Geplaatst op

Een gewone dag in een failliet Venezuela

Onze fixer Cheo rent heen en weer naar de poort van de gevangenis terwijl Joris en ik even verderop in de straat in spanning op de motorkap van onze auto zitten te wachten. In de straat buiten de gevangenis ontstaat een dagelijkse markt, het is een komen en gaan van bezoekers en verkopers aan de poort van de meest beruchte gevangenis van Venezuela.

Gisteren, toen we de gevangenis bezochten, ging niet alles zoals gepland. Het was niet de eerste keer dat we de Tocoron gevangenis bezochten. Terwijl we ervan overtuigd waren dat iedereen goed was omgekocht voordat we de gevangenis binnengingen, werd al onze uitrusting in beslag genomen door de nationale bewakers die de buitenkant van de gevangenis bewaken. Toen we de gevangenis verlieten, kregen we onze uitrusting niet terug. Later die avond, na enkele gesprekken tussen onze fixer en een aantal gevangenen, werd ons verteld dat de baas van de gevangenen onze spullen had meegenomen van de Guardia National en dat we ze bij de poort van de gevangenis terug konden krijgen.

Tocoron, een gevangenis voor 750 gevangenen werd gebouwd in 1982. Tegenwoordig zitten er 7500 gevangenen. Bewakers en overheidspersoneel zijn niet welkom in deze door gevangenen gerunde gevangenis. De baas van dit alles is gevangene Hector Guerrero Flores alias Niño Guerrero (Het Krijgerskind). De meedogenloze leider heeft twee gezichten. Terwijl hij zijn gevangenis en zijn crimineel imperium met ijzeren vuist runt, staat hij verder bekend als weldoener. Hij haalt gezinnen uit de armoede en geeft rolstoelen en medicijnen aan hen die het nodig hebben. Niño Guerrero runt niet alleen de gevangenis van Tocoron, ook zijn voormalige woonwijk met 28.000 inwoners is volledig onder controle van Niño en zijn mannen. Vele anderen vertellen ons dat zijn macht zelfs veel verder gaat in Venezuela.

De laatste jaren heeft Niño zijn gevangenis omgebouwd tot een kleine stad waar niets ontbreekt. Toen we door de gevangenis liepen zagen we een zwembad, een dierentuin en een disco. In de hoofdstraat zijn restaurants, winkels en voorzieningen zoals een bank, een televisieaanbieder en gokhuizen. Niño en zijn gewapende vrienden rijden ongestoord op motoren rond door de overvolle gevangenis.

Na anderhalf uur wachten voor de gevangenis is er redding. Een van de handlangers van Niño loopt de voorpoort van de gevangenis uit met onze schoudertas. Als we die openen, zien we dat al onze uitrusting er nog in zit en vragen ons af hoeveel dit grapje ons heeft gekost? Niets, met de groeten van Niño .

Opgelucht vervolgen we onze weg naar de hoofdstad van Venezuela, Caracas . Daar is vandaag een massademonstratie gepland. Al jaren heerst er onrust in het corrupte en door een economische crisis geteisterde land. Bij eerdere demonstraties die we de afgelopen weken bezochten, waren er botsingen tussen demonstranten en autoriteiten. Tot nu toe zijn er 43 demonstranten gedood bij deze gevechten.

Toen we in Caracas aankwamen, verruilden we onze auto voor motoren. Vanwege de protesten was er bijna geen andere manier om door de dichtgeslibde straten van de hoofdstad te komen. Eenmaal aangekomen bij een van de snelwegen die als route dienen voor de demonstratie van vandaag, zien we dat de eerste demonstranten zich al voorbereiden op wat komen gaat. Boomstammen worden over de weg gesleept, hekken en alles wat ze kunnen vinden worden gebruikt voor de eerste barricades. In de verte zien we de eerste rookwolken van traangas onze kant op komen. In de uren daarna barst er een strijd los tussen de autoriteiten en de demonstranten en worden de demonstranten geleidelijk aan gedwongen naar het centrum van de stad te trekken.

