang kampt het land met armoede, corruptie en instabiliteit. Maar in de afgelopen jaren hebben de uitdagingen een kritiek niveau bereikt. De moord op president Moïse was het startschot voor een nieuwe golf van geweld en anarchie. Gangs namen de controle over grote delen van de hoofdstad Port-au-Prince en omgeving. Verkrachtingen, ontvoeringen en moorden werden dagelijkse kost om angst te zaaien onder de bevolking.


Historische achtergrond van gangs
De oorsprong van gewapende groepen in Haïti gaat terug tot de jaren 1950, toen de dictatuur van François Duvalier de paramilitaire groep Tonton Macoute oprichtte om dissidenten te onderdrukken. Na de val van de Duvalier-dictatuur in 1986 werd de Tonton Macoute officieel ontbonden, maar nooit ontwapend. De leden reorganiseerden zich als vigilantes en bleven een rol spelen in het politieke geweld van het land.


In 1994 ontbond president Jean-Bertrand Aristide het Haïtiaanse leger en verbood pro-Duvalier gewapende groepen. Dit leidde echter niet tot een einde aan het geweld, aangezien ex-soldaten en milities zich aansloten bij informele militante facties. Gedurende de jaren 1990 en vroege 2000 ontstonden jeugdgroepen, bekend als chimères, die door de politie en de regering werden ondersteund om de macht van Aristide te versterken. Deze groepen namen de controle over hele wijken en werden steeds onafhankelijker.


Evolutie van de gangs
Na de verwoestende aardbeving in 2010 werden de jeugdgroepen nog machtiger. De aardbeving leidde tot massale ontsnappingen uit gevangenissen, waardoor de rangen van de bendes werden versterkt. Onder het bewind van president Michel Martelly (2011-2016) werden politici die beschuldigd werden van misdaden beschermd, wat de cultuur van wetteloosheid en geweld verder versterkte.


Tegen 2022 waren er naar schatting ongeveer 200 bendes actief in Haïti, waarvan de helft in de hoofdstad Port-au-Prince. Een van de meest invloedrijke bendes is de “G9 alliance”, geleid door de voormalige politieagent Jimmy Chérizier, ook bekend als Barbecue. Deze alliantie controleert grote delen van de hoofdstad en heeft zich gepositioneerd als een revolutionaire organisatie.


Jimmy “Barbecue” Chérizier
Jimmy Chérizier, beter bekend onder zijn bijnaam “Barbecue”, is een voormalige politieagent die uitgegroeid is tot een van de meest invloedrijke en gevreesde bendeleiders in Haïti. Zijn leven nam een drastische wending toen hij besloot de wet in eigen handen te nemen en zich aan te sluiten bij de wereld van bendes en georganiseerde misdaad.


Als leider van de “G9 alliance”, een coalitie van negen bendes, heeft Chérizier aanzienlijke macht verworven in de hoofdstad Port-au-Prince. Zijn alliantie controleert grote delen van de stad, waar ze vaak de dienst uitmaakt en de lokale bevolking zowel bescherming als angst biedt. Chérizier rechtvaardigt zijn acties door te beweren dat hij vecht tegen de wijdverspreide corruptie en ongelijkheid die Haïti teisteren. Hij positioneert zichzelf en zijn alliantie als een revolutionaire organisatie die opkomt voor de rechten van de armen en gemarginaliseerden.


Echter, zijn claim om een nobele strijd te voeren wordt overschaduwd door de talrijke beschuldigingen van misdaden tegen hem, waaronder moord. Ondanks deze ernstige aantijgingen blijft Chérizier een machtige en invloedrijke figuur in de Haïtiaanse onderwereld en politiek. Terwijl Haïti blijft worstelen met bendegeweld en politieke instabiliteit, zal de rol van Jimmy “Barbecue” Chérizier ongetwijfeld een belangrijk onderwerp van discussie en controverse blijven. Zijn verhaal illustreert de complexe en vaak gewelddadige realiteit van het leven in een land dat geteisterd wordt door armoede, corruptie en machtsmisbruik.


De actuele situatie
De huidige situatie in Haïti is ernstig. Sinds eind februari 2024 is de hoofdstad Port-au-Prince in een staat van gewelddadige anarchie gestort. Bendes hebben niet alleen de armere wijken, maar ook de voorheen relatief veilige en welvarende delen van de stad bereikt. Bewoners van wijken zoals Pétionville, Laboule en Thomassin zijn op de vlucht geslagen voor het geweld.


De bendes hebben belangrijke infrastructuur aangevallen, zoals elektriciteitsvoorzieningen, waardoor delen van de stad zonder stroom zitten. Het vliegveld en de haven van Port-au-Prince zijn lange tijd gesloten geweest en nog steeds niet normaal operatief, wat leidt tot een tekort aan levensmiddelen en medische hulp. De VN schat dat de helft van de Haïtiaanse bevolking, ongeveer 11 miljoen mensen, momenteel honger lijdt.


Terwijl de Haïtiaanse bevolking lijdt onder het bendegeweld, worstelen de politieke leiders om een oplossing te vinden. Premier Ariel Henry, die aantrad na de moord op Moïse, slaagde er niet in de veiligheid te herstellen. In maart 2024 trad hij af onder de druk en het onvermogen om de chaos en het geweld in het land onder controle te krijgen. In een videoboodschap zei hij dat het land vrede en stabiliteit nodig heeft.


Een nieuwe hoop
In deze donkere tijden biedt de benoeming van Garry Conille als nieuwe premier een sprankje hoop. Conille, een voormalig VN-functionaris, heeft ervaring in Haïti. Hij was eerder, van oktober 2011 tot mei 2012, premier van Haïti onder de toenmalige president Michel Martelly en was voormalig stafchef van Bill Clinton in diens rol als speciaal VN-gezant voor Haïti. Conille was sinds januari 2023 regionaal directeur van UNICEF voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied. “Samen zullen we werken aan een betere toekomst voor alle kinderen van onze natie,” schreef Conille op X als eerste reactie op zijn aanstelling. Conille werd op 29 mei door de overgangsraad van Haïti benoemd als premier; hij is op 1 juni in Haïti gearriveerd.


