Geplaatst op

In gesprek met Jan Roos bij Cafe Weltschmerz

Cafe Weltschmerz: Venezuela is een van gevaarlijkste landen ter wereld met jaarlijks 27.000 moorden. 96% daarvan wordt niet opgelost. Journalist Michel Baljet heeft een team van lokale mensen nodig om zich enigszins beschermd te voelen om door Caracas te lopen. Een verslag over de ontwikkelingen in een buurland van het Koninkrijk der Nederlanden.

Geplaatst op

Hoe één van de rijkste landen van de wereld arm kan zijn – Deel 1

Gisteren zijn in Venezuela, naar aanleiding van een onderzoek naar ‘illegale wisselkoersen’, 86 personen gearresteerd, 112 arrestatiebevelen uitgegeven, 596 invallen gedaan en 1133 bankrekeningen bevroren. Maduro noemt het de uitkomst van één van de grootste strafrechtelijke onderzoeken uit de geschiedenis. Maar eigenlijk is het niets meer dan een afleiding van het daadwerkelijke probleem.

Geen wisselkantoren

In tegenstelling tot veel andere landen zijn er in Venezuela geen officiële wisselkantoren voor buitenlandse valuta. Wisselen kan alleen bij de overheid, maar die heeft geen geld meer. Het wisselen van buitenlandse valuta zoals Dollars is dus verboden. De zwarte markt handel is echter gróót, en de prijs is enorm gestegen. In 2014 was dit 80 bolivar per dollar. Vandaag meer dan 550.000 bolivar.

De voedselhandel

De overheid heeft daarentegen de koers van de Dollar decennia kunstmatig laag gehouden. 1 dollar was 10 bolivar, maar alleen te verkrijgen voor bedrijven die vrienden waren van de overheid. Aangezien 85% van producten in Venezuela geïmporteerd worden -en er bijna geen productie was in eigen land- wist de overheid op deze manier macht te houden over de voedselhandel. In de afgelopen jaren is de overheid wel wat afgestapt van het één-koers-beleid. Nu hanteren ze er diversen. Allen nog ver van de zwarte marktkoers.

Haak nog niet af. Als je wilt begrijpen hoe één van de rijkste landen van de wereld arm kan zijn, dan moeten we hier even doorheen. De buitenlandse reserves, nog 9.8 miljard. Om een beeld te schetsen. De begroting van Nederland (2018) is 277 miljard. Terug naar Venezuela. 95% van de inkomsten van Venezuela komt uit de export van olie. De olieproductie van het land is afgelopen jaren gehalveerd (storingen aan raffinaderijen etc). De prijs van olie heeft betere tijden gekend, maar staat nog steeds hoger dan toen Chavez aan de macht kwam.

De schulden

komen van het land komt uit olie. De productie is gehalveerd. Nu even over de schulden. Om alles te kunnen blijven betalen, heeft het regime veel geld geleend (van China). Hun wapens kopen ze met leningen (bij Rusland). Die leningen betalen ze terug met olie. In totaal gaat ruim 2/3 van de olie-export op aan het terugbetalen van leningen.

Productie van olie gaat dus omlaag, wat nog wel uit de raffinaderijen komt gaat op aan schulden en het aan import afhankelijke land komt zonder buitenlandse valuta te zitten. Vliegtuigmaatschappijen kunnen niet meer betaald worden en stoppen met vluchten naar het land. Voedsel kan niet meer geïmporteerd worden; er ontstaat een schaarste. Medicijnen kunnen niet meer geïmporteerd worden, mensen gaan dood.

De voedseltekorten
Door de voedselschaarste in combinatie met de door de overheid gereguleerde prijzen op sommige producten, stopte het laatste beetje voedselproductie in het land. Groeiden de wachtrijen voor de staats supermarkten. Ontstond er een zwarte markt voor voedsel met snel stijgende prijzen.
Mensen moeten nog steeds eten, medicijnen zijn hard nodig. De overheid zegt dat er geen humanitaire crisis is in het land, internationale hulp wordt dus ook niet toegelaten. Mensen moeten hun eten en medicijnen uit buurlanden halen. Niemand accepteert hun valuta, de Bolivar. De overheid heeft geen Dollars, er ontstaat een zwarte markt in Dollars.

Loon van 2 Dollar per maand
Ondertussen daalt het minimumloon in rap tempo. Met de gemiddelde zwarte marktkoers van vandaag nog geen 2 dollar per maand. Mensen verkopen hun bezittingen, komen in de criminaliteit of verhoeren zichzelf. Corruptie nam toe. Honderdduizenden mensen ontvluchten afgelopen maanden het land.

Terug naar waar ik begon. De regering noemt de arrestaties van gisteren een uitkomst van één van de grootste strafrechtelijke onderzoeken uit de geschiedenis van Venezuela. En zoals Bart Schut ook al aangeeft, heeft het land grotere problemen. En dit voorbeeld is nog maar het topje van de ijsberg. Ondertussen overweegt Brazilië haar grens te sluiten, is het moeilijker om te vluchten naar Colombia, maakt Chili strengere visumeisen, en sturen wij Venezolaanse vluchtelingen terug.

Afleiding

Maduro zal alles blijven doen om maar af te leiden van de daadwerkelijke problemen (waaronder corruptie). Ondertussen zullen honderdduizenden sterven aan een tekort aan medicijnen, voedsel en aan de toenemende criminaliteit.

Wij zullen hier niet veel van meekrijgen. Veel journalisten zitten vast, zijn het land ontvlucht en communicatie naar buiten zal steeds moeilijker worden. Mensen zullen de hoop op internationale hulp opgeven. Dit was het wel weer even voor vandaag. Moest er even uit. Dank voor de tijd. Vergeet dit land niet, je bent hierbij gewaarschuwd.

Geplaatst op

Een gedachte: Het leven van een freelance journalist

Om te beginnen. Ik ben me ervan bewust dat ik de keuze heb te doen wat ik doe. Ik zie het als een voorrecht. In veel landen hebben mensen geen keuze. Ik had ook wat anders kunnen gaan doen. Ik weet ook dat ik nu niet bepaald het mooiste cv heb. Zij die mij een beetje kennen, weten dat ik een flinke rugzak heb.

En vanuit een dakloze situatie een paar jaar geleden tracht ik mijn plekje te vinden. Dat gezegd hebbende; net als veel freelancers probeer ik dus een plek te vinden in de journalistiek. Het is een bewuste keuze om niet films te gaan recenseren of te schrijven over de laatste voetbalwedstrijden.

We leven helaas in een wereld waar niet iedereen gelijke kansen heeft. Een wereld waar onschuldigen slachtoffer worden van onderdrukking, corruptie of een oorlog waar zij niet om gevraagd hebben.

Laat ik vooropstellen dat ik niet ben gaan doen wat ik doe om rijk te worden. Ik hecht weinig waarden aan materiele zaken, maar ik wil aan het eind van de maand wel mijn huur kunnen betalen. Het risico van het werken in crisisgebieden neem ik op de koop toe, en uiteraard is geen mediahuis verplicht iets van mij af te nemen. Maar ik maak mij wel zorgen over de journalistiek.

Afgelopen jaren hebben fusies en bezuinigingen veel veranderd. Vaste krachten werden vervangen door freelancers en social media en burgerjournalistiek hebben een belangrijke rol gekregen in de nieuwsgaring. De (buitenland) correspondenten die nog wel in vaste dienst zijn, krijgen een steeds groter gebied te verslaan, soms zelfs één persoon voor een heel continent.

One liners en populistische artikelen winnen het van diepgravend onderzoek en de waan van de dag lijkt een lijdend voorwerp geworden. Een aanslag heeft geen nieuwswaarde meer en oorlogen die doorgaan, lijken vergeten.

Het is soms frustrerend en moedeloos om ergens rond te lopen waar mensen letterlijk dood gaan van de honger of een tekort aan medicijnen, en om me heen te kijken naar een wereld die blind lijkt te zijn.

Een onderbouwd artikel over 25.000 moorden in een land als Venezuela kan ik aan de straatstenen niet kwijt, maar laat ik mezelf vrijwillig opsluiten in de beruchtste gevangenis van het land, dat scoort wel.