Terwijl er geen geld is om voedsel in te voeren in Venezuela, is er geen tekort aan traangasbussen, die soms met tientallen tegelijk op de demonstranten worden geschoten. Als de avond begint te vallen, wordt de stemming grimmiger. Terwijl Joris en ik ons naar onze auto begeven, zijn we getuige van de eerste autobranden, winkels en kantoren worden geplunderd. Terwijl de demonstranten hun strijd voortzetten, wordt op sociale media een nieuwe demonstratie aangekondigd voor de volgende dag. Joris en ik gaan verder richting onze volgende stop, de stad Maracay.

Axel (23) houdt een koelkast open om de inhoud te laten zien. Hij woont met zijn broer Billy (27) en moeder Glenda (55) en vader Rosvelt (60) in een middenklassewijk van Maracay. Aan de keukentafel vertelt het gezin over de gevolgen van de crisis.

Glenda werkte twintig jaar als bio-analiste in het ziekenhuis. Sinds gisteren is haar minimumloon meer dan verdubbeld tot 105.000 bolivares. Dat is gelijk aan 18 dollar. Tot gisteren verdiende ze met haar fulltime baan nog geen 9 dollar per maand. De vader van de familie is zijn hele leven koopman geweest, een baan die vandaag, met de volledige ineenstorting van de import, bijna onmogelijk is: “Tegenwoordig is de enige koopman in het land de regering, maar ik handel in kleding. Er is nu geen handel voor mij.”

Het gezin woont al 22 jaar samen in een veilige middenklasse buurt in Maracay. De vader legt ons uit dat de buurt de laatste jaren is veranderd. “Vroeger woonden hier mensen met geld. Toen de crisis erger werd zijn veel van onze buren vertrokken. De regering onteigende veel van de huizen in deze buurt en gaf ze aan “overheidsgerelateerde mensen”, mensen met bijna geen inkomen, soms geen werk, geen opleiding. Ze onderhouden hun spullen niet, geven niet om de buurt en hebben geen respect.” “Vroeger konden we met onze vrienden en familie praten over de politiek in Venezuela, dat onderwerp ligt nu te gevoelig.”

“We hebben geen geld meer voor de auto of het huis. Al het geld dat we hebben, geven we uit aan eten en medicijnen, het is te duur.” Uit zijn kast haalt Rosvelt een strip medicijnen. “Neem dit bijvoorbeeld. Deze strip met 14 pillen, genoeg voor een week, kost in Venezuela 25.000 bolivares.” In zijn andere hand heeft hij een doosje. “Dit doosje, met 300 van dezelfde pillen.., en genoeg voor vijf maanden, kost me 55.000 bolivar in Colombia.”

“Ik lijd dagelijks als ik in het ziekenhuis werk. Het is verschrikkelijk om mensen niet de hulp te kunnen geven die ze nodig hebben vanwege de tekorten aan medicijnen en medische apparatuur. De regering kijkt toe maar doet niets om de situatie te veranderen,” vervolgt een emotionele Glenda. “Elke dag sterven er mensen onnodig, blijven er mensen onnodig ziek. De overheid maakt zich meer zorgen om hun imago. Alle ziekenhuismedewerkers zijn verplicht deel te nemen aan pro-regeringsdemonstraties en de regering geeft veel geld uit aan propagandamateriaal.

“Door een tekort aan voedsel en de stijgende inflatie zijn mensen gedwongen om elke dag weer uren in de rij voor de supermarkt te staan in de hoop dat ze basisproducten als brood, rijst en melk kunnen krijgen. De voedselprijzen stijgen dagelijks en voor een eenvoudige lunch aan de kant van de weg betaal je al gauw 7000 bolivares. Met wat geluk vind je een pak pasta voor 4500 bolivares, wat meer is dan een dagloon.

Vóór de loonsverhoging van 60% van gisteren, verdiende Glenda, de enige kostwinner van het huis, 48.000 bolivar per maand. Hoe kun je daarmee leven? “Beetje bij beetje gaat elk geld dat binnenkomt naar voedsel of medicijnen.” Helpt de loonsverhoging van gisteren het gezin? “Nee, in feite maakt het de situatie nog moeilijker. Elke keer als de lonen omhoog gaan, gaan de prijzen twee keer zo hard omhoog”, antwoordt Rosvelt.

“Bijna alle docenten hebben mijn universiteit verlaten, ik denk dat 80% weg is”, vertelt Axel. “De oudste studenten hebben het op zich genomen en geven nu les.” Axel maakt zich zorgen. “Je kunt wel studeren, maar voor wie ga ik in Venezuela werken? Er is niemand om me een baan te geven. Als je realistisch bent, dan moet ik zeggen dat het onrealistisch is om te denken dat een studie hier in Venezuela iets waard is.”