VN veiligheidsmissie
De sleutel tot succes zal deels moeten liggen in internationale steun. In oktober 2023 had de VN-Veiligheidsraad al ingestemd met de inzet van een Kenyaans geleide multinationale veiligheidsmissie (MSS). Maar politieke en juridische obstakels vertraagden de implementatie; zo oordeelde in januari 2024 een Keniaanse rechtbank dat het ongrondwettelijk was om Keniaanse politieagenten naar Haïti te sturen. Dit vonnis wordt aangevochten, maar veroorzaakt nog steeds vertraging. Bovendien kampt de missie met financiële problemen, aangezien het VN-trustfonds slechts $21 miljoen van de benodigde $600 miljoen heeft ontvangen. Ook wilde Kenia graag vooraf betaald krijgen, maar VN-regels geven aan dat betaling alleen achteraf kan plaatsvinden. Tevens zijn er diverse operationele uitdagingen aan de missie, waaronder de zware bewapening van de Haïtiaanse bendes (en het tekort daarvan aan de kant van de Kenianen), het risico op burgerslachtoffers bij stedelijke gevechten en mogelijke corruptie binnen de Haïtiaanse politie. Ondanks deze uitdagingen blijft Kenia vastbesloten om de missie te leiden, met extra steun van de VS.


Een strijd op meerdere fronten
Terwijl de Kenyaanse troepen zich voorbereiden op hun missie, nam het bendegeweld afgelopen jaar in Haïti alleen maar toe. De gangs, die zich intussen hadden verenigd en “Onderling een niet-aanvalsverdrag” hadden gesloten , lanceerden gecoördineerde aanvallen op overheidsgebouwen en infrastructuur. De Haïtiaanse politie, onderbemand en slecht uitgerust, kon weinig uitrichten. De schatting is dat vandaag de dag bijna 80% van de Haïtiaanse hoofdstad in handen is van bendes.


Onzekere toekomst
Terwijl Haïti de zomer van 2024 ingaat, blijft de toekomst onzeker. Of en wanneer de Kenyaanse troepen arriveren en of ze in staat zullen zijn de bendes aan te kunnen, is nog onduidelijk. Er zijn grote onzekerheden om de cyclus van geweld en armoede te doorbreken. Het zal niet makkelijk zijn, en succes is allerminst gegarandeerd. Ook de humanitaire situatie blijft precair, met hoog risico op ziektes en hongersnood.


Maar voor het eerst sinds de inname van het machtsvacuüm door gangs lijkt er mogelijk een weg vooruit te zijn voor dit geplaagde land. De komende maanden zullen cruciaal zijn. Hoewel veel ogen van de wereld niet gericht zijn op Haïti, maar vooral op Oekraïne/Rusland en Israël/Palestina, is hoop misschien het enige wat de Haïtiaanse bevolking nog heeft. Hoop op een betere toekomst, hoop op vrede, hoop op een nieuw begin voor Haïti.

Geplaatst op

333 dagen op een onbekende frontlinie

Achteraf is het makkelijk praten, zeggen we weleens. En ik ben het ermee eens, soms is die uitspraak wel erg simplistisch. Als onderzoeker, met conflict- en crisisgebieden als mijn werkterrein, ben ik vertrouwd geraakt met onzekerheid en chaos, aan het zo nu en dan trotseren van gevaren. Ik heb mij staande weten te houden in sommige van de meest onstabiele regio’s op onze aarde. Echter, de vijand die ik 333 dagen geleden tegenkwam, was er een waar ik nooit op was voorbereid. Deze onzichtbare vijand in het land der blinden, heeft mij van mijn vertrouwde frontlinies weggerukt en op een totaal andere geplaatst: 333 dagen op een onbekende frontlinie.

 

Verloren in de Chaos

Daar lag ik, op de intensive care, een wereld verwijderd van de plekken waar ik ooit onderzoek en verslag deed. De herinneringen aan de chaos en het geweld van de afgelopen tien jaar leken op dat moment nog verder weg. Ik had Mijntje net het OK teken van duikers gegeven en ik kreeg er eentje terug van haar dus dat betekende dat ze me kon zien en dat ik er nog was. Mijn handen waren vastgebonden aan het bed met zachte “handboeien”, een slang in mijn keel belemmerde me te spreken. Kabels en slangen liepen vanuit verschillende delen van mijn lichaam naar piepende machines aan de muur. In een delier zou ik me op momenten verbeelden dat die kastjes zo nu en dan door de verpleging gevoed zouden worden met verse kool en andere groenten, deze sneden ze vers op een tafeltje waarna het via kleine slangetjes mijn lies inging en mijn lichaam binnenstroomden. Zo nu en dan zouden ze mijn bloedwaardes bekijken om te zien of er nog meer kool of wortelen bij moest, tijdens mijn delier zag ik wel meer wat niet aansloot bij de werkelijkheid. 

 

Het duikersteken dat alles in orde was, was niet vanzelfsprekend

Het geven van het duikersteken aan Mijntje – dat alles in orde was – bleek achteraf niet zo vanzelfsprekend. Pas later zou ik leren hoe de keuzes die vooraf weloverwogen leken te zijn, op het moment dat het er op aankomt veel zwaarder wegen. Vooral als die beslissingen betrekking hebben op iemand die je dierbaar is en je die beslissingen moet nemen in een minder beschermde omgeving dan bij een gezellig gesprek met een goed glas wijn. Pas later zou ik begrijpen hoe erg ik hiermee iemand voor het blok had gezet.

Zoals je misschien merkt, vind ik het moeilijk om over dit onderwerp te praten. Hoewel ik ernaar streef om hier zoals gebruikelijk open over te zijn, is het belangrijk om mezelf en mijn omgeving te beschermen. Ik doe mijn best, maar vraag om begrip. Desondanks, vanuit hier verder.