Voorafgaand aan een reis probeer ik uiteraard intentieverklaringen te krijgen, dit gaat moeilijk, soms omdat ik pas weet wat ik schrijf als ik ergens ben, maar vooral omdat vooraf geen toezeggingen gedaan kunnen worden.

Ik betaal wat ik doe vooral uit eigen zak, vooraf, en moet er dan maar op gokken dat de ellende die ik tegenkom hip genoeg is om te verkopen. Soms probeer ik wat geld bij elkaar te krijgen via crowdfunding. Een reis naar een crisisgebied is niet gratis. Naast kosten van overnachtingen, tickets, soms wat eten, is een belangrijke investering veiligheid (ja, ik ben niet levensmoe en mijn moeder ziet me graag weer veilig thuiskomen).

En dan komt het moment dat een redactie reageert op je pitch, of iets van je oppakt. Met regelmaat een verzoek of je even kort een live verslag kan doen van een actuele situatie. Gratis. Maar gelukkig ook betaalde opdrachten. Dan beginnen de onderhandelingen, nou ja, je hebt als freelancer eigenlijk niet echt een grote onderhandelingspositie. Een radiointerview levert mij met veel moeite tussen de €45 en €145 op, een artikel van 1600 woorden met foto’s max €350 en voor een inside reportage van 6 pagina mag ik blij zijn met €900.

Verkoop ik eens wat dan komen de betaaltermijnen. Met veel geluk krijg ik binnen een maand een factuur betaald, maar vaker moet ik drie maanden of meer wachten tot het eindelijk op mijn rekening staat.

Ik probeer altijd zo zuinig mogelijk te leven als ik onderweg ben. Goedkoopste vliegtickets, publiek transport waar mogelijk, logeren ipv hotels, noem het maar op. Maar gratis is het niet. Ik reis ook niet met een groot team (buiten mijn eventuele beveiliging), vaak alleen. Camera, audio recorder en notebook in de tas, want alle vormen van content moeten kunnen leveren is een vereiste.

Ik krijg de afgelopen jaren meer en meer het gevoel dat het nieuws niet vanaf het veld komt, maar meer vanaf de waan van een redactie en de nieuwsfeeds van bureau’s als het ANP en Reuters. Het snelle nieuws regeert. Als voorbeeld. Neem de ontruiming van het vluchtelingenkamp in de Jungle. Ben er meerdere keren geweest, en was er ook enkele dagen voor de aangekondigde ontruiming. Een dag van te voren belde een actualiteitenprogramma dat ze mogelijk mijn hulp nodig hadden de volgende dag, Eenzelfde vraag van een radiozender. Op de dag zelf zag ik dat ze een eigen reporter hadden gestuurd, even afbellen zat er niet in. Radio kon nog wel, alleen was er geen budget. 400 journalisten stormden op de ontruiming af. Broadcast wagens werden ingereden, kosten nog moeite werden gespaard. De eerste de beste asielzoeker werd een paar minuten na aankomst voor de camera getrokken en niet veel later trok het mediacircus weer weg. En daarmee moet de kijker thuis het doen.

Ik heb het gevoel dat Nederland achter loopt op journalistiek gebied. Meer en meer kranten komen onder grote mediagroepen te vallen. Een 24-uurs (TV) kanaal kennen we niet.

En dan het vertrouwen in de journalistiek. Een combinatie van populisme, zwart-witdenken en algemeen wantrouwen laat nieuwswaarde vervagen. We lijken niet meer om de inhoud te geven, maar discussiëren over titels.

Nou, dat moest er even uit. Doel? In mijn ogen moet er iets veranderen. Voor een rijk en welvarend land als het onze moeten we hier beter mee om kunnen gaan. Fijne dag.

Geplaatst op

Oscar Perez. Staatsvijand nummer 1, of een uitvinding van Maduro?

Na een zeven maanden durende klopjacht vond gisteren in een buitenwijk van Caracas (El Junquito) een impasse plaats tussen veiligheidsdiensten en diverse mensen van de groep van Oscar Perez. Deze impasse was via social media minutieus te volgen, tot 16:11, het moment dat een ander deel van zijn groep aangeeft communicatie met hem te zijn verloren. In zijn laatste Instagramvideo een paar minuten daarvoor roept Oscar Perez met een bebloed gezicht ‘We hebben gewonden, we hebben gewonden, en ze blijven naar ons schieten. We gaan ons overgeven! Stop met schieten!”.

Het verhaal begint 27 juni 2017 toen voormalig CICPC agent Oscar Perez met een gestolen politiehelikopter boven Caracas verscheen en een ogenschijnlijke aanval opende op de regering van president Maduro.

Wie is Oscar Perez. 

Oscar Alberto Pérez (36) is geboren op 07-05-1981, was afgelopen 15 jaar inspecteur van de CICPC (onderzoekspolitie), daarnaast lid van de Special Actions Brigade (BAE) en Chief of Air Operations. Ook is Oscar Perez bekend als acteur in een actiefilm met de naam Muerte Suspendida (Suspended Death) . Oscar Perez was een vader en omschrijft zichzelf als  ‘Ik ben een man die naar buiten gaat zonder te weten of hij teruggaat naar huis’. Hij was zeer actief op Instagram waarin hij in cinamatic video’s zijn kennis van wapens tentoonspreide.

(Tekst gaat door onder foto)

Hij kreeg bekendheid in Venezuela toen hij op 27 juni 2017 een helikopter van de CIPC stal en aanvallen uitvoerde boven het centrum van Caracas. Dit gebeurde in een periode waarin veel Venezolanen al maanden de straat opgingen om te demonstreren tegen de regering van Maduro. Tijdens deze demonstratie vonden ruim 100 demonstranten de dood.

Perez hing uit de helikopter een spandoek met ‘Artikel 350, Vrijheid’ een slogan gebruikt door demonstranten die zich verzetten tegen de regerende partij.

(Tekst gaat door onder foto)

Artikel 350 van de grondwet van Venezuela “De bevolking van Venezuela … zal elk regime, elke wetgeving of elke autoriteit die de democratische waarden, principes en garanties schendt of de mensenrechten schenden, verloochenen.”

Tijdens zijn vlucht op 27 juni gooide Oscar Perez vanuit de helikopter twee granaten naar het hoofdkantoor van het hogergerechtshof, er zouden daarnaast 15 schoten zijn gelost. Niemand raakte gewond. Kort daarna bestormde de Guardia National het nationale parlement, daarbij raakten diverse parlementariërs gewond, en werden journalisten en aanwezigen vastgehouden.

De actie van Oscar Perez kwam tijdens een bewogen paar dagen. Eerder riep President Maduro veel verontwaardiging op met de uitspraak ‘we zullen nooit opgeven, en wat niet gedaan kan worden met stemmen, kunnen we met wapens doen, we zullen het vaderland met wapens bevrijden’. En terwijl de demonstraties op straat doorgingen werd procureur-generaal Luisa Ortega Díaz (een voorheen trouwe bondgenoot van de regering) verbannen. Uiteindelijk vluchtte ze het land uit.

Maduro omschreef de actie van Perez als terroristische daad, Oscar Perez werd gelijk staatsvijand nummer 1, en dezelfde dag nog zouden overheidsdiensten naar het huis van Perez zijn gegaan om hem te arresteren. Oscar Perez kwam later die dag met een video op internet waarin hij uitleg gaf over zijn actie eerder die dag en zijn plan voor de toekomst van Venezuela. Hij geeft aan de demonstranten en de mensen van Venezuela te steunen, niet alleen te staan en te willen vechten voor een vrij Venezuela.

(Tekst gaat door onder foto)

Klik op bovenstaande afbeelding voor de video van zijn verklaring.

Óscar Pérez is het afgelopen half jaar het middelpunt geweest van twijfel, kritiek en inspiratie van zowel regeringsdissidenten en demonstranten als van de regering zelf. Sommigen zijn van mening dat Oscar Perez een uitvinding is van de regerende partij van Maduro om mensen af te leiden, maar anderen beschouwen hem als een held.