“Veel jonge Venezolanen hebben het land verlaten. “Mijn familie heeft me ook aangeboden om Venezuela te verlaten, maar ik wilde mijn studie afmaken, ik wil mezelf graag professional noemen. Maar ik heb ook ambities. Mijn droom zou zijn om naar Canada te verhuizen, maar dat is niet realistisch, ik zou op dit moment overal heen gaan waar het mogelijk is”.

“Ja, door Venezuela te verlaten komt het land zonder professionals te zitten, maar we moeten aan onszelf denken, aan ons gezin. De regering geeft ons geen andere keuze dan te vertrekken. Persoonlijk protesteer ik niet, er zijn al verschillende studenten omgekomen bij demonstraties en de dood behoort niet tot mijn toekomstplannen.”

Later op de avond, onder het genot van een biertje van de kosten van bijna een dagloon, praten Joris en ik over de dag. Het blijft onbegrijpelijk wat er gebeurd is met een van de meest olierijke landen ter wereld. We vragen ons af wat morgen zal brengen, want elke dag in Venezuela lijkt te bestaan uit ondenkbare en onvoorspelbare ontwikkelingen.

[Dit artikel werd eerder gepubliceerd op VICE.com onder de titel: Así se ve la Venezuela que no aguanta más la crisis]

Door: Michel Baljet Foto’s: Joris van Gennip

Geplaatst op

Nieuwe Revu | De wereld van Niño Guerrero

Terwijl Venezuela op z’n gat ligt, gaat in de gevangenis het leven gewoon door. Journalist Michel Baljet en fotograaf Joris van Gennip worden bij de ingang opgewacht door twee bewapende gevangenen, bedoeld om bewakers buiten te houden. Welkom in Tocoron, een van de beruchtste gevangenissen van Venezuela.

Naast me loopt een jonge soldaat met een te grote mitrailleur om zijn schouder. Joris, de fotograaf die met mij naar Venezuela mee is gereisd, loopt rechts achter me, onze fixer links. We zijn al een paar honderd meter aan het lopen over een onverhard zandweggetje, dat voor ons gevoel nergens heen leidt, wanneer ik Joris wederom vraag extra waakzaam te zijn. Vanaf de andere kant komt een motor aangereden met nog twee soldaten.

Verboden gebied

Ruim een uur eerder zijn Joris en ik aangekomen bij Tocoron, om een verslag te maken over het leven in een van de meest beruchte gevangenissen van Venezuela. Wat een routineklus moest zijn, loopt niet zoals gepland. Terwijl we dachten alle militairen die de buitenpoort van de gevangenis bewaken omgekocht te hebben, zijn onze spullen – wat camera’s en andere apparatuur – alsnog afgenomen door een majoor. Na onderling overleg stuurde hij ons met de jonge soldaat het verlaten weggetje dat langs de gevangenis liep op.

De motor met de twee soldaten komt tot stilstand en de soldaat die ons begeleidt, praat met zijn collega’s. Na een paar schichtige blikken onze kant op wordt besloten dat we om moeten keren, om terug te lopen naar de poort van de gevangenis. Nooit zal duidelijk worden waarom we überhaupt deze kant op waren gestuurd.

Daarna ging het snel. Bij de poort kregen we onze spullen niet terug, maar mochten wel doorlopen. In mijn broekzak zat nog een telefoon die we konden gebruiken om foto’s te maken. We besloten toch zonder apparatuur naar binnen te gaan. Bij het binnenlopen van de gevangenis haalden we opgelucht adem, beiden met het gevoel dat dit weleens heel anders had kunnen aflopen. Vanaf hier komen we geen bewakers meer tegen, geen militairen en geen overheidsmedewerkers. Sterker nog: vanaf hier is het verboden gebied voor hen.