 

Dromen of werkelijkheid

Veel van de details van wat er in de eerste dagen in het ziekenhuis gebeurd is, heb ik niet meegekregen, of zijn mij later ontschoten. Ik zou pas later de touwtjes aan elkaar kunnen knopen. Het zijn gesprekken, patiëntenbrieven en vlagen van herinnering die mij hielpen om deze stukken van de puzzel te leggen. Ik herinner me een stukje van de terugvlucht naar Nederland, het aankomen op het vliegveld, ons thuiskomen. Ik herinner me dat ik bij de huisarts was, het ziekenhuis, en toen een harde druk op mijn borst. Ik denk dat ik met mijn handen en armen probeerde te voorkomen dat iemand nogmaals mijn borstkas indrukte. Later zou ik horen dat ze me hebben moeten reanimeren. Maar als je me nu vraagt of wat ik me herinner een droom is of werkelijkheid is, dan zou ik mijn hand daarvoor niet in het vuur durven te steken. De dagen en weken die volgden, waren een mix van realiteit en illusie – een ervaring die ik niemand toewens.

Mijn lichaam was zwak. Zelfs rechtop zitten was een enorme opgave. Het leek alsof ik in de eerste dagen als een magneet aan het ziekenhuisbed vastzat De kabels en buisjes die op mij waren aangesloten, werden dag na dag minder, totdat uiteindelijk ook het infuus werd losgekoppeld en uit mijn inmiddels erg week geworden hand werd verwijderd. Volgens mij was er van bijna alle afdelingen wel een specialist bij mijn zaak betrokken. Ik kreeg tientallen soorten medicijnen, maar toch voelde elke dag als een nieuwe stap, soms zelfs een overwinning, hoe klein dan ook.

Op het whiteboard aan het voeteneind van mijn bed stond onder andere mijn gewicht genoteerd. Het begon bij 77,5 kg en daalde in slechts een week naar 62,4 kg. Dat is meer dan 15 kg aan vocht dat mijn lichaam verliet. Hoewel ik nooit bijzonder zwaar was, vooral in de afgelopen jaren, zou ik tijdens het daaropvolgende revalidatieproces stap voor stap weer richting de 80 kg gaan.

 

Het besef van vooruitgang en het blijvende gevecht

Soms heb ik het gevoel dat ik nog een lange weg te gaan heb, maar als ik dan terugdenk aan die periode, realiseer ik me hoe ver ik al gekomen ben. Ze zeggen dat het zo gaat: Je maakt in vlagen snelle vorderingen, maar herstel is geen lineair proces. Er zijn momenten dat het langer duurt om het gevoel te hebben dat je een stap vooruit hebt gezet, en niet alles is meetbaar. Wat ik wel zeker weet, is dat het intens is. Mijn dagen zijn gevuld met fysio- en ergotherapie, zwemmen, het heen en weer gaan naar het ziekenhuis voor onderzoeken, en nog veel meer.

Het is nu 333 dagen geleden dat ik aan de rand van de dood stond, en ik kan met een andere blik terugkijken op die tijd. Niet alleen op de periode in het ziekenhuis, maar ook op de tijd daarvoor. Na een paar maanden thuis te zijn geweest en een dagbehandeling te hebben ondergaan, ben ik anderhalve week geleden weer opgenomen in de revalidatiekliniek. Wat eerst een blessure leek drie maanden geleden, bleek later een complexer probleem. Na een operatie twee weken  geleden, staat er over een paar weken weer een nieuwe op de planning. Als alles goed gaat, kan ik daarna snel weer aan mijn revalidatie werken en terugkeren naar het punt waar ik was voor de “blessure”, om vanaf daar verder te gaan

 

Een hernieuwde focus en het pad vooruit

De eerste zes maanden van mijn revalidatie kon ik niet nadenken over werk. Dat gaat nog steeds moeizaam, maar naast mijn revalidatie probeer ik wat tijd te besteden aan het verkennen van mogelijkheden. Voorlopig zal dat op de digitale frontlinie zijn, aangezien de andere fronten moeilijk te bereiken zijn met een rolstoel. Bovendien staat mijn medische toestand het nog niet toe om überhaupt na te denken over weggaan.

De vooruitzichten zijn relatief  goed en ik hoop dat ik binnen drie maanden een nog beter beeld zal hebben. Een ding is zeker, dit had zo veel slechter kunnen aflopen. Ik zal misschien niet alles kunnen wat ik voorheen deed, maar ik heb er nieuwe inzichten bij gekregen die me in staat stellen om bepaalde dingen beter te doen. Mijn leven zal door dit blijvend veranderd zijn. Ik kijk anders naar mijn eigen mogelijkheden, mijn eigen lichaam, maar ook naar mijn naasten en naar de essentiële dingen die het leven de moeite waard maken, soms dingen die ik uit het oog verloren was.

In de komende tijd zal ik weer wat meer online actief zijn. Misschien schrijf ik af en toe over andere onderwerpen dan je normaal van mij gewend bent, maar ik hoop dat ze niet minder interessant zullen zijn.

Geplaatst op

‘Mijn neef gaat dood’

Zodra ik door de poort van haar woning in Cabimas loop, krijg ik een knuffel die niet lijkt op te houden. Het waren moeilijke dagen voor haar. Vorige week ontving ze haar eerste kankerbehandeling. Ze had geluk; de medicijnen die nodig waren voor een behandeling zijn gecrowdfund door haar dochter die in Europa woont. De kosten voor 10 behandelingen? Omgerekend 820 maandlonen. Een week eerder heeft een van mijn teamleden de medicijnen vanuit Caracas naar het 700 km verder gelegen Cabimas gebracht.

Liggend in haar hangmat vertelt ze over de gebeurtenissen van afgelopen weken, over dat ze eerder vandaag een paar eieren liet vallen en wel kon huilen, en vooral hoe ze achteraf schrok dat ze om zoiets simpels als gebroken eieren moet huilen – door de hyperinflatie kost een doos eieren nu één maandloon.

Mijn neef gaat dood

Er gebeurde iets bijzonders. Ik plaatste op facebook een foto van de bizar hoge rekening van haar medicijnen, 2.1 miljard. Een andere facebookvriend reageerde. Lilia: ‘Mijn neef gaat dood, geen medicijnen, een tumor in zijn hoofd’. Ik neem contact op met Lilia een leer dat haar neef Julian (24) in een publiek ziekenhuis in Caracas ligt. We besluiten op zoek te gaan.

De oma van Julian woont in een buitenwijk van Caracas. Met tranen in haar ogen vertelt ze over de jeugd van Julian. ‘Het was een serieuze jongen, rookte niet, dronk zelden’, ook na de diagnose is hij sterk gebleven, niemand begrijpt  waar hij al die tijd zijn levenslust en energie vandaan haalt.