De maanden daarna 

Een dag later zal de helikopter die Oscar Perez gebruikte, teruggevonden worden in Vargas. Pas een paar dagen later horen we op 4 juli weer iets van Perez via een serie Instagramvideo’s. Hij geeft aan een noodlanding gemaakt te hebben, in goede gezondheid te zijn ‘we zullen er zijn om ons volk te verdedigen’.

Na een stilte verscheen Perez op 13 juli voor het eerst weer in publiek. Dit was tijdens een demonstratie op Plaza Altamira (centrum Caracas). Na een korte verklaring vergezeld door een aantal gemaskerde mannen verdween Perez snel op klaarstaande motoren. In de maanden die volgen verschijnt Perez alleen nog in een aantal exclusieve interviews en via berichten op zijn Instagram en Twitteraccount.

Onder de naam Operatie Genesis verschijnt Perez op 18 december in een video. Hij geeft aan controle te hebben overgenomen van een post van de Nationale Garde bij San Pedro de Los Altos. Later zou blijken dat er o.a. 26 mitrailleurs zijn meegenomen tijdens deze actie. Op 30 december wordt het voormalige huis van Perez in brand gestoken, familie raakt gewond. In een boodschap veroordeelt Perez de actie, en geeft hij aan niet te zullen zwichten.

15 januari 2018

Vroeg in de ochtend op maandag 15 januari 2018 komen er berichten binnen dat in een buitenwijk van Caracas, El Junquito een grootschalige politie-actie gaande is. Vrij snel publiceerde Oscar Perez zijn eerste van uiteindelijk 14 video’s van deze dag. Hij geeft aan te zijn omsingeld door de politie en aan het onderhandelen te zijn.

(Tekst gaat door onder video)

We zien jullie niet als vijanden! We hebben dit niet voor onszelf gedaan. We deden dit voor u, voor uw kinderen, voor uw families…

Oscar Perez: We zijn hier op de nieuwe snelweg in El Junquito. We zijn aan het onderhandelen. We willen deze officieren niet bestrijden, sterker nog, we kennen sommige van hen. Wij zijn patriotten, wij zijn nationalisten die met overtuiging vechten. Aan diegenen van jullie die twijfelden: hier zijn we, vechtend. Ze hebben het vuur op ons geopend en we zoeken dekking, maar nu onderhandelen we met de officieren [onbegrijpelijk] en de functionarissen en de pers. Venezuela, verlies geen hoop. We gaan door in uw naam. Moge de Almachtige God en Jezus Christus ons vergezellen in deze missie.

Man met geweer: De God van Israel is met ons. Mensen van Venezuela …

In de video’s die volgen (zie Instagram) herhalen Perez en zijn mannen het niet voor eigen gewin te hebben gedaan maar voor de mensen van Venezuela. Hij geeft aan dat er ook burgers aanwezig zijn in het huis en dat er op hun geschoten wordt.

In de zevende video verschijnt een Oscar Perez met een bebloed gezicht.

(Tekst gaat door onder de video)

Oscar Perez: Ze schieten op ons met RPG’s, granaten-granaatwerpers. Een man schreeuwt tegen de autoriteiten: we hebben gezinnen en we willen ze weer zien! Er zijn hier burgers! We vertelden hen dat we ons wilden overgeven, maar dat willen ze niet. Ze willen ons vermoorden!

In verschillende beelden die later op social media verschijnen is te zien dat er een granaatwerper wordt ingezet.

(Tekst gaat door onder de video)

In de videos’ die volgen geven Perez en zijn mannen herhaaldelijk aan te worden beschoten en niet terug te schieten. ‘ze willen niet dat we ons overgeven. Ze willen ons letterlijk vermoorden. Ze hebben dat ons zojuist verteld. Wees sterk.’  In zijn laatste Instagramvideo schreeuwt Oscar Perez: ‘We zijn gewond. We zijn gewond en ze schieten nog steeds op ons. [Schreeuwen] We gaan ons overgeven! Stop met schieten!’ daarna wordt het zowel in de buitenwijk van Caracas als op Instagram stil. Op het Twitter account van Perez verschijnt even later een bericht.

Het account word beheerd door directe collega’s van Oscar Perez. ‘We weten niets van de huidige situatie, ze hebben al enkele minuten gerapporteerd’.

In de uren die volgen blijft er veel onduidelijk over de situatie van Oscar Perez en zijn mannen. Totdat CNN meldt dat een hooggeplaatst lid van de Venezolaanse regering, die vroeg om anoniem te blijven, bevestigt dat Oscar Perez zou zijn omgekomen. In een toespraak later die dag gaf Maduro aan dat 5 mensen zijn aangehouden, 2 politiemensen zijn overleden en 5 politiemensen gewond zijn geraakt tijdens de acties. Over het aantal gewonden en slachtoffers bij de groep van Oscar Perez wordt niet gesproken. Tijdens het schrijven van dit bericht is nog niet officieel bekend gemaakt dat Oscar Perez zou zijn overleden.

Onderstaande foto zou door een overheidsmedewerker naar diverse media zijn gelekt. Je zou het levenloze lichaam van Oscar Perez zien.

Update 15.28 uur. De nationale politie bevestigt de dood van Oscar Perez.

Geplaatst op

Even stil staan

Zoals zoveel mensen sta ik in de decembermaand vaak een moment stil bij het leven. Bij de gebeurtenissen die onze wereld de afgelopen maanden mooier en een stuk lelijker hebben gemaakt. Bij de mensen die ik heb mogen ontmoeten, en helaas heb moeten verliezen. Ik sta dan stil bij vriendschappen die ontstaan zijn en denk aan de prachtige mensen die ik soms in een uitzichtloze situatie in hun thuisland heb moeten achterlaten.

In mijn werk zou je soms een knopje willen hebben dat je kunnen omzetten, zodat je je niet meer verbonden voelt met de dingen die je ziet, de armoede, de doden, het verdriet. Ik kan je vertellen dat zo’n knopje niet bestaat. Het is onzin te denken dat ik er niet mee in slaap val, ’s ochtends wakker word en er tussendoor over droom. En de dag dat het mij niet meer zal raken is de dag dat ik op zoek ga naar een ander beroep.

Ik sta vandaag stil bij de mensen die ik ontmoet heb in een vluchtelingenkamp in Bulgarije, waar de situatie zo mensonwaardig is dat geen mens er zou willen wonen. Ik sta vandaag stil bij de oud-bewoners van de Jungle in Calais waarvan velen deze wintermaand zonder onderdak nog steeds rondom het oude kamp zwerven. Ik sta vandaag stil bij de kinderen in Donetsk waarvan de ouders er niet meer zijn door de voortdurende oorlog in het gebied. Ik sta vandaag stil bij de straatkinderen van Caracas die hun kerstmaaltijd mogen zoeken in de vuilniszakken met restafval.

Maar ik sta ook stil bij de tienduizenden Nederlanders die in eigen land kerst zullen doorbrengen op straat, of in een noodopvang. De Nederlands die hun kerstmaaltijd moeten krijgen via de voedselbank en de Nederlanders die door eenzaamheid geïsoleerd in huis zitten.

Als ik naar de rottende wereld om me heen kijk ben ik vaak trots een Nederlander te zijn. Vaak, alleen wel met schaamte. We zijn goed geworden in ons te distantiëren van de problemen om ons heen. We zijn goed geworden in onze ogen te sluiten en de rug naar de problemen te keren. We zijn goed geworden ons druk te maken over futiliteiten, dat we soms blind lijken te zijn voor de werkelijkheid. Alsof het een knop is waardoor we beter slapen, mooier dromen en fijner opstaan.

Desalniettemin wens ik eenieder, hier en ver van huis, fijne Kerstdagen.

Geplaatst op

Een gewone dag in een failliet Venezuela

Onze fixer Cheo rent heen en weer naar de poort van de gevangenis terwijl Joris en ik even verderop in de straat in spanning op de motorkap van onze auto zitten te wachten. In de straat buiten de gevangenis ontstaat een dagelijkse markt, het is een komen en gaan van bezoekers en verkopers aan de poort van de meest beruchte gevangenis van Venezuela.