We lopen de wereld van Niño Guerrero binnen, een gevangene die deze gevangenis samen met zijn handlangers al jarenlang runt. De autoriteiten hebben jaren geleden de controle van de gevangenis al opgegeven en richten zich nu alleen nog op bewaking van de omheining van de gevangenis. In 2012 is Guerrero met een aantal handlangers ontsnapt, een jaar later was hij weer terug en sindsdien heeft hij geen dag stilgezeten om zijn imperium verder uit te bouwen. Héctor Guerrero Flores, aka Niño Guerrero (The Warrior Child), is een meedogenloze leider met twee gezichten. Waar hij enerzijds met een ijzersterke vuist de gevangenis en zijn criminele imperium draaiende houdt, staat hij anderzijds bekend als weldoener. Als een hedendaagse Robin Hood haalt hij families uit de armoede en deelt hij rolstoelen en medicijnen uit aan zij die het nodig hebben. The Warrior Child runt niet alleen de Tocoron-gevangenis; ook zijn voormalige wijk met 28.000 inwoners staat volledig onder het gezag van hem en zijn mannen. Als we onze fixer moeten geloven, gaat zijn macht veel verder.

Machtsgreep

Tocoron, gebouwd in 1982 voor 750 gevangen, huisvest er vandaag de dag ruim 7500. Al jaren heeft de overheid hier niets meer te zeggen. Sterker nog: bij de ingang die leidt naar het centrum van de inrichting staan twee bewapende gevangenen om bewakers buiten te houden. 3 jaar terug was deze beveiliging nog extremer, toen stonden er nog gevangen met mitrailleurs en kon je op iedere hoek van de straat een bewapende gevangene vinden. Onlangs heeft Niño besloten deze wapens op bezoekdagen te vervangen door messen. ‘Voor de beeldvorming,’ zo leer ik later.

De meeste van de kogelgaten zijn van een conflict dat een paar jaar geleden plaatsvond. In een vuurgevecht dat uren duurde, won Niño zijn macht terug

Het is niet de eerste keer dat Joris en ik hier zijn. Vorige week waren we er ook. Beiden gefascineerd door de ontwikkelingen binnen deze gevangenis, besloten we vandaag terug te gaan. De eerste keer dat ik in deze wonderlijke wereld kwam, was in 2014. Ik heb me er zelfs een paar dagen vrijwillig laten opsluiten om te begrijpen wat hier gaande is.

Als je door de poort van de gevangenis loopt, kom je op een hoofdweg die naar het centrum van de gevangenis loopt. Links ervan staan de twee panden die ooit de oorspronkelijke gevangenis vormden. Gevangenen zijn bezig met restauratiewerkzaamheden aan de flat, ze zijn ongeveer halverwege. Onder de nieuw aangebrachte buitenlaag zijn de kogelgaten nog goed zichtbaar. De meeste van deze kogelgaten zijn van een conflict dat een paar jaar geleden plaatsvond. Een gevangene was van mening dat niet één persoon de baas hoefde te zijn binnen de muren van Tocoron. Niño was het daar niet mee eens. In een vuurgevecht dat uren duurde, won Niño zijn macht terug. Tientallen mensen overleefden de machtsgreep niet. Het officiële dodental staat op zestien. Filmpjes gemaakt door gevangenen laten ons echter een veel hoger aantal doden zien.

Onderdanen

Direct na de ingang vinden we aan de hoofdstraat een plein met een basketbalveld. Een podium staat klaar en de boxen voor een optreden later op de dag worden klaargezet. Naast het pleintje ligt het net gerenoveerde zwembad met een speeltuintje voor de jongste bezoekers.

Als we even doorlopen op de hoofdstraat komen we in het centrum van de gevangenis. Waar er in Venezuela op dit moment een grote voedselcrisis is, lijkt deze hier niet te bestaan. Verschillende winkeltjes en restaurants bieden allerlei eten en benodigdheden aan. Hier hoeven de klanten, in tegenstelling tot de buitenwereld, niet eerst uren in de rij te staan voordat ze een aankoop kunnen doen.

Ook een zwembad ontbreekt niet in de Tocorongevangenis, waar het in economisch opzicht beter gaat dan buiten de poorten.

Terwijl de ontwikkelingen in Venezuela de afgelopen jaren door een tekort aan bouwmaterialen tot stilstand zijn gekomen, zijn de ontwikkelingen in Tocoron in sneltreinvaart doorgegaan. Zo zijn verschillende gebouwen die bij mijn bezoek 3 jaar geleden nog van triplex waren, nu van beton.