Een aantal jaren geleden ging zijn gezondheid achteruit. Eerst had de familie geld om hem te laten opnemen in een privékliniek, maar terwijl de inflatie van het land in rap tempo toenam, raakte het geld op “al het geld ging naar medicijnen en eten”. Daar bovenop raakt de familie geld kwijt, doordat het belandt in de zak van een specialist, die uiteindelijk zonder een behandeling te geven met het geld naar het buitenland verdwijnt.

Julian komt terecht in El Llanito, een van de grootste staatsziekenhuizen van Caracas. De familie stapt naar de overheid om ondersteuning aan te vragen, uiteindelijk zou het twee jaar duren voordat ze ook daadwerkelijk de eerste steun ontvangt.

Medicijnen worden doorverkocht

De medische wereld in Venezuela gaat door een enorme crisis. Medicijnen zijn bijna niet te krijgen en geïmporteerde medicijnen zijn onbetaalbaar. Kanker-, aids en dialyse behandelingen zijn stopgezet. Veel ziekenhuizen zijn gesloten  of functioneren bijna niet meer, veel doktoren zijn gevlucht. Een paar weken eerder stond ik voor een ziekenhuis van Barquisimeto met een groep geneeskundestudenten te praten; geen van hen was voornemens in Venezuela te blijven na het afronden van hun studie. Met een maandloon van omgerekend nog geen 12 euro kunnen de doktoren die zijn overgebleven zelf ook moeilijk rondkomen. Medicijnen bedoeld voor patiënten worden niet toegediend maar onderhands doorverkocht, met handgeld krijg je voorrang en een betere behandeling.

Piloot, leraar of toch chef kok

Als kind wilde Julian van alles worden. De ene dag piloot, de andere dag leraar, laat de moeder van Julian mij weten in een van onze gesprekken. Het is een schat, leerde hard. Voordat hij ziek werd was er een moment dat hij besloot om chefkok te worden en verkocht hij shoarma bij de garage van zijn huis. Helaas waren zijn handen niet snel genoeg (meer), maar hij probeerde het toch. In de weekenden was hij veel bij zijn oma en opa. Deze laatste was als een vader voor hem. Over het algemeen was het een goede jongen. Behalve over de normale dingen zoals de was opruimen maakte hij nooit problemen of ruzie. Zijn leven bestond vooral uit studeren, eten en slapen.  En ook nu tijdens zijn ziekte spreekt hij over doorstuderen aan de universiteit en het beginnen van zijn eigen onderneming.

Bewaakt door overheidsdiensten

De oma van Julian nodigt mij uit om het ziekenhuis te bezoeken. ‘Ze hebben niets in het ziekenhuis. Ik moet alles meenemen eten, medicijnen, schoonmaakmiddelen, zelfs water hebben ze daar niet’, laat de oma me onderweg weten. Het Llanito ziekenhuis wordt bewaakt door overheidsdiensten, bij de ingang van het ziekenhuis is een checkpoint van de Guardia Nacional en door het ziekenhuis lopen ook leden van de Guardia. Buitenstaanders en zeker journalisten zijn hier niet welkom, maar de oma weet mij op slinkse wijze voorbij de checkpoints te loodsen.

Erbarmelijke omstandigheden

De meeste lampen werken niet, maar een van de vier liften in het ziekenhuis (al jaren niet meer onderhouden) functioneert. Het is smerig, het stinkt. Ik draag de tas met eten als we de kamer van Julian binnen lopen, hij blijkt er niet te zijn, maar op de afdeling voor intensieve behandeling te liggen. We zoeken hem op, iets wat moeilijker zal blijken dan eerder gedacht, omdat ons in eerste instantie de toegang geweigerd wordt. Later zou ik pas merken hoe erbarmelijk de omstandigheden van intensive care zijn waar, door gebrek aan schoonmaak- en ontsmettingsmiddelen, je doodvonnis zo goed als zeker getekend is. ‘Ik bezoek hem elke dag, als ik niet met de auto of de metro kan dan loop ik wel’, vertelt de oma mij terwijl we weglopen van de afdeling. Een zuster roept ons na ‘vergeet niet zeep en luiers te kopen’.

Bergafwaarts

Na een lange diagnose krijgt Julian te horen dat hij een hersentumor heeft die niet te behandelen is (red: in Venezuela), vanaf daar gaat het bergafwaarts. Benodigde antibiotica is niet te vinden, voor andere medicijnen moet de familie ook zelf op zoektocht en zelfs de katheter en infuuszakken zijn niet meer op voorraad in het ziekenhuis.

De situatie van Julian verslechterd, hij kan inmiddels alleen nog met zijn ogen communiceren en is incontinent. Hij loopt een hersenvliesontsteking op. Volgens Julian’s Moeder heeft hij deze in het ziekenhuis opgelopen. Thuis hebben ze voorzorgsmaatregelen genomen, zoals zieke mensen uit de buurt van Julian houden.

Een paar dagen na mijn bezoek aan Julian komt een zuster de moeder vertellen dat ze bij haar zoon op bezoek moet gaan, omdat men denkt dat hij de ochtend niet zal halen. Ze ziet dat Julian dan al niet meer “bij” is en dat hij niet meer zelfstandig kan ademen, “hij reageerde niet meer op aanrakingen”. Ik heb toen aan God gevraagd om Julian uit dit lijden te verlossen. 5 Minuten later wordt moeder teruggeroepen en hoort ze dat haar zoon in coma is geraakt, 5 minuten later sterft Julian op 24 jarige leeftijd.

Begrafenis kost 60 maandlonen

De familie van Julian heeft geluk, de uitvaart kan worden betaald omdat de opa van Julian vroeger bij een universiteit heeft gewerkt. Zij hebben bijgedragen, en ook de werkgever van de moeder draagt 20 miljoen bij. De totale kosten voor de begrafenis waren 300 miljoen (red: omgerekend 60 maandlonen plus bonussen). De kist moest worden gehuurd. De moeder laat mij weten geluk te hebben met een grote familie die kan helpen, ‘familieleden hebben alles gedaan wat ze konden. Neefjes hielpen bijvoorbeeld bij het zoeken naar medicijnen op internet’. Anderen hebben dit niet en staan er alleen voor.