Gisteren, toen we de gevangenis bezochten, ging niet alles zoals gepland. Het was niet de eerste keer dat we de Tocoron gevangenis bezochten. Terwijl we ervan overtuigd waren dat iedereen goed was omgekocht voordat we de gevangenis binnengingen, werd al onze uitrusting in beslag genomen door de nationale bewakers die de buitenkant van de gevangenis bewaken. Toen we de gevangenis verlieten, kregen we onze uitrusting niet terug. Later die avond, na enkele gesprekken tussen onze fixer en een aantal gevangenen, werd ons verteld dat de baas van de gevangenen onze spullen had meegenomen van de Guardia National en dat we ze bij de poort van de gevangenis terug konden krijgen.

Tocoron, een gevangenis voor 750 gevangenen werd gebouwd in 1982. Tegenwoordig zitten er 7500 gevangenen. Bewakers en overheidspersoneel zijn niet welkom in deze door gevangenen gerunde gevangenis. De baas van dit alles is gevangene Hector Guerrero Flores alias Niño Guerrero (Het Krijgerskind). De meedogenloze leider heeft twee gezichten. Terwijl hij zijn gevangenis en zijn crimineel imperium met ijzeren vuist runt, staat hij verder bekend als weldoener. Hij haalt gezinnen uit de armoede en geeft rolstoelen en medicijnen aan hen die het nodig hebben. Niño Guerrero runt niet alleen de gevangenis van Tocoron, ook zijn voormalige woonwijk met 28.000 inwoners is volledig onder controle van Niño en zijn mannen. Vele anderen vertellen ons dat zijn macht zelfs veel verder gaat in Venezuela.

De laatste jaren heeft Niño zijn gevangenis omgebouwd tot een kleine stad waar niets ontbreekt. Toen we door de gevangenis liepen zagen we een zwembad, een dierentuin en een disco. In de hoofdstraat zijn restaurants, winkels en voorzieningen zoals een bank, een televisieaanbieder en gokhuizen. Niño en zijn gewapende vrienden rijden ongestoord op motoren rond door de overvolle gevangenis.

Na anderhalf uur wachten voor de gevangenis is er redding. Een van de handlangers van Niño loopt de voorpoort van de gevangenis uit met onze schoudertas. Als we die openen, zien we dat al onze uitrusting er nog in zit en vragen ons af hoeveel dit grapje ons heeft gekost? Niets, met de groeten van Niño .

Opgelucht vervolgen we onze weg naar de hoofdstad van Venezuela, Caracas . Daar is vandaag een massademonstratie gepland. Al jaren heerst er onrust in het corrupte en door een economische crisis geteisterde land. Bij eerdere demonstraties die we de afgelopen weken bezochten, waren er botsingen tussen demonstranten en autoriteiten. Tot nu toe zijn er 43 demonstranten gedood bij deze gevechten.

Toen we in Caracas aankwamen, verruilden we onze auto voor motoren. Vanwege de protesten was er bijna geen andere manier om door de dichtgeslibde straten van de hoofdstad te komen. Eenmaal aangekomen bij een van de snelwegen die als route dienen voor de demonstratie van vandaag, zien we dat de eerste demonstranten zich al voorbereiden op wat komen gaat. Boomstammen worden over de weg gesleept, hekken en alles wat ze kunnen vinden worden gebruikt voor de eerste barricades. In de verte zien we de eerste rookwolken van traangas onze kant op komen. In de uren daarna barst er een strijd los tussen de autoriteiten en de demonstranten en worden de demonstranten geleidelijk aan gedwongen naar het centrum van de stad te trekken.

Terwijl er geen geld is om voedsel in te voeren in Venezuela, is er geen tekort aan traangasbussen, die soms met tientallen tegelijk op de demonstranten worden geschoten. Als de avond begint te vallen, wordt de stemming grimmiger. Terwijl Joris en ik ons naar onze auto begeven, zijn we getuige van de eerste autobranden, winkels en kantoren worden geplunderd. Terwijl de demonstranten hun strijd voortzetten, wordt op sociale media een nieuwe demonstratie aangekondigd voor de volgende dag. Joris en ik gaan verder richting onze volgende stop, de stad Maracay.

Axel (23) houdt een koelkast open om de inhoud te laten zien. Hij woont met zijn broer Billy (27) en moeder Glenda (55) en vader Rosvelt (60) in een middenklassewijk van Maracay. Aan de keukentafel vertelt het gezin over de gevolgen van de crisis.

Glenda werkte twintig jaar als bio-analiste in het ziekenhuis. Sinds gisteren is haar minimumloon meer dan verdubbeld tot 105.000 bolivares. Dat is gelijk aan 18 dollar. Tot gisteren verdiende ze met haar fulltime baan nog geen 9 dollar per maand. De vader van de familie is zijn hele leven koopman geweest, een baan die vandaag, met de volledige ineenstorting van de import, bijna onmogelijk is: “Tegenwoordig is de enige koopman in het land de regering, maar ik handel in kleding. Er is nu geen handel voor mij.”

Het gezin woont al 22 jaar samen in een veilige middenklasse buurt in Maracay. De vader legt ons uit dat de buurt de laatste jaren is veranderd. “Vroeger woonden hier mensen met geld. Toen de crisis erger werd zijn veel van onze buren vertrokken. De regering onteigende veel van de huizen in deze buurt en gaf ze aan “overheidsgerelateerde mensen”, mensen met bijna geen inkomen, soms geen werk, geen opleiding. Ze onderhouden hun spullen niet, geven niet om de buurt en hebben geen respect.” “Vroeger konden we met onze vrienden en familie praten over de politiek in Venezuela, dat onderwerp ligt nu te gevoelig.”

“We hebben geen geld meer voor de auto of het huis. Al het geld dat we hebben, geven we uit aan eten en medicijnen, het is te duur.” Uit zijn kast haalt Rosvelt een strip medicijnen. “Neem dit bijvoorbeeld. Deze strip met 14 pillen, genoeg voor een week, kost in Venezuela 25.000 bolivares.” In zijn andere hand heeft hij een doosje. “Dit doosje, met 300 van dezelfde pillen.., en genoeg voor vijf maanden, kost me 55.000 bolivar in Colombia.”

“Ik lijd dagelijks als ik in het ziekenhuis werk. Het is verschrikkelijk om mensen niet de hulp te kunnen geven die ze nodig hebben vanwege de tekorten aan medicijnen en medische apparatuur. De regering kijkt toe maar doet niets om de situatie te veranderen,” vervolgt een emotionele Glenda. “Elke dag sterven er mensen onnodig, blijven er mensen onnodig ziek. De overheid maakt zich meer zorgen om hun imago. Alle ziekenhuismedewerkers zijn verplicht deel te nemen aan pro-regeringsdemonstraties en de regering geeft veel geld uit aan propagandamateriaal.

“Door een tekort aan voedsel en de stijgende inflatie zijn mensen gedwongen om elke dag weer uren in de rij voor de supermarkt te staan in de hoop dat ze basisproducten als brood, rijst en melk kunnen krijgen. De voedselprijzen stijgen dagelijks en voor een eenvoudige lunch aan de kant van de weg betaal je al gauw 7000 bolivares. Met wat geluk vind je een pak pasta voor 4500 bolivares, wat meer is dan een dagloon.

Vóór de loonsverhoging van 60% van gisteren, verdiende Glenda, de enige kostwinner van het huis, 48.000 bolivar per maand. Hoe kun je daarmee leven? “Beetje bij beetje gaat elk geld dat binnenkomt naar voedsel of medicijnen.” Helpt de loonsverhoging van gisteren het gezin? “Nee, in feite maakt het de situatie nog moeilijker. Elke keer als de lonen omhoog gaan, gaan de prijzen twee keer zo hard omhoog”, antwoordt Rosvelt.

“Bijna alle docenten hebben mijn universiteit verlaten, ik denk dat 80% weg is”, vertelt Axel. “De oudste studenten hebben het op zich genomen en geven nu les.” Axel maakt zich zorgen. “Je kunt wel studeren, maar voor wie ga ik in Venezuela werken? Er is niemand om me een baan te geven. Als je realistisch bent, dan moet ik zeggen dat het onrealistisch is om te denken dat een studie hier in Venezuela iets waard is.”

