Zodra ik door de poort van haar woning in Cabimas loop, krijg ik een knuffel die niet lijkt op te houden. Het waren moeilijke dagen voor haar. Vorige week ontving ze haar eerste kankerbehandeling. Ze had geluk; de medicijnen die nodig waren voor een behandeling zijn gecrowdfund door haar dochter die in Europa woont. De kosten voor 10 behandelingen? Omgerekend 820 maandlonen. Een week eerder heeft een van mijn teamleden de medicijnen vanuit Caracas naar het 700 km verder gelegen Cabimas gebracht.
Liggend in haar hangmat vertelt ze over de gebeurtenissen van afgelopen weken, over dat ze eerder vandaag een paar eieren liet vallen en wel kon huilen, en vooral hoe ze achteraf schrok dat ze om zoiets simpels als gebroken eieren moet huilen – door de hyperinflatie kost een doos eieren nu één maandloon.
Mijn neef gaat dood
Er gebeurde iets bijzonders. Ik plaatste op facebook een foto van de bizar hoge rekening van haar medicijnen, 2.1 miljard. Een andere facebookvriend reageerde. Lilia: ‘Mijn neef gaat dood, geen medicijnen, een tumor in zijn hoofd’. Ik neem contact op met Lilia een leer dat haar neef Julian (24) in een publiek ziekenhuis in Caracas ligt. We besluiten op zoek te gaan.
De oma van Julian woont in een buitenwijk van Caracas. Met tranen in haar ogen vertelt ze over de jeugd van Julian. ‘Het was een serieuze jongen, rookte niet, dronk zelden’, ook na de diagnose is hij sterk gebleven, niemand begrijpt waar hij al die tijd zijn levenslust en energie vandaan haalt.
Een aantal jaren geleden ging zijn gezondheid achteruit. Eerst had de familie geld om hem te laten opnemen in een privékliniek, maar terwijl de inflatie van het land in rap tempo toenam, raakte het geld op “al het geld ging naar medicijnen en eten”. Daar bovenop raakt de familie geld kwijt, doordat het belandt in de zak van een specialist, die uiteindelijk zonder een behandeling te geven met het geld naar het buitenland verdwijnt.
Julian komt terecht in El Llanito, een van de grootste staatsziekenhuizen van Caracas. De familie stapt naar de overheid om ondersteuning aan te vragen, uiteindelijk zou het twee jaar duren voordat ze ook daadwerkelijk de eerste steun ontvangt.
Medicijnen worden doorverkocht
De medische wereld in Venezuela gaat door een enorme crisis. Medicijnen zijn bijna niet te krijgen en geïmporteerde medicijnen zijn onbetaalbaar. Kanker-, aids en dialyse behandelingen zijn stopgezet. Veel ziekenhuizen zijn gesloten of functioneren bijna niet meer, veel doktoren zijn gevlucht. Een paar weken eerder stond ik voor een ziekenhuis van Barquisimeto met een groep geneeskundestudenten te praten; geen van hen was voornemens in Venezuela te blijven na het afronden van hun studie. Met een maandloon van omgerekend nog geen 12 euro kunnen de doktoren die zijn overgebleven zelf ook moeilijk rondkomen. Medicijnen bedoeld voor patiënten worden niet toegediend maar onderhands doorverkocht, met handgeld krijg je voorrang en een betere behandeling.
Piloot, leraar of toch chef kok
Als kind wilde Julian van alles worden. De ene dag piloot, de andere dag leraar, laat de moeder van Julian mij weten in een van onze gesprekken. Het is een schat, leerde hard. Voordat hij ziek werd was er een moment dat hij besloot om chefkok te worden en verkocht hij shoarma bij de garage van zijn huis. Helaas waren zijn handen niet snel genoeg (meer), maar hij probeerde het toch. In de weekenden was hij veel bij zijn oma en opa. Deze laatste was als een vader voor hem. Over het algemeen was het een goede jongen. Behalve over de normale dingen zoals de was opruimen maakte hij nooit problemen of ruzie. Zijn leven bestond vooral uit studeren, eten en slapen. En ook nu tijdens zijn ziekte spreekt hij over doorstuderen aan de universiteit en het beginnen van zijn eigen onderneming.