Soms kon de familie niet bij het mortuarium blijven staan vanwege de geur van lijken. Er zijn teveel doden en ‘sommige mensen hebben geen geld voor de uitvaart en laten het lichaam daar achter’.

Voor zijn uitvaart kocht moeder witte rozen om uit te delen aan dierbaren. Een van de mensen die zo’n roos kreeg vertelde dat Julian haar ooit ook zo’n roos had gegeven. ‘Toen hij klein was bracht hij die naar mijn werk. Iedereen hield van hem. Hij was erg onschuldig, anders dan anderen. Ik kan niet accepteren dat een mens met zijn karakter op deze manier moet sterven’.

Schuld van de regering.

Moeder vindt de dood van Julian de schuld van de regering, ze heeft 15 jaar als lerares gewerkt en de verzekering heeft haar nu niet geholpen. “Het is de schuld van de regering.”. “Maduro zou mensen moeten sturen om te kijken wat er in de ziekenhuizen gebeurt. Ik kan niet begrijpen dat hij dat niet weet, als hij mensen stuurt kan hij het leed en de behoefte van de mensen zien.”

Geplaatst op

Opinie: Nederland dodelijk onverantwoordelijk

Terwijl alle buurlanden van Venezuela alles op alles zetten om de vluchtelingenstroom onder controle te krijgen en de druk op het dictatoriale regime van Maduro op te voeren, moeten koste wat kost vluchtelingen worden gedeporteerd vanuit het Nederlandse Koninkrijk, met alle gevolgen van dien. Zelfs het maken van deals met internationaal gezochte criminelen wordt niet uit de weg gegaan. Afgelopen maanden deed ik in zowel Venezuela, als op Curaçao onderzoek naar deze humanitaire crisis en de dubieuze rol van Nederland in dit alles. Gezien het acute belang, hier vast een korte uiteenzetting. 

Vluchten om te overleven

Miljoenen Venezolanen ontvluchten hun dictatuur op zoek naar een beter leven. Honderdduizenden vluchten omdat er simpelweg geen voedsel is of medische hulp nodig hebben. Anderen vluchten, bang om gearresteerd te worden of erger. Duizenden lopen dagelijks de grenzen van Brazilië en Colombia over, enkelen nemen het risico om met gammele bootjes de eilanden van het Nederlandse Koninkrijk te bereiken. Wie geluk heeft kan daar in de schaduw van de toeristen in illegaliteit leven met de dagelijkse angst gearresteerd te worden, wie minder geluk heeft wordt nog voor aankomst opgepakt, gevangen gezet onder mensonwaardige omstandigheden, om daarna met alle risico’s van dien teruggestuurd te worden naar de dictatuur die ze ontvluchtten.

 

Een humanitaire crisis

De buurlanden van Venezuela, de EU, de Verenigde Naties, Amnesty en de UNHCR, iedereen behalve de dictatuur zelf erkent dat er een humanitaire crisis gaande is, een van de grootste die onze generatie kent. Het regime van ‘president’ Nicolás Maduro legt de schuld bij een economische oorlog die gevoerd zou worden tegen het land. Hij noemt de  vluchtelingencijfers ongeloofwaardig. Ondertussen zijn miljoenen Venezolanen gevlucht omdat overleven simpelweg onmogelijk is geworden; verwacht wordt dat de vluchtelingenstroom alleen maar zal toenemen. Het beetje eten dat er nog is, is onbetaalbaar, het merendeel van de ziekenhuizen is gesloten en medicijnen zijn zo goed als niet meer te krijgen. Kanker-, aids- en dialysepatiënten zijn ten dode opgeschreven.  

Verreweg de meesten vluchten naar de grootste buurlanden Brazilië en Colombia waar ze erkend worden als vluchteling; versoepelde visa-voorwaarden en een speciale status geven hun een mate van bescherming. Velen reizen, soms zelfs te voet, door naar Ecuador en Peru. De druk op de grensgebieden is groot en internationale hulp is pas sinds kort op gang gekomen.

Vluchten naar Curaçao

Anderen kiezen ervoor om vanuit het noorden van Venezuela met steeds gammeler wordende bootjes de eilanden van het Koninkrijk te bereiken. Waar ik vorig jaar voor 12 euro mee kon is de vraag vandaag de dag zo toegenomen dat de prijs is gestegen naar 300 dollar. Dagelijks vertrekken ’s nachts een of meerdere bootjes. Tussen de vijftien en dertig vluchtelingen worden tot vlak voor de kustlijn van Curaçao gevaren waar ze al zwemmend het eiland moeten bereiken. Onlangs sprak ik in Puerto Cumarebo met een aantal Venezolanen die op het punt stonden te vertrekken en vroeg hun wat ze verwachtten. Ze spraken over hun laatste kans. De overtocht van zeventig kilometer kan een gevaarlijke zijn, meerdere malen zijn er lichamen aangespoeld op Curaçao.

Direct gedeporteerd

Soms worden de bootjes al voor de kust onderschept door de kustwacht. Deze mensen worden direct gearresteerd en in bewaring gesteld in de gevangenis, van waaruit ze (soms al na een paar dagen) worden terug gedeporteerd naar de humanitaire crisis die ze ontvluchtten. De omstandigheden in de gevangenis zijn mensonwaardig. Diverse getuigenverklaringen en een onlangs uitgebracht rapport van Amnesty bevestigen het beeld van kleinering, mishandeling en de onmogelijkheid aanspraak op rechten te maken. Kinderen worden van ouders gescheiden en medische hulp wordt hun onthouden. Zowel Amnesty als de UNHCR hebben het Koninkrijk opgeroepen deze mensonwaardige behandeling te staken.

Illegaal ongedocumenteerden

Het merendeel van de vluchtelingen weet de eilanden wel te bereiken zonder onderschept te worden. Het koninkrijk erkent deze mensen echter niet als vluchtelingen maar verwijst naar hen als illegaal ongedocumenteerden. Deze mensen, naar schatting tussen de 10 en 15 duizend, leven illegaal op het eiland. Veelal leven zij ondergronds, bang om gearresteerd en gedeporteerd te worden, zonder kans aanspraak te maken op medische zorg of enige rechten. Veel vrouwen belanden in de prostitutie, naar schatting rond de tweeduizend. Met regelmaat doet de politie zoekacties rond het eiland waarbij soms tientallen vluchtelingen tegelijkertijd worden opgepakt.