“Veel jonge Venezolanen hebben het land verlaten. “Mijn familie heeft me ook aangeboden om Venezuela te verlaten, maar ik wilde mijn studie afmaken, ik wil mezelf graag professional noemen. Maar ik heb ook ambities. Mijn droom zou zijn om naar Canada te verhuizen, maar dat is niet realistisch, ik zou op dit moment overal heen gaan waar het mogelijk is”.

“Ja, door Venezuela te verlaten komt het land zonder professionals te zitten, maar we moeten aan onszelf denken, aan ons gezin. De regering geeft ons geen andere keuze dan te vertrekken. Persoonlijk protesteer ik niet, er zijn al verschillende studenten omgekomen bij demonstraties en de dood behoort niet tot mijn toekomstplannen.”

Later op de avond, onder het genot van een biertje van de kosten van bijna een dagloon, praten Joris en ik over de dag. Het blijft onbegrijpelijk wat er gebeurd is met een van de meest olierijke landen ter wereld. We vragen ons af wat morgen zal brengen, want elke dag in Venezuela lijkt te bestaan uit ondenkbare en onvoorspelbare ontwikkelingen.

[Dit artikel werd eerder gepubliceerd op VICE.com onder de titel: Así se ve la Venezuela que no aguanta más la crisis]

Door: Michel Baljet Foto’s: Joris van Gennip

Geplaatst op

Opinie: Venezuela, een dictatuur op weg naar een burgeroorlog.

Wie nog twijfels had over de democratie in Venezuela hoeft niet langer te piekeren. Het laatste kleine beetje democratie is gisteren overboord van het zinkende schip gegooid. Terwijl de wereld toekijkt en het regime van Maduro om de oren slaat met sancties en verzoeken tot een dialoog, vlucht de Venezolaan massaal het land uit. Zij die achterblijven maken zich klaar voor een steeds gewelddadiger wordende strijd.

Het regime van Maduro had voor afgelopen zondag een verkiezing uitgeschreven waarvan de uitslag al van te voren bekend was. Gisteren mocht de Venezolaan naar de stembus om de 545 leden voor een ‘Grondwetgevende Vergadering’ te kiezen. De 5500 kandidaat-leden waren allen gelieerd aan de partij van Maduro. Het doel van het nieuwe parlement is de grondwet herschrijven, waarbij Maduro nog meer macht naar zich toe zal trekken. De oppositie die sinds 2015 twee derde van de parlementszetels bezit, hekelde de verkiezingen vanaf dag één en heeft deze dan ook geboycot. Bij een zelf-georganiseerde volksraadpleging eerder deze maand riep zij op tot nieuwe presidentsverkiezingen.

Niet alleen de oppositie in Venezuela ging met de hakken in het zand. Landen als Amerika en Colombia zagen niets in deze ‘schijn’verkiezing. Colombia gaf aan de uitslag niet te erkennen en Amerika kondigde aan met nieuwe sancties te komen. Ook de Europese Unie heeft een mening en roept Venezuela op door middel van ‘dialoog, politieke wil en moed’ tot een oplossing te komen.

Intussen neemt het geweld op straat toe. Al maanden gaan leden van de oppositie de straat op om aandacht te vragen voor de humanitaire crisis in het geteisterde land en om te protesteren tegen het beleid van Maduro. De sfeer wordt met de dag grimmiger. Waar ik, toen ik er vorige maand was, nog schrok dat de Guardia Nationaal gascanisters direct op demonstranten en de pers schoot, stroomt mijn Whatsapp vandaag de dag vol met beelden van grote explosies en tot de tanden toe bewapende militairen.

Maar wie eerlijk is, ziet dat er eigenlijk allang een dictatuur is in Venezuela. Maduro regeert al jaren met een decreet. Het parlement waar de oppositie sinds 2015 de meerderheid heeft staat al sinds dag één buiten spel. Oppositieleden worden gewoonlijk opgesloten en verkiezingen die al gehouden hadden moeten worden hebben niet plaatsgevonden. Overheidsmedewerkers worden al jaren onder druk gezet om het beleid van de overheid te steunen. Zo niet, dan verlies je baan, huis of beide, die dreiging was bij de verkiezing van afgelopen zondag niet anders.

Tot voor kort leek de wereld met gesloten ogen de andere kant op te kijken en was er in verhouding bijna geen aandacht voor de ontwikkelingen in het land. Nu kijkt de wereld wel mee. Naïef en vanaf de zijlijn, dit terwijl er zich voor onze ogen een grote humanitaire crisis ontvouwt.

De diplomatieke wegen van de oppositie die vol gaten zaten bleken allemaal doodlopend te zijn. Ook van de internationale gemeenschap hoeft de Venezolaan, zoals het er nu uitziet, buiten wat sancties en ‘goedbedoeld advies’, niet veel te verwachten.

De hongerige Venezolaan kan niet anders dan op zijn benen proberen te blijven staan en te vechten voor verandering. Met het claimen van een overwinning bij de verkiezing van afgelopen weekend is duidelijk dat Maduro niet van plan is de handdoek snel in de ring te gooien. Heel veel vrienden had Maduro echter niet meer, en dat zullen er nog minder worden zodra hij totaal de controle zal verliezen over de mensen die hem in het zadel houden, zijn tot de tand bewapende vrienden van de Nationale Bolivariaanse strijdkrachten.

Geplaatst op

Nieuwe Revu | De wereld van Niño Guerrero

Terwijl Venezuela op z’n gat ligt, gaat in de gevangenis het leven gewoon door. Journalist Michel Baljet en fotograaf Joris van Gennip worden bij de ingang opgewacht door twee bewapende gevangenen, bedoeld om bewakers buiten te houden. Welkom in Tocoron, een van de beruchtste gevangenissen van Venezuela.

Naast me loopt een jonge soldaat met een te grote mitrailleur om zijn schouder. Joris, de fotograaf die met mij naar Venezuela mee is gereisd, loopt rechts achter me, onze fixer links. We zijn al een paar honderd meter aan het lopen over een onverhard zandweggetje, dat voor ons gevoel nergens heen leidt, wanneer ik Joris wederom vraag extra waakzaam te zijn. Vanaf de andere kant komt een motor aangereden met nog twee soldaten.

Verboden gebied

Ruim een uur eerder zijn Joris en ik aangekomen bij Tocoron, om een verslag te maken over het leven in een van de meest beruchte gevangenissen van Venezuela. Wat een routineklus moest zijn, loopt niet zoals gepland. Terwijl we dachten alle militairen die de buitenpoort van de gevangenis bewaken omgekocht te hebben, zijn onze spullen – wat camera’s en andere apparatuur – alsnog afgenomen door een majoor. Na onderling overleg stuurde hij ons met de jonge soldaat het verlaten weggetje dat langs de gevangenis liep op.

De motor met de twee soldaten komt tot stilstand en de soldaat die ons begeleidt, praat met zijn collega’s. Na een paar schichtige blikken onze kant op wordt besloten dat we om moeten keren, om terug te lopen naar de poort van de gevangenis. Nooit zal duidelijk worden waarom we überhaupt deze kant op waren gestuurd.

Daarna ging het snel. Bij de poort kregen we onze spullen niet terug, maar mochten wel doorlopen. In mijn broekzak zat nog een telefoon die we konden gebruiken om foto’s te maken. We besloten toch zonder apparatuur naar binnen te gaan. Bij het binnenlopen van de gevangenis haalden we opgelucht adem, beiden met het gevoel dat dit weleens heel anders had kunnen aflopen. Vanaf hier komen we geen bewakers meer tegen, geen militairen en geen overheidsmedewerkers. Sterker nog: vanaf hier is het verboden gebied voor hen.

We lopen de wereld van Niño Guerrero binnen, een gevangene die deze gevangenis samen met zijn handlangers al jarenlang runt. De autoriteiten hebben jaren geleden de controle van de gevangenis al opgegeven en richten zich nu alleen nog op bewaking van de omheining van de gevangenis. In 2012 is Guerrero met een aantal handlangers ontsnapt, een jaar later was hij weer terug en sindsdien heeft hij geen dag stilgezeten om zijn imperium verder uit te bouwen. Héctor Guerrero Flores, aka Niño Guerrero (The Warrior Child), is een meedogenloze leider met twee gezichten. Waar hij enerzijds met een ijzersterke vuist de gevangenis en zijn criminele imperium draaiende houdt, staat hij anderzijds bekend als weldoener. Als een hedendaagse Robin Hood haalt hij families uit de armoede en deelt hij rolstoelen en medicijnen uit aan zij die het nodig hebben. The Warrior Child runt niet alleen de Tocoron-gevangenis; ook zijn voormalige wijk met 28.000 inwoners staat volledig onder het gezag van hem en zijn mannen. Als we onze fixer moeten geloven, gaat zijn macht veel verder.