De kleine, autonome stad biedt tal van voorzieningen voor wie dat betalen kan. Zo kun je voor 100.000 bolivar per week (een maandloon) een televisieaansluiting krijgen. Bewoners van Tocoron betalen een toelage om in de gevangenis te mogen verblijven; kun je dat niet betalen, dan word je een onderdaan, herkenbaar aan een stropdas. Je moet dan werken voor Niño om je plek binnen de gevangenis te betalen. De onderdanen mogen alleen met toestemming rondlopen en verblijven in een afgesloten deel van de gevangenis. Onderdanen helpen bezoekers met het tillen van bagage, doen onderhoudswerkzaamheden en slepen grote emmers met water door de gevangenis. Dagelijks krijgen ze een door de overheid betaalde maaltijd. We zien ’s middags een lange rij magere mannen wachten wanneer het eten uit grote potten wordt uitgedeeld.

Banco de Tokio

Tocoron is opgebouwd in sectoren. Hoe dichter je bij het centrum zit, des te beter de voorzieningen. Zo heb je hutten met of zonder airco, en met of zonder tv. Als je het heel goed doet, kun je een winkeltje hebben aan de hoofdstraat, met een aangrenzende slaapkamer.

Er is een bank: de Banco de Tokio. Gevangenen die geld willen overmaken, kunnen dat laten doen naar een van de vele rekeningen van Niño’s handlangers. Na aftrek van 10 procent commissie kun je jouw geld ophalen. Geld lenen kan ook, tegen rentes tussen de 10 en 20 procent. Maar o wee als je te laat terugbetaalt.

Joris en ik hadden besloten dat het niet slim was met grote stapels geld de gevangenis binnen te lopen. Door de gigantische inflatie in Venezuela is 100 dollar vandaag de dag 430.000 bolivar waard (nu zelfs 600.000). Sinds kort zijn er nieuwe bankbiljetten tot en met een waarde van 20.000 bolivar, deze zijn echter nergens te krijgen. Het grootste biljet dat verkrijgbaar is, heeft een waarde van 100 bolivar. In plaats van ruim 4000 biljetten in een rugzak te stoppen, besloten we dollars mee te nemen. Zoals ons al verteld was, hadden we die in een mum van tijd tegen een goede koers omgewisseld binnen de muren van Tocoron.

Samen met onze fixers doen we een rondje door de gevangenis. Een van de fixers heeft hier vastgezeten en kent veel mensen binnen de muren. Met elke bocht die we maken, zie ik de verbazing van fotograaf Joris toenemen. Naast het zwembad, de speeltoestellen en de winkelstraat heeft Tocoron tal van andere voorzieningen. Zo zijn er barretjes en heeft Tocoron de bekendste disco van de regio: Disco Tokio. Beroemde artiesten uit binnen- en buitenland treden er op, en er is zelfs zendtijd ingekocht op de radio om een volgend feest aan te kondigen. Op dit moment wordt de disco gerenoveerd, naar wat ik begrijp wordt de net nieuwe marmeren vloer vervangen door een verlichte vloer.

Corrupte wapendeal

Even verder lopen we de dierentuin binnen. Terwijl de bewoners van de dierentuin van hoofdstad Caracas verhongeren, zien we hier het tegenovergestelde. Een ruim assortiment aan dieren, waaronder flamingo’s, apen en een panter leven in een goed onderhouden gebied aan de noordkant van de gevangenis. Voedsel is er in overvloed, dag en nacht houden gevangenen zich bezig met de verzorging van de dieren. In de dierentuin is een nieuwe arena gebouwd voor hanengevechten, en verderop staat een stal met wedstrijdpaarden.

In Tocoron breken ook geregeld hanengevechten uit.

Via de varkensstallen lopen we langs het honkbalveld naar een van de wijken van de gevangenis. Het is een komen en gaan van motoren, een vervoersmiddel dat alleen voor de handlangers van Niño Guerrero beschikbaar is. Kleine huisjes van triplex vormen hier een soort sloppenwijk. Dit is nog steeds het betere gedeelte van de gevangenis. Als we een van de huisjes binnengaan, komen we in een kleine ruimte met een tweepersoonsbed. Witte A4’tjes vormen het behang, het dak is netjes afgesloten met een systeemplafond. Het is koel, de airco staat aan, op televisie is een muziekprogramma te zien.