Curaçao geeft aan geen capaciteit en financiële middelen te hebben om de Venezolanen op te vangen. Meerdere malen is ‘Den Haag’ om hulp gevraagd, maar daar wijzen de leiders naar de eigen verantwoordelijkheid van de eilanden. Wel heeft Nederland hulp toegezegd als het gaat om kennis rondom de immigratie- en naturalisatiedienst en hebben ze honderdduizend euro toegezegd voor verbouwingen aan de gevangenis. Afgelopen week is hier nog een toezegging bijgekomen van een kleine 150.000 euro voor het realiseren van een gesloten opvang voor vrouwen.

De duistere deal van Blok

in April dit jaar verscheen Minister Blok uit het niets op de Venezolaanse televisie, waar hij net in het geheim tijdens een onaangekondigd bezoek een deal had kunnen maken die resulteerde in de opheffing van de langdurige grensblokkade tussen Venezuela en de Nederlandse eilanden. Hij werd onder andere vergezeld door de in Amerika gezochte drugsbaron Tareck El Aissami. Later vernemen we dat Stef Blok achter de schermen bezig was geweest deze deal voor te bereiden en het staatsbezoek aan Colombia heeft gebruikt voor het afronden van deze overeenkomst.

Volle gevangenissen

Later zou de intentie van Blok in een interview met René Zwart duidelijk worden: ,”De gevolgen van de blokkade heb ik tijdens mijn bezoek zelf kunnen waarnemen. De eilanden hadden er echt heel veel last van. Ze zijn voor de import van levensmiddelen, vooral fruit en groente, afhankelijk van de import uit Venezuela. Daarnaast is er het probleem van mensen uit Venezuela die op zoek naar een beter bestaan naar de Caribische delen van het Koninkrijk komen. Daar hebben de eilanden geen ruimte voor. Het dreigde zulke grote aantallen te worden dat het ontwrichtend zou gaan werken. Het is dus van het grootste belang dat migranten die om economische redenen naar de eilanden komen kunnen worden teruggestuurd. Voor mij was de kern daarom de blokkade opgeheven te krijgen en daar heb ik mij, wetend hoe cruciaal het voor de eilanden is, voor ingezet.”

De omstreden consul van Aruba

De aanleiding van de blokkade zou in eerste instantie smokkel zijn. Echter speelde achter de schermen dat Nederland de benoeming van de nieuwe consul van Aruba, Carlos Mata Figueroa, blokkeerde. Nederland dreigde de aanstelling niet alleen te blokkeren omdat deze ex-militair geen enkele diplomatieke ervaring heeft, maar ook omdat bekend is dat hij banden zou hebben met het Kartel de los Soles en hij er ook van wordt verdacht verantwoordelijk te zijn voor het opdracht geven tot moord. Hij kwam in opspraak nadat hij, toen hij gouverneur was, opdracht gaf aan Tupamaros om medewerkers van zijn tegenkandidaat aan te vallen. Tijdens de persconferentie van Blok en Aissami werd duidelijk dat Nederland de aanstelling niet meer zou blokkeren en daags na de deal is Carlos Mata Figueroa aangesteld als consul van Aruba.

Maikel Moreno

Verschillende landen waaronder ook Nederland (via de EU) hebben de meeste kopstukken van het regime op de sanctielijst geplaatst. Waaronder Maikel Moreno, welke bij totaal 42 landen op de sanctielijst verschijnt. Maikel Moreno is de voorzitter van het door Maduro opgerichte nieuwe hoger gerechtshof en wordt naast het medeverantwoordelijk zijn voor het schenden van de rechten van de mens ook verdacht van moord op een tiener, waarvoor hij in 1989 gearresteerd werd. Weken na het tekenen van de deal met minister Blok verschijnt de door Nederland gesanctioneerde Moreno in het internationale strafhof in Den Haag. Uit de beantwoording van Kamervragen blijkt dat Nederland zich speciaal heeft moeten inzetten om de sancties uit de weg te gaan om dit bezoek mogelijk te maken.

Standrechtelijke executies

Verschillende organisaties stellen vast dat de rechten van de mens worden geschonden. Honderden mensen vonden tijdens protesten de dood, duizenden werden gearresteerd. Onlangs bracht Amnesty een rapport naar buiten waarin vastgesteld is dat er in de afgelopen jaren ruim achtduizend Venezolanen standrechtelijk zijn geëxecuteerd.

Direct na het tekenen van de deal is het Koninkrijk verder gegaan met het deporteren van Venezolaanse vluchtelingen. De fruitbootjes, die volgens Blok een belangrijke reden voor de deal waren, hebben nog maanden op zich laten wachten en zijn hun vaste plaats op de kade van Curaçao (tijdelijk) kwijtgeraakt.

Mijn gedachten

Tijdens mijn laatste, drie maanden durende, onderzoek ben ik op zoek gegaan naar recentelijk door het Koninkrijk gedeporteerde Venezolanen. Een enkeling had besloten te vluchten naar een ander buurland, anderen stonden op het punt een nieuwe poging te wagen de eilanden te bereiken, maar van een aantal is het spoor na deportatie duister. De families die ik gesproken heb zijn radeloos en vrezen hun kind misschien nooit meer terug te zien. In een uitzending bij” Echte Jan!” van afgelopen week spreek ook ik mijn angst uit over het lot van de vermiste gedeporteerde vluchtelingen. Ook wordt tijdens mijn onderzoek duidelijk dat een asielprocedure wel bestaat op Curaçao, echter ontoegankelijk is. In een verborgen camera-actie wordt duidelijk hoe mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd en uiteindelijk nooit de mogelijkheid krijgen aangeboden tot een asielprocedure.