Machtsgreep

Tocoron, gebouwd in 1982 voor 750 gevangen, huisvest er vandaag de dag ruim 7500. Al jaren heeft de overheid hier niets meer te zeggen. Sterker nog: bij de ingang die leidt naar het centrum van de inrichting staan twee bewapende gevangenen om bewakers buiten te houden. 3 jaar terug was deze beveiliging nog extremer, toen stonden er nog gevangen met mitrailleurs en kon je op iedere hoek van de straat een bewapende gevangene vinden. Onlangs heeft Niño besloten deze wapens op bezoekdagen te vervangen door messen. ‘Voor de beeldvorming,’ zo leer ik later.

De meeste van de kogelgaten zijn van een conflict dat een paar jaar geleden plaatsvond. In een vuurgevecht dat uren duurde, won Niño zijn macht terug

Het is niet de eerste keer dat Joris en ik hier zijn. Vorige week waren we er ook. Beiden gefascineerd door de ontwikkelingen binnen deze gevangenis, besloten we vandaag terug te gaan. De eerste keer dat ik in deze wonderlijke wereld kwam, was in 2014. Ik heb me er zelfs een paar dagen vrijwillig laten opsluiten om te begrijpen wat hier gaande is.

Als je door de poort van de gevangenis loopt, kom je op een hoofdweg die naar het centrum van de gevangenis loopt. Links ervan staan de twee panden die ooit de oorspronkelijke gevangenis vormden. Gevangenen zijn bezig met restauratiewerkzaamheden aan de flat, ze zijn ongeveer halverwege. Onder de nieuw aangebrachte buitenlaag zijn de kogelgaten nog goed zichtbaar. De meeste van deze kogelgaten zijn van een conflict dat een paar jaar geleden plaatsvond. Een gevangene was van mening dat niet één persoon de baas hoefde te zijn binnen de muren van Tocoron. Niño was het daar niet mee eens. In een vuurgevecht dat uren duurde, won Niño zijn macht terug. Tientallen mensen overleefden de machtsgreep niet. Het officiële dodental staat op zestien. Filmpjes gemaakt door gevangenen laten ons echter een veel hoger aantal doden zien.

Onderdanen

Direct na de ingang vinden we aan de hoofdstraat een plein met een basketbalveld. Een podium staat klaar en de boxen voor een optreden later op de dag worden klaargezet. Naast het pleintje ligt het net gerenoveerde zwembad met een speeltuintje voor de jongste bezoekers.

Als we even doorlopen op de hoofdstraat komen we in het centrum van de gevangenis. Waar er in Venezuela op dit moment een grote voedselcrisis is, lijkt deze hier niet te bestaan. Verschillende winkeltjes en restaurants bieden allerlei eten en benodigdheden aan. Hier hoeven de klanten, in tegenstelling tot de buitenwereld, niet eerst uren in de rij te staan voordat ze een aankoop kunnen doen.

Ook een zwembad ontbreekt niet in de Tocorongevangenis, waar het in economisch opzicht beter gaat dan buiten de poorten.

Terwijl de ontwikkelingen in Venezuela de afgelopen jaren door een tekort aan bouwmaterialen tot stilstand zijn gekomen, zijn de ontwikkelingen in Tocoron in sneltreinvaart doorgegaan. Zo zijn verschillende gebouwen die bij mijn bezoek 3 jaar geleden nog van triplex waren, nu van beton.

De kleine, autonome stad biedt tal van voorzieningen voor wie dat betalen kan. Zo kun je voor 100.000 bolivar per week (een maandloon) een televisieaansluiting krijgen. Bewoners van Tocoron betalen een toelage om in de gevangenis te mogen verblijven; kun je dat niet betalen, dan word je een onderdaan, herkenbaar aan een stropdas. Je moet dan werken voor Niño om je plek binnen de gevangenis te betalen. De onderdanen mogen alleen met toestemming rondlopen en verblijven in een afgesloten deel van de gevangenis. Onderdanen helpen bezoekers met het tillen van bagage, doen onderhoudswerkzaamheden en slepen grote emmers met water door de gevangenis. Dagelijks krijgen ze een door de overheid betaalde maaltijd. We zien ’s middags een lange rij magere mannen wachten wanneer het eten uit grote potten wordt uitgedeeld.

Banco de Tokio

Tocoron is opgebouwd in sectoren. Hoe dichter je bij het centrum zit, des te beter de voorzieningen. Zo heb je hutten met of zonder airco, en met of zonder tv. Als je het heel goed doet, kun je een winkeltje hebben aan de hoofdstraat, met een aangrenzende slaapkamer.

Er is een bank: de Banco de Tokio. Gevangenen die geld willen overmaken, kunnen dat laten doen naar een van de vele rekeningen van Niño’s handlangers. Na aftrek van 10 procent commissie kun je jouw geld ophalen. Geld lenen kan ook, tegen rentes tussen de 10 en 20 procent. Maar o wee als je te laat terugbetaalt.

Joris en ik hadden besloten dat het niet slim was met grote stapels geld de gevangenis binnen te lopen. Door de gigantische inflatie in Venezuela is 100 dollar vandaag de dag 430.000 bolivar waard (nu zelfs 600.000). Sinds kort zijn er nieuwe bankbiljetten tot en met een waarde van 20.000 bolivar, deze zijn echter nergens te krijgen. Het grootste biljet dat verkrijgbaar is, heeft een waarde van 100 bolivar. In plaats van ruim 4000 biljetten in een rugzak te stoppen, besloten we dollars mee te nemen. Zoals ons al verteld was, hadden we die in een mum van tijd tegen een goede koers omgewisseld binnen de muren van Tocoron.

Samen met onze fixers doen we een rondje door de gevangenis. Een van de fixers heeft hier vastgezeten en kent veel mensen binnen de muren. Met elke bocht die we maken, zie ik de verbazing van fotograaf Joris toenemen. Naast het zwembad, de speeltoestellen en de winkelstraat heeft Tocoron tal van andere voorzieningen. Zo zijn er barretjes en heeft Tocoron de bekendste disco van de regio: Disco Tokio. Beroemde artiesten uit binnen- en buitenland treden er op, en er is zelfs zendtijd ingekocht op de radio om een volgend feest aan te kondigen. Op dit moment wordt de disco gerenoveerd, naar wat ik begrijp wordt de net nieuwe marmeren vloer vervangen door een verlichte vloer.

Corrupte wapendeal

Even verder lopen we de dierentuin binnen. Terwijl de bewoners van de dierentuin van hoofdstad Caracas verhongeren, zien we hier het tegenovergestelde. Een ruim assortiment aan dieren, waaronder flamingo’s, apen en een panter leven in een goed onderhouden gebied aan de noordkant van de gevangenis. Voedsel is er in overvloed, dag en nacht houden gevangenen zich bezig met de verzorging van de dieren. In de dierentuin is een nieuwe arena gebouwd voor hanengevechten, en verderop staat een stal met wedstrijdpaarden.

In Tocoron breken ook geregeld hanengevechten uit.

Via de varkensstallen lopen we langs het honkbalveld naar een van de wijken van de gevangenis. Het is een komen en gaan van motoren, een vervoersmiddel dat alleen voor de handlangers van Niño Guerrero beschikbaar is. Kleine huisjes van triplex vormen hier een soort sloppenwijk. Dit is nog steeds het betere gedeelte van de gevangenis. Als we een van de huisjes binnengaan, komen we in een kleine ruimte met een tweepersoonsbed. Witte A4’tjes vormen het behang, het dak is netjes afgesloten met een systeemplafond. Het is koel, de airco staat aan, op televisie is een muziekprogramma te zien.