Met de ­aanwezige wapens en granaten kunnen Niño en zijn crew een kleine oorlog ­winnen

Terug in het centrum praten Joris en ik, onder het genot van een biertje, over wat we gezien hebben. ‘Ik voel me eigenlijk veiliger binnen de muren van de gevangenis dan erbuiten,’ zegt Joris. Het lijkt er zo in eerste aanblik inderdaad op dat de gigantische crisis die Venezuela op dit moment teistert, aan Tocoron voorbijgaat. De ontwikkelingen gaan in rap tempo door. Eten is er volop en alles functioneert. Je zou bijna vergeten dat je niet in een resort bent, maar in een van de beruchtste gevangenissen van het land. Jaarlijks vinden honderden mensen er de dood. Sterker nog: een dag na ons bezoek worden er drie lichamen bij de poort van de gevangenis gevonden. En een week later weer één.

Imperium

Om de orde te bewaken zijn de handlangers van Niño Guerrero bewapend met moderne, soms automatische wapens. Bij een corrupte wapendeal met de overheid in 2014 zijn er ruim 1400 wapens ingeleverd. Daarvoor zijn via de achterdeur minimaal evenveel modernere teruggekomen. Met de aanwezige wapens en granaten kunnen Niño en zijn crew een kleine oorlog winnen. Daarnaast heeft Niño een rechtbank in zijn gevangenis, waarvan hij de rechter is. Terwijl Venezuela de doodstraf niet kent, is dat in de rechtbank van The Warrior Child, wel anders. We krijgen van diverse gevangenen gruwelijke foto’s te zien van levenloze mensen, sommigen verminkt voordat ze vermoord werden.

Niño en zijn mannen wonen op veilige afstand aan de rand van de gevangenis. Zijn huis schijnt van alle gemakken voorzien te zijn en wordt 24/7 bewaakt. De omzet haalt Niño niet alleen uit de huurpenningen van de cellen, maar ook uit een provisie op de verkoop van de restaurantjes en bars, de gokomzetten, zijn bank, afpersingen, drugshandel en diefstal. Volgens officials heeft 90 procent van de criminaliteit in de regio een link met de gevangenis. Het gaat zelfs zo ver dat een slachtoffer van een carjacking enkele uren nadat zijn auto gestolen is, een belletje krijgt uit Tocoron met de hoogte van het losgeld om de auto terug te krijgen. Deze mag het slachtoffer dan komen afrekenen binnen de poorten van de gevangenis, waarna hij of zij de locatie van de auto én de sleutel terug krijgt. De prijs om je gestolen auto terug te krijgen ligt, afhankelijk van hoe nieuw die is, tussen de één en zeven maandlonen.

Het is moeilijk in te schatten hoeveel het imperium van Niño Geurerro waard is. Een grove berekening leert ons dat hij met de huidige koers met de huurpenningen alleen al rond de 200 miljoen bolivar binnenhaalt, ofwel bijna 2000 reguliere maandlonen. De huurpenningen zijn nog maar een topje van de ijsberg.

De groetjes van The Warrior Child

Na wat mensen gesproken te hebben en wat rondgelopen te hebben, besluiten we dat het een mooie tijd is om te gaan. Bij het naar buiten gaan wil de majoor die onze spullen heeft afgenomen deze niet teruggeven. Een smeekbede van onze fixer helpt niet. Zelfs geld bieden, iets wat aan de orde van de dag is in Venezuela, biedt geen uitkomst.

Een gevangenis met een dierentuin, in Tocoron kan alles.

​​​​​​​Om toch te proberen onze camera’s en andere spullen terug te krijgen, proberen we buiten de poort in contact te komen met de Guardia National. Een belletje met gevangenen binnen Tocoron biedt na een paar uur uitkomst. ’s Avonds, wanneer we weer terug zijn in Maracay, komt het verlossende telefoontje: ‘Jullie spullen liggen niet meer bij de majoor maar in de gevangenis.’ De volgende morgen kunnen we het komen ophalen.

De volgende ochtend vroeg rijden we terug naar Tocoron. En zowaar, na een uur wachten komt een handlanger van Niño Guerrero de poort van de gevangenis uitgelopen met onze schoudertas. Alles zit er nog in. Wat dat ons kost? Niets, met de groetjes van The Warrior Child. ✖

 

FOTOGRAFIE JORIS VAN GENNIP EN MICHEL BALJET