Willens en wetens medeplichtig

De aanbevelingen in het rapport van Amnesty – waaronder een tijdelijke stop op het deporteren van vluchtelingen – zijn afgelopen week door Curaçao naast zich neergelegd. Curaçao en ook Nederland blijven de vluchtelingen bestempelen als illegaal ongedocumenteerden die met een economische reden naar het eiland komen. Ik zie het anders: het zijn geen economische vluchtelingen, maar er zijn economische redenen om ze niet als vluchteling te zien. En met die gedachte, wetende wat er in Venezuela gaande is, op de hoogte zijnde van adviezen en rapporten van verschillende organisaties, wetende dat politieke opponenten en kritiek tegen het regime van Maduro kan leiden tot gevangenneming of standrechtelijke executie, wetende dat er op grote schaal mensen overlijden door tekorten aan voedsel en medicijnen. Dit alles wetende, toch mensen zonder enige procedure van dien simpelweg terugsturen, maakt je medeplichtig aan hun lot.

Geplaatst op

In gesprek met Jan Roos bij Cafe Weltschmerz

Cafe Weltschmerz: Venezuela is een van gevaarlijkste landen ter wereld met jaarlijks 27.000 moorden. 96% daarvan wordt niet opgelost. Journalist Michel Baljet heeft een team van lokale mensen nodig om zich enigszins beschermd te voelen om door Caracas te lopen. Een verslag over de ontwikkelingen in een buurland van het Koninkrijk der Nederlanden.

Geplaatst op

Hoe één van de rijkste landen van de wereld arm kan zijn – Deel 1

Gisteren zijn in Venezuela, naar aanleiding van een onderzoek naar ‘illegale wisselkoersen’, 86 personen gearresteerd, 112 arrestatiebevelen uitgegeven, 596 invallen gedaan en 1133 bankrekeningen bevroren. Maduro noemt het de uitkomst van één van de grootste strafrechtelijke onderzoeken uit de geschiedenis. Maar eigenlijk is het niets meer dan een afleiding van het daadwerkelijke probleem.

Geen wisselkantoren

In tegenstelling tot veel andere landen zijn er in Venezuela geen officiële wisselkantoren voor buitenlandse valuta. Wisselen kan alleen bij de overheid, maar die heeft geen geld meer. Het wisselen van buitenlandse valuta zoals Dollars is dus verboden. De zwarte markt handel is echter gróót, en de prijs is enorm gestegen. In 2014 was dit 80 bolivar per dollar. Vandaag meer dan 550.000 bolivar.

De voedselhandel

De overheid heeft daarentegen de koers van de Dollar decennia kunstmatig laag gehouden. 1 dollar was 10 bolivar, maar alleen te verkrijgen voor bedrijven die vrienden waren van de overheid. Aangezien 85% van producten in Venezuela geïmporteerd worden -en er bijna geen productie was in eigen land- wist de overheid op deze manier macht te houden over de voedselhandel. In de afgelopen jaren is de overheid wel wat afgestapt van het één-koers-beleid. Nu hanteren ze er diversen. Allen nog ver van de zwarte marktkoers.

Haak nog niet af. Als je wilt begrijpen hoe één van de rijkste landen van de wereld arm kan zijn, dan moeten we hier even doorheen. De buitenlandse reserves, nog 9.8 miljard. Om een beeld te schetsen. De begroting van Nederland (2018) is 277 miljard. Terug naar Venezuela. 95% van de inkomsten van Venezuela komt uit de export van olie. De olieproductie van het land is afgelopen jaren gehalveerd (storingen aan raffinaderijen etc). De prijs van olie heeft betere tijden gekend, maar staat nog steeds hoger dan toen Chavez aan de macht kwam.

De schulden

komen van het land komt uit olie. De productie is gehalveerd. Nu even over de schulden. Om alles te kunnen blijven betalen, heeft het regime veel geld geleend (van China). Hun wapens kopen ze met leningen (bij Rusland). Die leningen betalen ze terug met olie. In totaal gaat ruim 2/3 van de olie-export op aan het terugbetalen van leningen.

Productie van olie gaat dus omlaag, wat nog wel uit de raffinaderijen komt gaat op aan schulden en het aan import afhankelijke land komt zonder buitenlandse valuta te zitten. Vliegtuigmaatschappijen kunnen niet meer betaald worden en stoppen met vluchten naar het land. Voedsel kan niet meer geïmporteerd worden; er ontstaat een schaarste. Medicijnen kunnen niet meer geïmporteerd worden, mensen gaan dood.

De voedseltekorten
Door de voedselschaarste in combinatie met de door de overheid gereguleerde prijzen op sommige producten, stopte het laatste beetje voedselproductie in het land. Groeiden de wachtrijen voor de staats supermarkten. Ontstond er een zwarte markt voor voedsel met snel stijgende prijzen.
Mensen moeten nog steeds eten, medicijnen zijn hard nodig. De overheid zegt dat er geen humanitaire crisis is in het land, internationale hulp wordt dus ook niet toegelaten. Mensen moeten hun eten en medicijnen uit buurlanden halen. Niemand accepteert hun valuta, de Bolivar. De overheid heeft geen Dollars, er ontstaat een zwarte markt in Dollars.

Loon van 2 Dollar per maand
Ondertussen daalt het minimumloon in rap tempo. Met de gemiddelde zwarte marktkoers van vandaag nog geen 2 dollar per maand. Mensen verkopen hun bezittingen, komen in de criminaliteit of verhoeren zichzelf. Corruptie nam toe. Honderdduizenden mensen ontvluchten afgelopen maanden het land.

Terug naar waar ik begon. De regering noemt de arrestaties van gisteren een uitkomst van één van de grootste strafrechtelijke onderzoeken uit de geschiedenis van Venezuela. En zoals Bart Schut ook al aangeeft, heeft het land grotere problemen. En dit voorbeeld is nog maar het topje van de ijsberg. Ondertussen overweegt Brazilië haar grens te sluiten, is het moeilijker om te vluchten naar Colombia, maakt Chili strengere visumeisen, en sturen wij Venezolaanse vluchtelingen terug.

Afleiding

Maduro zal alles blijven doen om maar af te leiden van de daadwerkelijke problemen (waaronder corruptie). Ondertussen zullen honderdduizenden sterven aan een tekort aan medicijnen, voedsel en aan de toenemende criminaliteit.

Wij zullen hier niet veel van meekrijgen. Veel journalisten zitten vast, zijn het land ontvlucht en communicatie naar buiten zal steeds moeilijker worden. Mensen zullen de hoop op internationale hulp opgeven. Dit was het wel weer even voor vandaag. Moest er even uit. Dank voor de tijd. Vergeet dit land niet, je bent hierbij gewaarschuwd.