Met de ­aanwezige wapens en granaten kunnen Niño en zijn crew een kleine oorlog ­winnen

Terug in het centrum praten Joris en ik, onder het genot van een biertje, over wat we gezien hebben. ‘Ik voel me eigenlijk veiliger binnen de muren van de gevangenis dan erbuiten,’ zegt Joris. Het lijkt er zo in eerste aanblik inderdaad op dat de gigantische crisis die Venezuela op dit moment teistert, aan Tocoron voorbijgaat. De ontwikkelingen gaan in rap tempo door. Eten is er volop en alles functioneert. Je zou bijna vergeten dat je niet in een resort bent, maar in een van de beruchtste gevangenissen van het land. Jaarlijks vinden honderden mensen er de dood. Sterker nog: een dag na ons bezoek worden er drie lichamen bij de poort van de gevangenis gevonden. En een week later weer één.

Imperium

Om de orde te bewaken zijn de handlangers van Niño Guerrero bewapend met moderne, soms automatische wapens. Bij een corrupte wapendeal met de overheid in 2014 zijn er ruim 1400 wapens ingeleverd. Daarvoor zijn via de achterdeur minimaal evenveel modernere teruggekomen. Met de aanwezige wapens en granaten kunnen Niño en zijn crew een kleine oorlog winnen. Daarnaast heeft Niño een rechtbank in zijn gevangenis, waarvan hij de rechter is. Terwijl Venezuela de doodstraf niet kent, is dat in de rechtbank van The Warrior Child, wel anders. We krijgen van diverse gevangenen gruwelijke foto’s te zien van levenloze mensen, sommigen verminkt voordat ze vermoord werden.

Niño en zijn mannen wonen op veilige afstand aan de rand van de gevangenis. Zijn huis schijnt van alle gemakken voorzien te zijn en wordt 24/7 bewaakt. De omzet haalt Niño niet alleen uit de huurpenningen van de cellen, maar ook uit een provisie op de verkoop van de restaurantjes en bars, de gokomzetten, zijn bank, afpersingen, drugshandel en diefstal. Volgens officials heeft 90 procent van de criminaliteit in de regio een link met de gevangenis. Het gaat zelfs zo ver dat een slachtoffer van een carjacking enkele uren nadat zijn auto gestolen is, een belletje krijgt uit Tocoron met de hoogte van het losgeld om de auto terug te krijgen. Deze mag het slachtoffer dan komen afrekenen binnen de poorten van de gevangenis, waarna hij of zij de locatie van de auto én de sleutel terug krijgt. De prijs om je gestolen auto terug te krijgen ligt, afhankelijk van hoe nieuw die is, tussen de één en zeven maandlonen.

Het is moeilijk in te schatten hoeveel het imperium van Niño Geurerro waard is. Een grove berekening leert ons dat hij met de huidige koers met de huurpenningen alleen al rond de 200 miljoen bolivar binnenhaalt, ofwel bijna 2000 reguliere maandlonen. De huurpenningen zijn nog maar een topje van de ijsberg.

De groetjes van The Warrior Child

Na wat mensen gesproken te hebben en wat rondgelopen te hebben, besluiten we dat het een mooie tijd is om te gaan. Bij het naar buiten gaan wil de majoor die onze spullen heeft afgenomen deze niet teruggeven. Een smeekbede van onze fixer helpt niet. Zelfs geld bieden, iets wat aan de orde van de dag is in Venezuela, biedt geen uitkomst.

Een gevangenis met een dierentuin, in Tocoron kan alles.

​​​​​​​Om toch te proberen onze camera’s en andere spullen terug te krijgen, proberen we buiten de poort in contact te komen met de Guardia National. Een belletje met gevangenen binnen Tocoron biedt na een paar uur uitkomst. ’s Avonds, wanneer we weer terug zijn in Maracay, komt het verlossende telefoontje: ‘Jullie spullen liggen niet meer bij de majoor maar in de gevangenis.’ De volgende morgen kunnen we het komen ophalen.

De volgende ochtend vroeg rijden we terug naar Tocoron. En zowaar, na een uur wachten komt een handlanger van Niño Guerrero de poort van de gevangenis uitgelopen met onze schoudertas. Alles zit er nog in. Wat dat ons kost? Niets, met de groetjes van The Warrior Child. ✖

 

FOTOGRAFIE JORIS VAN GENNIP EN MICHEL BALJET

Geplaatst op

In Calais is de vluchteling nooit weggeweest

Uitkijkend over het nu lege, met onkruid begroeide terrein, is het moeilijk voor te stellen dat hier iets meer dan een half jaar geleden bijna 10.000 mensen woonden. Ik ben terug gegaan naar Calais om te kijken wat er sinds de ontruiming van de Jungle, het illegale vluchtelingenkamp naast de tunnel naar Engeland, veranderd is.


Als ik op de heuvel, uitkijkend over het voormalige kamp sta, verbeeld ik me hoe het eind oktober vorig jaar was. Het kamp brandde op verschillende plekken. Donkere rookwolken vulden de lucht. Verschillende vluchtelingen pakten hun laatste bezittingen bij elkaar, terwijl de massaal aanwezige politie het terrein leeg veegde.

Terwijl de bulldozers klaar staan om hun woningen met de grond gelijk te maken, worden de 8500 vluchtelingen als een kudde dieren naar een grote kille loods gedreven die tijdelijk ingericht is als een sorteercentrum. In bussen worden ze daarna afgevoerd om geplaatst te worden in verschillende steden verspreid over Frankrijk. Hun droom ‘Engeland’ vaarwel zeggende.

Van dat kamp is vandaag -alsof het niet bestaan heeft- niets meer zichtbaar. Hoe zal het met de oud bewoners gaan? Op het antwoord hoeven we niet lang te wachten. Nog geen drie straten verder, op een open veld tussen een aantal bedrijfspanden vinden we de eerste vluchtelingen. Alsof we voedsel komen brengen, komen de eerste vluchtelingen zodra wij de auto uitstappen onze kant oplopen.

Ik ben vandaag niet alleen naar Calais gereisd. Eén van de anderen die mee is gegaan is Bob Richters. Het is zijn eerste keer in dit gebied. Hij is niet alleen meegegaan om een bestelbus vol gedoneerde goederen af te geven. Hij wil met eigen ogen zien wat er hier gebeurt.

Eerder op de dag zijn we langs een verzamelloods gereden, een paar kilometer buiten het voormalige kamp. Goedbedoelende vrijwilligers verzamelen hier gedoneerd voedsel en goederen om ze daarna onder de vluchtelingen te verspreiden. Torenhoog liggen spullen opgeslagen. Schichtig bekijken verschillende vrijwilligers onze komst; “hou het hek dicht uit veiligheidsoverwegingen. Wat doen die camera’s hier. Niet de locatie van het pand filmen, we zijn in het verleden wel eens eerder aangevallen door extreem rechts tuig”.

“Ik weet niet zo goed wat hiervan te denken”, zegt Bob me. “Ze bieden geen gereedschap, hier wordt niets mee opgelost”. Ik moet hem gelijk geven. Met alle goede bedoelingen biedt het inderdaad geen oplossing. De slechte kanten van dit soort goede doelen zag ik vorig jaar ook.
Veel vrijwilligers nemen taken op zich zonder kennis van zaken te hebben. Sommige nemen, bewust of onbewust een ongewenste machtspositie in en een dieper doel behalve pleisters plakken ontbreekt in veel gevallen. Vandaag is er weer eten, wat er morgen is zien we dan wel.


Een van de vrijwilligers geeft aan veel hinder van de politie te ondervinden. “We krijgen een uur om op een locatie eten uit te delen, daarna moeten we stoppen” De organisatie waar Bob spullen aan gedoneerd heeft maakt dagelijks voor tussen de 1200 en 1500 mensen eten.


Bob is zijn eigen kleine wereldverbeteraar. In Rotterdam helpt hij met zijn project Hotspot Hutspot op drie locaties de -in de ogen van vele mensen- kanslozen van onze samenleving. Ex-verslaafden, daklozen en een door de IS geïndoctrineerd meisje zijn onderdeel van zijn cliëntenbestand. “Mijn project ontwikkelt zich naarmate wat nodig is, ik heb nu bijvoorbeeld twee daklozen die bij mij actief zijn, zij hebben onderdak nodig, dus ben ik nu bezig met een hotspot hutspot hotel.” “Weet je Michel, ontwikkelingshulp in eigen land is wat ik doe”.