Bewaakt door overheidsdiensten
De oma van Julian nodigt mij uit om het ziekenhuis te bezoeken. ‘Ze hebben niets in het ziekenhuis. Ik moet alles meenemen eten, medicijnen, schoonmaakmiddelen, zelfs water hebben ze daar niet’, laat de oma me onderweg weten. Het Llanito ziekenhuis wordt bewaakt door overheidsdiensten, bij de ingang van het ziekenhuis is een checkpoint van de Guardia Nacional en door het ziekenhuis lopen ook leden van de Guardia. Buitenstaanders en zeker journalisten zijn hier niet welkom, maar de oma weet mij op slinkse wijze voorbij de checkpoints te loodsen.
Erbarmelijke omstandigheden
De meeste lampen werken niet, maar een van de vier liften in het ziekenhuis (al jaren niet meer onderhouden) functioneert. Het is smerig, het stinkt. Ik draag de tas met eten als we de kamer van Julian binnen lopen, hij blijkt er niet te zijn, maar op de afdeling voor intensieve behandeling te liggen. We zoeken hem op, iets wat moeilijker zal blijken dan eerder gedacht, omdat ons in eerste instantie de toegang geweigerd wordt. Later zou ik pas merken hoe erbarmelijk de omstandigheden van intensive care zijn waar, door gebrek aan schoonmaak- en ontsmettingsmiddelen, je doodvonnis zo goed als zeker getekend is. ‘Ik bezoek hem elke dag, als ik niet met de auto of de metro kan dan loop ik wel’, vertelt de oma mij terwijl we weglopen van de afdeling. Een zuster roept ons na ‘vergeet niet zeep en luiers te kopen’.
Bergafwaarts
Na een lange diagnose krijgt Julian te horen dat hij een hersentumor heeft die niet te behandelen is (red: in Venezuela), vanaf daar gaat het bergafwaarts. Benodigde antibiotica is niet te vinden, voor andere medicijnen moet de familie ook zelf op zoektocht en zelfs de katheter en infuuszakken zijn niet meer op voorraad in het ziekenhuis.
De situatie van Julian verslechterd, hij kan inmiddels alleen nog met zijn ogen communiceren en is incontinent. Hij loopt een hersenvliesontsteking op. Volgens Julian’s Moeder heeft hij deze in het ziekenhuis opgelopen. Thuis hebben ze voorzorgsmaatregelen genomen, zoals zieke mensen uit de buurt van Julian houden.
Een paar dagen na mijn bezoek aan Julian komt een zuster de moeder vertellen dat ze bij haar zoon op bezoek moet gaan, omdat men denkt dat hij de ochtend niet zal halen. Ze ziet dat Julian dan al niet meer “bij” is en dat hij niet meer zelfstandig kan ademen, “hij reageerde niet meer op aanrakingen”. Ik heb toen aan God gevraagd om Julian uit dit lijden te verlossen. 5 Minuten later wordt moeder teruggeroepen en hoort ze dat haar zoon in coma is geraakt, 5 minuten later sterft Julian op 24 jarige leeftijd.
Begrafenis kost 60 maandlonen
De familie van Julian heeft geluk, de uitvaart kan worden betaald omdat de opa van Julian vroeger bij een universiteit heeft gewerkt. Zij hebben bijgedragen, en ook de werkgever van de moeder draagt 20 miljoen bij. De totale kosten voor de begrafenis waren 300 miljoen (red: omgerekend 60 maandlonen plus bonussen). De kist moest worden gehuurd. De moeder laat mij weten geluk te hebben met een grote familie die kan helpen, ‘familieleden hebben alles gedaan wat ze konden. Neefjes hielpen bijvoorbeeld bij het zoeken naar medicijnen op internet’. Anderen hebben dit niet en staan er alleen voor.
Soms kon de familie niet bij het mortuarium blijven staan vanwege de geur van lijken. Er zijn teveel doden en ‘sommige mensen hebben geen geld voor de uitvaart en laten het lichaam daar achter’.
Voor zijn uitvaart kocht moeder witte rozen om uit te delen aan dierbaren. Een van de mensen die zo’n roos kreeg vertelde dat Julian haar ooit ook zo’n roos had gegeven. ‘Toen hij klein was bracht hij die naar mijn werk. Iedereen hield van hem. Hij was erg onschuldig, anders dan anderen. Ik kan niet accepteren dat een mens met zijn karakter op deze manier moet sterven’.
Schuld van de regering.
Moeder vindt de dood van Julian de schuld van de regering, ze heeft 15 jaar als lerares gewerkt en de verzekering heeft haar nu niet geholpen. “Het is de schuld van de regering.”. “Maduro zou mensen moeten sturen om te kijken wat er in de ziekenhuizen gebeurt. Ik kan niet begrijpen dat hij dat niet weet, als hij mensen stuurt kan hij het leed en de behoefte van de mensen zien.”