Geplaatst op

Een gedachte: Het leven van een freelance journalist

Om te beginnen. Ik ben me ervan bewust dat ik de keuze heb te doen wat ik doe. Ik zie het als een voorrecht. In veel landen hebben mensen geen keuze. Ik had ook wat anders kunnen gaan doen. Ik weet ook dat ik nu niet bepaald het mooiste cv heb. Zij die mij een beetje kennen, weten dat ik een flinke rugzak heb.

En vanuit een dakloze situatie een paar jaar geleden tracht ik mijn plekje te vinden. Dat gezegd hebbende; net als veel freelancers probeer ik dus een plek te vinden in de journalistiek. Het is een bewuste keuze om niet films te gaan recenseren of te schrijven over de laatste voetbalwedstrijden.

We leven helaas in een wereld waar niet iedereen gelijke kansen heeft. Een wereld waar onschuldigen slachtoffer worden van onderdrukking, corruptie of een oorlog waar zij niet om gevraagd hebben.

Laat ik vooropstellen dat ik niet ben gaan doen wat ik doe om rijk te worden. Ik hecht weinig waarden aan materiele zaken, maar ik wil aan het eind van de maand wel mijn huur kunnen betalen. Het risico van het werken in crisisgebieden neem ik op de koop toe, en uiteraard is geen mediahuis verplicht iets van mij af te nemen. Maar ik maak mij wel zorgen over de journalistiek.

Afgelopen jaren hebben fusies en bezuinigingen veel veranderd. Vaste krachten werden vervangen door freelancers en social media en burgerjournalistiek hebben een belangrijke rol gekregen in de nieuwsgaring. De (buitenland) correspondenten die nog wel in vaste dienst zijn, krijgen een steeds groter gebied te verslaan, soms zelfs één persoon voor een heel continent.

One liners en populistische artikelen winnen het van diepgravend onderzoek en de waan van de dag lijkt een lijdend voorwerp geworden. Een aanslag heeft geen nieuwswaarde meer en oorlogen die doorgaan, lijken vergeten.

Het is soms frustrerend en moedeloos om ergens rond te lopen waar mensen letterlijk dood gaan van de honger of een tekort aan medicijnen, en om me heen te kijken naar een wereld die blind lijkt te zijn.

Een onderbouwd artikel over 25.000 moorden in een land als Venezuela kan ik aan de straatstenen niet kwijt, maar laat ik mezelf vrijwillig opsluiten in de beruchtste gevangenis van het land, dat scoort wel.

Voorafgaand aan een reis probeer ik uiteraard intentieverklaringen te krijgen, dit gaat moeilijk, soms omdat ik pas weet wat ik schrijf als ik ergens ben, maar vooral omdat vooraf geen toezeggingen gedaan kunnen worden.

Ik betaal wat ik doe vooral uit eigen zak, vooraf, en moet er dan maar op gokken dat de ellende die ik tegenkom hip genoeg is om te verkopen. Soms probeer ik wat geld bij elkaar te krijgen via crowdfunding. Een reis naar een crisisgebied is niet gratis. Naast kosten van overnachtingen, tickets, soms wat eten, is een belangrijke investering veiligheid (ja, ik ben niet levensmoe en mijn moeder ziet me graag weer veilig thuiskomen).

En dan komt het moment dat een redactie reageert op je pitch, of iets van je oppakt. Met regelmaat een verzoek of je even kort een live verslag kan doen van een actuele situatie. Gratis. Maar gelukkig ook betaalde opdrachten. Dan beginnen de onderhandelingen, nou ja, je hebt als freelancer eigenlijk niet echt een grote onderhandelingspositie. Een radiointerview levert mij met veel moeite tussen de €45 en €145 op, een artikel van 1600 woorden met foto’s max €350 en voor een inside reportage van 6 pagina mag ik blij zijn met €900.

Verkoop ik eens wat dan komen de betaaltermijnen. Met veel geluk krijg ik binnen een maand een factuur betaald, maar vaker moet ik drie maanden of meer wachten tot het eindelijk op mijn rekening staat.

Ik probeer altijd zo zuinig mogelijk te leven als ik onderweg ben. Goedkoopste vliegtickets, publiek transport waar mogelijk, logeren ipv hotels, noem het maar op. Maar gratis is het niet. Ik reis ook niet met een groot team (buiten mijn eventuele beveiliging), vaak alleen. Camera, audio recorder en notebook in de tas, want alle vormen van content moeten kunnen leveren is een vereiste.

Ik krijg de afgelopen jaren meer en meer het gevoel dat het nieuws niet vanaf het veld komt, maar meer vanaf de waan van een redactie en de nieuwsfeeds van bureau’s als het ANP en Reuters. Het snelle nieuws regeert. Als voorbeeld. Neem de ontruiming van het vluchtelingenkamp in de Jungle. Ben er meerdere keren geweest, en was er ook enkele dagen voor de aangekondigde ontruiming. Een dag van te voren belde een actualiteitenprogramma dat ze mogelijk mijn hulp nodig hadden de volgende dag, Eenzelfde vraag van een radiozender. Op de dag zelf zag ik dat ze een eigen reporter hadden gestuurd, even afbellen zat er niet in. Radio kon nog wel, alleen was er geen budget. 400 journalisten stormden op de ontruiming af. Broadcast wagens werden ingereden, kosten nog moeite werden gespaard. De eerste de beste asielzoeker werd een paar minuten na aankomst voor de camera getrokken en niet veel later trok het mediacircus weer weg. En daarmee moet de kijker thuis het doen.

Ik heb het gevoel dat Nederland achter loopt op journalistiek gebied. Meer en meer kranten komen onder grote mediagroepen te vallen. Een 24-uurs (TV) kanaal kennen we niet.

En dan het vertrouwen in de journalistiek. Een combinatie van populisme, zwart-witdenken en algemeen wantrouwen laat nieuwswaarde vervagen. We lijken niet meer om de inhoud te geven, maar discussiëren over titels.

Nou, dat moest er even uit. Doel? In mijn ogen moet er iets veranderen. Voor een rijk en welvarend land als het onze moeten we hier beter mee om kunnen gaan. Fijne dag.