Op het veld nog geen drie straten van de voormalige ‘jungle’ is het bezaaid met mensen. Op het midden van het veld wordt iets van cricket gespeeld, naast mij stept een jongetje van een paar jaar oud langs de opgestapelde vuilnis, enkele anderen slapen. Eén van de jongens die naar ons toegelopen is, een jongen uit Eritrea, herken ik nog. Hij was één van de jongens die ik in oktober in de jungle ontmoet heb. Hij zat er toen vijf maanden, dit betekent dat hij nu een jaar in dit gebied is. Hij ziet er moe uit, zijn ogen zijn rood. In zijn gebrekkig Engels probeert hij mij wederom, net als in oktober, uit te leggen dat hij een zus in Canada heeft die alles voor hem regelen wil. “Ik hoef niet meer naar Engeland”, hij vraagt me of ik kan bemiddelen, wederom geef ik mijn nummer, een telefoontje verwacht ik niet van haar, nog steeds niet.


De vluchtelingen op dit veld geven aan in de open lucht te slapen. Enkele zeggen lastig gevallen te worden door politie, “Ze komen ’s nachts, nemen ons spullen af en spuiten pepperspray in onze ogen”. Sommigen geven aan regelmatig opgepakt te worden om een paar uur later weer vrijgelaten te worden. Op het veld zijn geen voorzieningen, ook geen water.


Vorig jaar ontmoette ik Zimako, een Nigeriaanse vluchteling die in 2011 na de verkiezingen zijn land ontvluchtte. Zijn Togolese vader die voor de vorige regering had gewerkt werd bedreigd. Via Libië en Italië kwam hij in Frankrijk terecht. In tegenstelling tot anderen hier wil Zimako niet naar Engeland. Hij wil in Calais blijven.


Zimako is dikker geworden wanneer ik hem vandaag ontmoet, hij is hier omdat hij afgesproken heeft met Bob en met Veerle. Ze hebben een wasmachine, een droger en beeldschermen voor hem meegenomen.

Tot de ontruiming had Zimako een school in het vluchtelingenkamp de jungle. Zijn -eigenhandig opgebouwde- school is samen met de rest van de jungle met de grond gelijk gemaakt. Al voor de ontruiming begon, had Zimako al een nieuw project, een wasserette voor de vluchtelingen en bewoners van Calais. Nu wil hij ook een internetcafé beginnen.


Ik weet niet wat het is maar in tegenstelling tot vorig jaar mis ik het vertrouwen bij hem als hij praat. De wasmachine, wasdroger en beeldschermen belanden in een kelder van een appartementencomplex en het verhaal dat hij voor mijn camera afdraait lijkt te gescript, inclusief zijn grapjes. Is Zimako nog de wereldverbeteraar en het sprankje hoop in de poorten van de hel waarover ik vorig jaar schreef? Lag het aan mij, ben ik door de vluchtelingenhaat in Nederland te wantrouwend geworden?

Terwijl ik op de rand van het veld sta, starend naar wat er vóór mij plaatsvindt en naar hoe mijn halve pakje shag verdeeld wordt onder een tiental vluchtelingen, komt Bob naar mij toe. “En Michel? Hoe lossen we dit op, weet jij de oplossing?” Volgens mij geef ik hem geen antwoord op die vraag. En terwijl wij voorbij -de net om de hoek geparkeerde- politiewagens rijden hoor ik Bob tegen twee van zijn jongens die mee zijn zeggen “Maatwerk, één voor één met ze in gesprek gaan en tot een oplossing komen”

Persoonlijk vind ik dat Calais een prachtig voorbeeld is van hoe wij, in Europa en ook in Nederland, met vluchtelingen omgaan. We lossen het probleem niet op, we verplaatsen het en doen of alles koek en ei is. We gaan door met het maken van dezelfde fouten als wij in het verleden gemaakt hebben. We segregeren, creëren een nieuwe klasse en laten ons afleiden door discussies of wij als mens überhaupt een verantwoordelijkheid hebben voor een ander mens. Om er over tien of twintig jaar achter te komen dat deze nieuwe Nederlanders zich gaan afzetten tegen de gevestigde orde.


En terwijl wij dat doen slapen niet alleen de duizenden vluchtelingen in Calais in de open lucht, wachtend op de dag die misschien nooit komen gaat.

Geplaatst op

Dit is waarom Wilders aangifte doet tegen Anne Fleur

18 juli 2016 plaatste Judith brockhoven op Facebook een oproep:

“Ik ben op zoek naar mensen die samen met mij stenen willen gaan gooien naar de Moskee van Beringen, minstens 500 mensen, als ‘ludieke’ reactie op het radicaal moslim geweld van de afgelopen nachten. Datum en uur worden later vastgelegd. :D”

Het bericht werd op Facebook vele malen gedeeld en ook op Twitter waren er diverse reacties, waaronder die van Nourdeen Wildeman

en  Anne Fleur

Op het eerste bericht van Anne Fleur wordt voornamelijk met verontwaardiging gereageerd, zo vraagt iemand haar of het een fake account is en een ander of het wel serieus is. Het bericht is in totaal 18x gedeeld.

Een uur later plaatst Anne Fleur nog een bericht over hetzelfde onderwerp.  In haar bericht zegt ze: ”Wie gaat er mee 500 stenen op Wilders gooien? Vind ik wel een ‘ludieke actie’.”, later is dit bericht verwijderd.  

(link naar tweet die nu verwijderd is )

Op 19 juli 2016 16:33 plaatst Anne Fleur een printscreen van de twee eerdere berichten op Twitter met de tekst “Parodie is extreem moeilijk, blijkbaar. Moslims zijn vogelvrij. Maar als je iets zegt over Wilders moet je dood.”

Maar daar stopt het nog niet. Later die avond plaatst Judith Brockhoven nog een facebook update  ‘Zo seh, vandaag mijn verlofke officieel begonnen, yeah, wanneer ga ik nu die rot moskee bestormen ??’ het bericht wordt op Facebook wederom tientallen malen gedeeld.

Anne Fleur plaatst een printscreen van het bericht op haar Twitter ‘Judith gaat nog even door met haar ‘ludieke acties’

Een dag later plaatst Anne Fleur een blog op haar website, ze geeft daarin aan “Dat deed mij besluiten om bij wijze van experiment de oproep om te draaien: wat als iemand opriep om een ‘echte Nederlander’, te gaan bekogelen? Dichter bij Nederlanderschap dan Wilders kom je niet, dus voila:

En zoals verwacht creëerde dit wél een shitload aan ophef. Experiment geslaagd dus, aangezien mijn hypothese is bevestigd.”

In de blog geeft ze aan verschillende bedreigingen te hebben gehad n.a.v. de tweet.

Tot een paar reacties op haar blog na blijft het (relatief) stil, tot op 18 maart de website ‘liefde voor Holland’ een post wijdt aan Anne Fleur.

In het artikel met de titel ‘Groenlinks activiste was voorzitter stembureau, roept op tot stenigen Wilders. PVV-stemmen verdwenen?’ laten ze tweets van vorig jaar zien zonder melding te maken van de andere tweets van Anne Fleur. Ook maken ze geen melding van het Facebook bericht van Judith Brockhoven waarop Anne Fleur reageert. De post van ‘Liefde voor Holland’ maakt ook geen melding dat Anne Fleur uiteindelijk nooit voorzitter van een stembureau is geworden. ‘gezien haar politieke achtergrond heeft de gemeente besloten dit niet toe te staan.’ (Update: Anne Fleur geeft aan tegenover het IJmuider Courant twee weken voor de verkiezingen zelf gezegd te hebben geen voorzitter te kunnen zijn “bleek dat ik het niet zou redden”)

Geert Wilders deelde het bericht van ‘liefde van Holland’.

Naar aanleiding van bedreigingen heeft Anne Fleur besloten onder te duiken.

Judith Brockhoven en Anne Fleur waren onbereikbaar voor commentaar.

Meer informatie: