Geplaatst op Geef een reactie

Een sprankje hoop binnen de poorten van de hel

Hoe een jongen van 27 hoop weet te brengen op een plek waar mensen hun toekomstdromen verliezen.

Het heeft geregend net voordat ik met een delegatie van mensen het terrein van ‘de Jungle’ op loop. Het illegale tentenkamp bij de poorten van Calais staat op het punt van ontruiming. Tijdens een bezoek aan het kamp op 24 september riep de Franse president Hollande op tot volledige ontmanteling. Bijna 10.000 bewoners zullen volgens de president herverdeeld worden over 164 opvanglocaties verspreid door Frankrijk. De ontruiming, die gepland is twee dagen na ons bezoek, is op het laatste moment voor minimaal een week verzet. De onzekerheid bij de bewoners van ‘de Jungle’ blijft.

Zimako Jones

Als ogen konden spreken, dan spreken de donkere ogen van Zimako Jones over een bewogen en zwaar leven. De 27-jarige Nigeriaanse vluchteling zit sinds ruim een jaar in het illegale vluchtelingenkamp ‘de Jungle’ in Calais. In tegenstelling tot het merendeel van de tijdelijke bewoners zit hij daar niet om zijn weg naar Engeland te vinden, Zimako wil in Frankrijk blijven.

Hij vluchtte samen met zijn ouders na de presidentsverkiezingen van 2011 uit Nigeria. Zijn Togoleese vader die voor de vorige regering werkte, werd bedreigd. Na drie maanden in Libië doorgebracht te hebben, heeft Zimako 2 jaar in Italië gewoond. Daarna reisde hij door naar Frankrijk. Na omzwervingen kwam hij uiteindelijk in april 2015 terecht in ‘de Jungle’ in Calais. De naam staat hem niet aan, hij spreekt liever over het Forum van Calais.

Dieren horen thuis in ‘de Jungle’, mensen niet

Ik reis vandaag mee met een delegatie vanuit Nederland, met onder andere Johan van het Hout, provinciebestuurder en lid van de Raad van Europa, het Europese orgaan dat mensenrechten en vluchtelingen als kerntaken heeft en de baas is van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Daarnaast reizen er vertegenwoordigers van de NGO Portagora en Vluchtelingenwerk Nederland mee. Zimako is vandaag onze contactpersoon in ‘de Jungle’.

‘De Jungle’ ligt er altijd al treurig bij , maar vandaag is dat helemaal erg. De regenbuien van de ochtend hebben de zandwegen veranderd in modderpaden, en de plastic zeilen die als luifel dienen van triplex ‘woningen’ hangen er half aan elkaar geknoopt bij.  Het is zaterdag en in ‘de Jungle’ krioelt het van de vrijwilligers, voornamelijk Engelsen. In de afgelopen jaren heeft ‘de Jungle’ zich meer en meer ontwikkeld tot een op zichzelf staande wijk, met alle voorzieningen van dien. Wel ééntje die je in de buitenwijk van een grote stad in een onderontwikkeld land kan vinden en die wij zouden labelen als sloppenwijk. Zimako lijkt dit anders te zien en ik merk steeds meer dat deze rasechte optimist naar de positieve dingen blijft kijken.

Dat respect komt niet voor niets

Zimako is gerespecteerd binnen ‘de Jungle’ en niet alleen door de Nigerianen. Hij wordt veel aangesproken door iedereen en altijd op een positieve manier. Hij staat niet stil en hij is altijd bezig. Dat respect komt niet voor niets, dat heeft hij verdiend in de relatief korte tijd dat hij hier zit. En niet alleen het respect, ook het vertrouwen van veel van de tijdelijke inwoners van ‘de Jungle’.

Toen Zimako begin 2015 uit een ander kamp verdreven werd door de overheid en in ‘de Jungle’ terecht kwam, besloot hij al snel dat er iets moest veranderen, ‘We kunnen niet op de overheid wachten, hier moeten we het zelf doen’, zegt hij in een interview met de BBC. Zimako die naar eigen zeggen thuis nooit een hamer in handen heeft gehad, besloot eigenhandig een school te bouwen. ‘Ik heb hier geleerd wat voor krachtige dingen je hiermee kan doen’, doelend op de hamer. ‘Mensen spreken hier veel verschillende talen, Frans kan een taal worden om samen te kunnen communiceren, een taal voor broederschap, daarom bouwde ik de school’.

Vertrouwen

Van april tot en met juli 2015 bouwde Zimako de school met materialen die hij links en rechts op het terrein kon vinden. Dit ging niet helemaal zonder slag of stoot. Zo ontstond er halverwege de bouw een groot gevecht tussen de Afghaanse en de Sudanese bewoners van het kamp. Tijdens deze gevechten roofden zij een groot deel van zijn bouwmateriaal om mee te vechten. Maar hij gaf de moed niet op en bouwde stug verder toen de rust in het kamp even was weergekeerd. In de maanden die volgden kreeg hij steeds meer hulp . Drie maanden na de start van de bouw kwamen in juli 2015 driehonderd mensen bijeen voor de officiële opening van zijn school.

‘Iedereen in het kamp vertrouwt me, ik heb het vertrouwen van de overheid niet nodig’, stelt Zimako in een BBC interview,  maar toch krijgt hij het vertrouwen van de overheid. Zo is hij in gesprek geweest met de Minister van Onderwijs en zijn de docenten op de school erkend door het Ministerie van Onderwijs. De school van Zimako is ook meer dan een taalinstituut. Dagelijks krijgen daar, met behulp van vrijwilligers, tussen de 20 en 50 volwassen en kinderen verschillende lessen. De school dient ook als verbinding met andere organisaties en zelfs met de overheid.

Zo hebben alle Islamitische verenigingen in het kamp, de katholieken, NGO’s en zelfs de politie een soort van convenant ondertekend die de school als een openbare plaats erkent. Tijdens de ontruiming van een deel van ‘de Jungle’ eerder dit jaar, is de school dan ook gespaard gebleven, deze staat nu bijna een kilometer verwijderd van waar de rest van ‘de Jungle’ doorgaat. ‘Als de overheid mij geheel zou vertrouwen en mij geld geeft, dan verander ik de hele jungle in 3 maanden’.

De anarchie

Helaas is de verbroedering die je in en rondom de school ziet, ver te zoeken in de rest van ‘de Jungle’. Onderlinge ruzies en confrontaties met de politie bepalen de orde van de dag. Traangas van de politie en steekpartijen zijn normale kost geworden. Veel van de mensen in ‘de Jungle’ zijn hier al maanden, soms jaren en dagelijks arriveren er meer mensen dan dat er vertrekken. Ruim 1000 kinderen leven in het kamp, naar schatting 800 kinderen zijn alleen en hebben geen toezicht.

Kinderen worden veelal aan hun lot overgelaten en links en rechts komen de verschrikkelijkste verhalen binnen. Kinderen die verkracht worden of zelfs vermist raken, kinderen die in de handen vallen van mensensmokkelaars of één van de drugsringen binnen het kamp. Marc Dullaert, voormalig kinderombudsman van Nederland die onlangs op bezoek was in het kamp, sprak in een uitzending van Kruispunt zijn zorgen uit. ‘Het zijn de poorten van de hel, een paar uur reizen van Nederland. Dit moeten we niet willen, dit moet worden opgelost voor die kinderen, dat is stap één, punt’.

Een school alleen is niet genoeg

Niet alleen de school houdt Zimako bezig. Zo heeft hij afgelopen jaar ook gevochten voor betere voorzieningen in het kamp en niet zonder succes. In samenwerking met een advocaat kreeg hij betere faciliteiten voor elkaar. Met name elektra en water.

Ook staat het volgende project alweer in de kinderschoenen, een wasserette. Zimako gelooft niet dat wanneer het kamp één dezer dagen ontruimd gaat worden, alle vluchtelingen ook daadwerkelijk verdwijnen. ‘Op dit moment zijn er geen voorzieningen voor mensen op het kamp om hun kleren te wassen. Als mensen straks verspreid door de omgeving op straat leven zal dit niet anders zijn’. Het begin van zijn wasserette is er al. Vlakbij het kamp heeft Zimako een ruimte weten te huren met behulp van giften uit Nederland. Van daaruit wil hij in de toekomst een wasdienst aanbieden aan de vluchtelingen in de regio.

London… Calling

Als we aan het einde van de middag met een groepje aan de rand van het kamp staan, zien we op nog geen 20 meter afstand van de politie tientallen mensen in kleine groepjes door een opening van een heg aan de overkant van de straat rennen. Alweer op weg om een ingang te vinden naar de met hekken omheinde snelwegen. In de hoop vandaag het geluk te hebben om een illegale lift te vinden richting hun droomland, Engeland.

Ook voor de mensen die niet naar Engeland willen is ‘de Jungle’ voor nu één van de weinige plekken die ze thuis kunnen noemen. De aanvraag voor asiel is in Frankrijk een traag proces en het kan maanden, zo niet langer, op zich laten wachten. Als wij wegrijden van het kamp valt de avond in. Later zal ik via Twitter vernemen dat er na ons vertrek opnieuw een urenlang durende vechtpartij is geweest tussen de politie en vluchtelingen. Voor nu kunnen de ruim 10.000 vluchtelingen in ‘de Jungle’ blijven, maar de onzekerheid over de aankomende ontruiming blijft.

Geplaatst op

Op bezoek in een vluchtelingenopvang waar geen mens wil blijven

Ik weet nog niet goed wat ik aan zal treffen als ik ’s morgens vroeg, voorbij de overvolle vuilcontainers, op het centrale plein van het vluchtelingenkamp stap. Ik volg vandaag de Nederlandse Fotograaf Niels Wenstedt, die hier is om een fotoreportage voor Hollandse Hoogte te maken. Samen met een contactpersoon van het Rode Kruis zijn we net door de licht bewaakte hoofdingang gekomen. Op weg naar een inleidend gesprek met de waarnemend manager van de opvang, Ognyan.

Het vluchtelingenkamp dat we vandaag bezoeken is één van de drie vluchtelingenkampen rondom Sofia, de hoofdstad van Bulgarije. Het drie verdiepingen tellende pand is aan de buitenkant matig onderhouden, de hekken die een omheining creëren voor een vervallen speelplaats, worden gebruikt als wasrek en afval ligt over het hele terrein. Vanaf de eerste stap op het terrein voel je de gespannen sfeer die er hangt. Waar ik eerst dacht dat deze een vijandige was, leer ik later dat dit wanhoop is.

De stank van ontlasting

Ognyan, de plaatsvervangend manager van Voenna Rampa, kijkt nors als wij zijn kantoor betreden. Als een overspannen gevangenisdirecteur bespreekt hij zijn frustratie over onze komst, met onze tolk. Wat hem exact dwars zit zal ik nooit weten, maar na het ontvangen van wat feiten en regels van het kamp, kan onze rondgang beginnen. Als een waakhond gaat Ognyan met ons mee.

De staat van het pand, waar 800 vluchtelingen verblijven, is slecht. Kapotte plafondplaten, kapotgeslagen muren en een constante stank van afval en ontlasting vullen de gangen van het complex. In de eerste momenten van ons verblijf zijn het voornamelijk wantrouwende ogen die onze rondgang door het gebouw volgen, pas later op dag verandert het wantrouwen in wanhoop en word ik bedolven onder de helse verhalen van vluchten, gruwelijkheden en onzekerheid.

Dit gesprek heeft consequenties

Als ik Sirwan op straat tegen zou zijn gekomen, had ik waarschijnlijk oogcontact gemeden en was ik met een boogje om hem heen gelopen. De gespierde Irakees die illegaal in het vluchtelingenkamp verblijft, kijkt mij doordringend aan als ik zijn kamertje, dat hij met 3 anderen moet delen, binnenloop. Op een éénpitter achter me wordt primitief gekookt en de gang voor zijn kamertje stroomt al gauw vol met kinderen en hun ouders, die door beginnen te krijgen dat er ineens vreemden in het huis zijn.

Sirwan is bang, hij vertelt mij over de gruwelijkheden die hij onderweg is tegengekomen, de keren dat hij in elkaar is geslagen door de Bulgaarse politie en de angst om buiten het kamp te gaan, omdat hij het gevoel heeft dat hij ook daar doelwit is voor bewoners uit de buurt. ‘Ik ben bang dat ons gesprek zware consequenties voor me zal hebben’ zegt Sirwan tegen mij terwijl hij een gebaar maakt naar de interim manager Ognyan. Stiekem deel ik contactgegevens met hem en later vandaag zal ik via de Telegram app leren dat ons gesprek tot op heden geen negatieve consequenties heeft gehad.

Sirwan is over veel negatief, over de opvang zelf, het eten, de zorg en voornamelijk de onduidelijkheid. Hij vertelde mij dat zelfs een tijdelijke vluchtelingenlegitimatie nog niet is verstrekt aan hem. Ognyan, die ons gesprek hoorde, probeert het later te ontkrachten. ‘Hij heeft echt wel een ID gehad, ik heb het hem zelf gegeven. Het probleem is dat ze die ID’s verkopen voor 20 euro in het centrum van Sofia en dan hier terugkomen en zeggen dat ze het kwijt zijn, zo kan ik wel bezig blijven met pasfoto’s maken’

Wat ik niet mag zien

Terwijl mijn gesprek met Sirwan tot een einde komt, proberen diverse mensen die in de gang staan mijn aandacht te trekken. Kinderen omdat ze opleven als ze een camera zien, maar voornamelijk ook de ouders die me de echte ellende willen laten zien. De vloer in de gang waar we staan is smerig, de helft van de platen in het plafond is weg en het licht bungelt zwak schijnend aan een draadje van het plafond. De muren vol gaten zijn volgekalkt met teksten en tekens. Mensen proberen me te vertellen dat er ruimtes zijn waar twintig mannen op een zaal liggen, dat ook de gangen bezaaid zijn met matrassen om slaapplekken te creëren en dat de badkamers een ramp zijn. Ze proberen het te laten zien, maar dat wil Ognyan niet. Hij staat het simpel niet toe en heeft liever dat we de keuken gaan bekijken. Foto’s die ik later ontvang, bevestigen waarom. Dat gedeelte van het pand, de badkamers, is één grote ramp

Oma Fatima mist haar familie

Fatima (84) zit troosteloos op het puntje van haar hoogslaper, terwijl ze haar verhaal deelt. Fatima is met haar familie gevlucht uit Afghanistan en onderweg gevonden in een bos in Bulgarije en gescheiden van haar familie. Vreemden hebben haar nu in dit vluchtelingenkamp een soort van geadopteerd, ze heeft geen idee waar de rest van haar familie is, mogelijk zijn ze in Duitsland en Oostenrijk.

Geen medicijnen

Hij werkt hier nu drie jaar als dokter in Voenna Rampa. ‘Op sommige dagen behandel ik wel 60 patiënten, maar we hebben een probleem. Ik zit weer zonder medicijnen, veel kwalen kan ik niet behandelen’. Eerder leerde ik in een gesprek met onze contactpersoon van het Rode Kruis dat geld niet het probleem is ‘De Europese unie heeft vorig jaar ruim 4 miljoen beschikbaar gesteld, onder andere voor medicijnen, maar er loopt een rechtszaak over de aanbesteding van de leverancier van deze medicijnen, en zolang die rechtszaak loopt, is het geld bevroren en kunnen we er niets mee’. Gedurende de dag kom ik veel kinderen met uitslag tegen, jongeren met ontstekingen en mensen met chronische aandoeningen die op dit moment niet geholpen kunnen worden. ‘Als het uit de hand loopt, dan kunnen we mensen met een levensbedreigende aandoening naar een ziekenhuis laten overbrengen’ zegt de dokter verontschuldigend tegen mij.

Een vuilnisbelt

Als de lunch voorbij is ga ik even naar buiten om een sigaretje te roken en een rondje te lopen. De grond ligt bezaaid met plastic bekertjes waarin eerder vandaag de lunch is uitgedeeld. Het lijkt wel of iedereen er collectief  één grote vuilnisbelt van wil maken. Onze contactpersoon van het Rode Kruis vertelt me wat ze allemaal doen om mensen in andere kampen op te voeden. Wat ze vertellen om beter om te gaan met hygiëne. ‘Dagelijks geven we daar één op één lessen met producten en situaties, maar ook daar schijnt het nog niet aan te slaan’

Terwijl ik een rondje om het gebouw loop en er even verderop onrust ontstaat omdat mensen vanuit het pand al schreeuwende Niels proberen duidelijk te maken dat de afvalberg onder hun raam mensonwaardig is, raak ik in gesprek met een aantal jongens die op een geïmproviseerd kampvuurtje een maaltijd uit blik aan het maken zijn. Wederom hoor ik de verhalen van mishandeling en beroving door de Bulgaarse politie. ‘In Servië gebeurt dat allemaal niet, de politie daar is aardig, hier zijn we bang om de poort uit te lopen.’

Een vluchtelingenstroom kunnen we niet aan

‘Op dit moment vangt Bulgarije volgens mij ruim 5000 vluchtelingen op, heel veel groter is onze capaciteit hier ook niet’, zegt onze contactpersoon van het Rode Kruis. ‘Als we heel erg ons best doen, kunnen we misschien een plek bieden aan 15.000 man, maar een grotere vluchtelingenstroom kunnen we niet aan.’ Een dag voor mijn bezoek werd bekend dat de Europese Unie Bulgarije ruim honderd miljoen euro geeft voor de versterking van de grensbewaking en de opvang van meer vluchtelingen in de toekomst. Turkije dreigde afgelopen weken met het terugdraaien van de vluchtelingendeal met Europa. Dit zou kunnen betekenen dat de drie miljoen vluchtelingen die op dit moment in Turkije zitten, makkelijker doorgang krijgen naar Europa.

Buiten spelen kinderen, zodra ze de camera van Niels zien, komt er een glimlach op hun gezichten. Alsof problemen niet bestaan. De 21-jarige Guldar uit Noord-Syrië staart voor haar uit terwijl ze ons vertelt over haar dromen, op een dag zou ze graag journalist worden. Ze zit sinds zes weken in een kamp in Bulgarije. Bijna iedereen die ik spreek heeft net als Guldar een droom, maar voelt zich op dit moment hopeloos gevangen in een land waar geen van hen eigenlijk wil zijn. ‘Mensen haten ons hier’.

Ruim 200 illegalen in het kamp

Gisteren was er een controle in het kamp. Buiten de oorspronkelijke bewoners bleken er ruim 200 mensen illegaal te verblijven of eigenlijk in een ander kamp te moeten zijn. Met bussen zijn ze verspreid, terug naar hun oorspronkelijke kamp, of naar het detentiecentrum voor een eerste intake.

De hele foto reportage van Niels Wenstedt voor Hollandse Hoogte kun je hier terugvinden

Geplaatst op

Hoe jouw donatie voor een vluchteling bij Google in de kassa terecht komt

Update: Naar aanleiding van een reactie van Vluchtelingenwerk heb ik besloten verder onderzoek te doen naar dit onderwerp. Ik heb op een paar punten te snelle conclusies getrokken. Hierdoor houdt het beeld dat ik heb geschetst, in combinatie met het voorbeeld dat ik heb gegeven, geen stand. Na mijn onderzoek volgt er een update van dit artikel.

Zo schrijf ik dat Vluchtelingenwerk Nederland als voorwaarde om een Google AdGrant te krijgen eerst $19.900 moest investeren in Google Adsense. Na publicatie leerde ik dat vluchtelingenwerk inderdaad $19.900 heeft moeten investeren, maar dat dit gedaan is met een andere Grant van Google en niet met eigen geld. In het geval van Vluchtelingenwerk Nederland klopt de door mij getrokken conclusie dat donatiegeld naar Google zou gaan dus niet. Hiervoor mijn excuses

Toen ik vanochtend even iets op Google aan het zoeken was, viel me op hoeveel (Google) advertenties er wel niet voorbij komen van goede doelen die iets voor vluchtelingen doen. Ik dacht bij mijzelf, dit kan nooit gratis zijn. Later zou ik leren dat ik hierin deels ongelijk in had.

vluchtelingen-in-nederland-google-zoeken

Wanneer je wilt adverteren op Google, maak je een campagne aan. Hierbij geef je o.a. de doelgroep voor je advertentie- èn een aantal zoekwoorden op, waarmee je advertentie zichtbaar wordt. De prijs die je als adverteerder betaalt is van een aantal factoren afhankelijk. Eén van die factoren is het aantal adverteerders dat onder dezelfde zoekwoorden en kenmerken als jij wilt adverteren. De uiteindelijke prijs die je gaat betalen wordt bepaald door middel van een veiling. Wie het meeste biedt, is het eerste zichtbaar. Om je een beetje te helpen hierin, geeft Google een richtprijs.

Ik was benieuwd naar wat de goede doelen nou moesten betalen per click op hun advertentie, dus ik besloot onder het zoekwoord ‘vluchteling’ zelf een AdSense campagne aan te maken bij Google.

vluchtelingen-zoeken

Google gaf me als advies een bod te doen van €2,22 per click. Ofwel, voor iedereen die via mijn google advertentie op mijn website komt, betaal ik ongeveer dat bedrag. Door mijn ervaring met AdSense in het verleden voor verschillende projecten, vond ik dit een hoge prijs. Ik zocht ter vergelijking een ander woord waarvan ik weet dat er veel bedrijven zijn die daar reclame voor maken ‘Pokémon’.

pokomon-zoeken

Voor een advertentie met ‘Pokémon’ zou ik ongeveer € 0,27 betalen per bezoeker die Google doorstuurt naar mijn website. Zonder er verder heel lang over na te denken trek ik achteraf gezien de te simpele conclusie en wijt ik de hoge prijs van een vluchtelingen advertentie aan de grote vraag van adverteerders met het woord ‘vluchteling’. En ik plaats de volgende Tweet.

Vrij snel daarop krijg ik, terecht, meerdere reacties van de perswoordvoerder van vluchtelingenwerk (één van de organisaties die ook bij Google adverteren), waaronder deze reactie.

Voor non-profit-organisaties die aan bepaalde criteria voldoen, wordt gratis advertentietegoed beschikbaar gesteld. Zie Google Ad Grants:

En inderdaad, als je aan een paar voorwaarden voldoet dan heb je al goede kans op $10.000 advertentie budget bij Google onder het Grants project, voldoe je aan nog wat meer voorwaarden dan kun je zelfs tot $40.000 per maand aan advertentietegoed krijgen, Google GrantsPro. De woordvoerder van vluchtelingenwerk, Martijn van der Linden, wees me op hun jaarverslag 2014, daarin staat inderdaad vermeldt dat zij tot $40,000 per maand mogen adverteren via het Google GrantsPro project. Dit betekent wel dat vluchtelingenwerk aan een aantal voorwaarden heeft moeten voldoen, en één van die voorwaarde is dat ze in de 6 maanden er voor minimaal 2 maanden $9.900 per maand aan advertenties moeten besteden bij Google.

Een goede investering op het eerste gezicht, minimaal $19.800 investeren in ruil voor gratis reclame tegoed t.w.v. tot wel $480.000 per jaar. Of toch niet?

  1. Niet iedereen krijgt een Ad Grant toegewezen, je moet aan een aantal voorwaarden voldoen om er één toegewezen te krijgen.
  2. Als je voor de Ad Grant Pro wilt gaan moet je minimaal $19.800 geïnvesteerd hebben in Google, veel kleinere goede doelen kunnen dat geld er niet voor vrijmaken of kunnen dat onder hun budget niet verantwoorden, de grotere bedrijven blijven over.
  3. Doordat een aantal grote bedrijven in dezelfde sector (in dit geval vluchtelingenwerk) opeens een enorm reclamebudget hebben voor Google AdSense gaat de prijs per click enorm omhoog, in dit geval naar €2,22. Voor de grote bedrijven met gratis Googlegeld geen probleem, maar voor de kleine bedrijven zonder gratis Googlegeld wel. Die moeten nu veel meer per bezoeker betalen dan voorheen.
  4. Zowel van de grote bedrijven als de kleine bedrijven is reclame en marketing onderdeel van de begroting, een begroting die in het geval van goede doelen voornamelijk ontstaat door inkomsten uit subsidies, giften en donaties.

Zoals ik het bekijk is die $40.000 gratis reclamegeld bij voorbaat al geen $40,000 waard doordat de prijs per click zo enorm stijgt doordat diverse grote bedrijven hun $40.000 per maand onder dezelfde zoekwoorden moeten investeren. Vandaag koop je met die $40.000 zo een 16.000 extra bezoekers per maand (uitgaande van €2,22 per click). Als ik dat even met Pokémon mag vergelijken, daarmee koop ik voor $40.000 (uitgaande van €0,23 cent per click) ongeveer 135.000 extra bezoekers. 16.000 extra bezoekers zouden mij in het geval van Pokémon ongeveer € 3680 kosten, maar zo simpel kan ik de vergelijking niet maken.

Daarnaast wordt het voor de kleine organisatie bijna onmogelijk om nog op een fatsoenlijke plek te adverteren, want hoe boks je op tegen de grote namen met een groter gratis budget.

En wat voor zin heeft het daadwerkelijk voor de grote namen, want als je er vanuit mag gaan dat ze normaal gesproken al een groter budget voor marketing hebben dan het kleine bedrijf, hebben ze nu allemaal  een nog veel groter budget voor marketing. Maar betreft de positie in de ranking binnen Google maakt het in principe niet uit omdat alle grote bedrijven met hetzelfde grote budget een stukje groter zijn geworden, maar dat is dan weer mijn simpele logica.

Ik zie Google hier als de grote winnaar met hun lief uitziende goede doelen project. Elk groot bedrijf brengt min $19.800 in het laatje, de kleine bedrijven betalen 10x meer voor hun CPC, en alles wat het Google uiteindelijk kost is wat overhead en gratis virtueel vermogen. En de $19.800 die goede doelen binnen twee maanden moeten spenderen bij Google, dat zijn uiteindelijke keiharde, deels door donoren en subsidies betaalde euro’s met de gedachte dat die besteed zouden worden aan vluchtelingen hulp maar uiteindelijk niet veel meer opleveren dan een paar extra bezoekers op de website.  

En als ik nu dan op de website van Warchild kijk en hun slogan lees ‘Voor 6 euro per maand help jij een kind dat in oorlog op groeit. Samen halen we de oorlog uit een kind Doneer nu.’ dan kan ik niet anders denken, ‘ja dat, of voor €6 haal 3 extra bezoekers naar je website via Google AdSense’. Maar dat is dan gewoon weer mijn simpele gedachte.

(Het hele gesprek op Twitter is hier terug te vinden)

Geplaatst op

Venezuela zet zich schrap voor de dag des oordeels

Morgen heeft de oppositie in Venezuela een grote demonstratie aangekondigd in Caracas. Ze eist een referendum voor het afzetten van de huidige president Maduro. Terwijl de oppositie zich klaarmaakt voor de demonstratie, zet Maduro zich schrap. Militaire checkpoints worden opgeworpen, “telefoonjammers” zijn in de hele stad te vinden, activisten worden gearresteerd en op staatstelevisie roept de president’s medestanders op de straten te verdedigen. Mijn bronnen verwachten een slagveld.

Ok, 100% loonsverhoging
Venezuela verkeert in een politieke en economische crisis. Terwijl de inflatie oploopt, raken de schappen van de supermarkten leeg. Voedsel is schaars en ziekenhuizen worden door een tekort aan medische voorzieningen gesloten. Tevergeefs probeert president Maduro met noodoplossingen de situatie in de hand te houden. Zo is vanaf morgen het minimumloon met 100% verhoogd en worden in aanloop naar de demonstraties spontaan supermarkten in buitengebieden eenmalig bevoorraad. Volgens de in Venezuela woonachtige Nederlandse ondernemer Frank helpt het niets. ‘Ik betaal mijn mensen goed, maar door de extreme verhogingen van de prijzen kunnen ze aan het eind van de dag net een pak suiker kopen, als er al suiker voorradig is.’ Frank kijkt met zorg naar de massale demonstratie van morgen. ‘Als het morgen niet uit de hand loopt, dan gebeurt het drie dagen later wel wanneer het voedsel echt op is. Er sterven nu al onnodig mensen aan het voedseltekort.’

Staats-TV op overuren
De staats-tv maakt overuren met herhalingen. Maduro noemt het protest van morgen een poging tot een staatsgreep met hulp van de VS. Vorige week meldde hij tijdens een uitzending al harder op te treden dan Erdogan, indien dat zou gebeuren. Tussendoor zijn tienduizenden mensen al dagen op de been om vanuit het hele land te voet in Caracas te komen. Een protestmars symbolisch geleid door een priester, Lenin Bastidas. Hij arriveerde na zijn acht dagen durende wandeling van 400km in Caracas. De priester, die eerst voornemens was in hongerstaking te gaan, besloot later te voet naar Caracas te komen. Gaandeweg heeft hij de harten gewonnen van duizenden Venezolanen die zijn voorbeeld zijn gaan volgen.

Stemmen voor referendum betekent ontslag
Afgelopen december won de oppositie de parlementsverkiezingen in Venezuela. Na de behaalde winst was één van de doelen het houden van een referendum voor het afzetten van de steeds minder populairder wordende president Maduro. Terwijl de oppositie alle wettelijke stappen volgde voor het tot stand brengen van een referendum, werd het ze niet gemakkelijk gemaakt. Overheidsmedewerkers die vóór een referendum stemden werden ontslagen, initiatiefnemers van het referendum werden gearresteerd en het CNE, het Venezolaanse verkiezingsbureau, scherpte gedurende het proces de regels met onmogelijke eisen aan. Zo geeft het bureau aan dat een eventueel referendum pas volgend jaar kan plaatsvinden. Dit zou er op neerkomen dat, wanneer Maduro uit zijn functie wordt gezet, hij vervangen zou worden door de vicepresident in plaats van nieuwe verkiezingen. De macht blijft dan dus in handen van dezelfde partij. Met de demonstratie van morgen probeert de oppositie alsnog een referendum tot stand te laten komen.

Checkpoints
Afgelopen dagen zijn de spanningen flink opgelopen in Venezuela. Mensen worden door extra opgezette militaire checkpoints tegen gehouden om naar Caracas te rijden, spullen worden in beslag genomen, buitenlandse journalisten mogen het land niet in, collectivo’s (door de overheid bewapende gangs) zijn opgeroepen zich in te zetten en supporters van de regering zijn opgeroepen de straten te verdedigen.

Fort Caracas 
Frank maakt zich al langer zorgen over de ontwikkelingen in het land waar hij ruim 20 jaar geleden kwam wonen. ‘Maar nu gaat het echt mis Michel. Er is helemaal niets meer en de overheid functioneert niet meer. Terwijl het vuil zich opstapelt aan de kanten van de weg, nemen militairen de straten over. En terwijl de zandzakken zich opstapelen bij tijdelijke militaire posten die de tunnelingangen naar Caracas moeten bewaken, stroomt het fort Caracas vol met opposanten. Een ding is zeker. Morgen gaan de Venezolanen een spannende dag tegemoet.’

Op afstand hou ik morgen samen met mijn contacten op de straat de situatie in de gaten. Volg me op Twitter voor de laatste updates

Geplaatst op

Hoe ik onverwachts in een staatsgreep terecht kwam

Ik was halverwege mijn overheerlijke toetje -een Kunefe- toen de eerste meldingen van een staatsgreep binnenkwamen. Ik was de uren daarvoor net buiten het centrum van Gaziantep met twee doktoren in gesprek geweest over de gezondheidszorg in Turkije. Voornamelijk die voor de ruim 3 miljoen vluchtelingen die Turkije momenteel opvangt.

Ga terug naar je hotel

Straten waren afgesloten, bruggen bezet en straaljagers en helikopters zouden laag over Istanboel en Ankara vliegen. Volgens de eerste berichten. Snel besloten we ons gesprek af te sluiten en ieder onze eigen weg te gaan.

Men adviseerde me terug te gaan naar mijn hotel. Ik besloot naar het hoofdbureau van politie te gaan. Ik dacht dat als er in Gaziantep, een plaats een uurtje van de grens met Syrië, iets stond te gebeuren, de eerste tekenen daarvan daar zichtbaar zouden zijn. Ik besloot toe te kijken vanaf een trappetje van een gesloten restaurant aan de overkant van de straat van het bureau.

Erdogan: Ga de straten op

Veel auto’s kwamen met hoge snelheid bij de hoofdingang aangereden en er werd druk met elkaar gediscussieerd. Niet veel later verkondigde de Minister President op TV dat er een staatsgreep gaande was. Mensen werd verzocht de straten op te gaan, De eerste toeterende auto’s verschenen voor het politiebureau. Mensen hadden vlaggen bij zich en schreeuwden liefdesbetuigingen voor hun president Erdogan. Binnen mum van tijd leek de hele stad zich naar het centrum te begeven, wegen raakten verstopt en mensen gingen al schreeuwend te voet verder. Ik besloot mijn post bij het politiebureau te verlaten en de mensenmassa naar het centrale plein van Gaziantep te volgen.

Toen ik aankwam bij het centrale plein stond het al halfvol. Erdogan had net aangegeven dat de coup mislukt was, maar riep de Turken ook op naar de straten en de pleinen te gaan. Mensen op het plein gingen uit hun dak en de demonstratie begon steeds meer het karakter van een waar volksfeest aan te nemen. Gaziantep, de pro-Erdogan-stad, ging los.

Aangevallen

Ik was de ochtend ervoor aangekomen in Gaziantep om een aantal verhalen te schrijven over Turkije en Syrië. Een staatsgreep had ik, net als denk ik iedereen op dit plein, niet zien aankomen. Ik besloot met behulp van een tolk met wat mensen te praten. Ondanks alle hectiek op het plein ging alles in eerste instantie heel gemoedelijk. Mensen op het plein waren zo vriendelijk, open en gastvrij, zoals ik ze de afgelopen dagen had leren kennen. Ik besloot op eigen houtje een rondje te doen rondom het plein en vond het wel een aardige gedachte een livestream te starten via Periscope. Een kleine acht minuten ging dat goed, tot twee mannen in een rechte lijn op me af kwamen lopen. Terwijl de ene man mijn telefoon probeerde af te pakken gaf de andere man mij de eerste stomp. Zonder tolk in de buurt trachtte ik uit te leggen wie ik was, maar voor ik het wist kwam de tweede klap recht op mijn oog. Ik probeerde weg te lopen naar de straat achter mij, maar werd omver geduwd, stond op en probeerde mij een weg te banen tussen de auto’s die stilstonden op de straat. De twee mannen waren nu vijf mannen geworden, ik voelde nog een trap en bevond me ineens tussen twee auto’s op de grond. Op het moment dat een jongen tussen mij en de mannen kwam te staan, zag ik mijn kans schoon snel weg te sprinten richting het hotel.

Ik besloot de rest van de avond de informatie via Twitter en TV te volgen. Aan de stroom van mensen richting het centrum leek geen einde te komen. Lang bleef het onduidelijk of een coup nou echt mislukt was en als snel kwamen er de eerste theorieën op tafel, waaronder de mogelijkheid dat Erdogan dit allemaal zelf gedaan zou hebben. Om 4:41 uur besluit ik dat het tijd is om te gaan slapen.

Het feesten gaat door

De volgende ochtend zag ik de schade, het viel gelukkig mee. Met een blauw oog, wat schaafwonden en wat last van mijn ribben, besloot ik mijn dag weer te beginnen op het centrale plein van Gaziantep. Het plein stond nog vol. Het leek wel of de mensen niet meer weg waren gegaan en onvermoeibaar door gingen met feestvieren.

Het oorspronkelijke plan, voor de poging tot staatsgreep plaatsvond, was om naar Nizip te gaan. Nizip is een plaats een uurtje ten oosten van Gaziantep, waar één van de vluchtelingenkampen ligt. Mijn tolk en ik besloten het plan door te zetten. Na een uur in een tjokvol busje gezeten te hebben, kwamen we aan in Nizip. Het was 41 graden buiten.

Na wat rondvragen kwamen we er al snel achter dat het zo goed als onmogelijk was vandaag naar het kamp te gaan. Overheidsinstellingen waren gesloten en het kamp was door de gebeurtenissen afgesloten voor buitenstaanders.

Na een uurtje praten met verschillende bewoners en voormalige vluchtelingen die hun plek al hadden gevonden, besloten we terug te gaan naar Gaziantep om te kijken hoe de situatie op het centrale plein was. Erdogan had mensen opgeroepen op de straat te blijven, ook de moskeeën herhaalden deze oproep via hun luidsprekers. Op mijn Turkse telefoon ontving ik een sms-bericht met dezelfde boodschap ‘kom naar de pleinen, ga de straten op’.

Weer aangevallen

Het plein was in de uren van mijn afwezigheid bijna omgetoverd tot een waar evenemententerrein. Kraampjes en een podium waren verrezen en een hoogwerker met grote Turkse vlag stond op het midden van het plein. Ik werd uitgenodigd gebruik te maken van de wagen van de hoogwerker om van bovenaf foto’s te maken van de menigte. Toen ik van de hoogwerker afstapte werd ik aangekeken door vier boze mannen. Ik had geen idee wat ze tegen me schreeuwden en mijn tolk stond nog aan de andere kant van de hoogwerker. Vrij snel stond er een politieagent naast me en terwijl hij mijn papieren vroeg ontstond er een schermutseling. Ik ontving wederom een paar klappen en werd tegen de hoogwerker aan geduwd. Ik moest van de politie meelopen. Een agent pakte mijn arm vast en duwde me in de richting van een kleine politiepost net buiten het plein. Gelukkig zag mijn tolk het gebeuren en liep discussiërend met de agent met ons mee.

Achter ons begon het officiële gedeelte van het programma.

De overheidsmedewerkers

Al vrij snel kwamen er een aantal andere overheidsmedewerkers in burgerkleding bij ons staan. Ze vroegen mij – en voornamelijk mijn tolk- de oren van het lijf. Mijn apparatuur, paspoort en perskaart moest ik afstaan. Via de portofoon werd een reeks vragen en opdrachten gegeven. Later zou ik van mijn tolk leren dat ze haar vroegen hoe ze wist dat ik niet zoals alle andere westerse journalisten was, hoe ze wist dat ik te vertrouwen was, wat we allemaal gedaan en gezien hadden en met wie we in gesprek waren geweest.

Terwijl agenten door mijn telefoon bladerden, mijn berichten probeerden te lezen en mijn foto’s bekeken, probeer ik me te herinneren of ik er geen belastende dingen op had staan. Ik zie een foto van de kaart van Syrië voorbijkomen met de huidige stand van zaken betreffende de machtsverhoudingen, ik slik even en mag van geluk spreken dat de overheidsmedewerker op dat moment afgeleid werd door een massa mensen die richting de poort van waar we staan komt lopen.

Het spervuur aan vragen

Er komen meer en meer overheidsofficials in burger bij en mijn tolk ligt onder een spervuur van vragen, ik zie dat ze zich sterk houdt, maar zich wel zorgen maakt. Ik versta geen klap van wat er allemaal gebeurt en vertrouw maar op het beste.

Het wordt me duidelijk dat de agenten weten van het voorval van de avond ervoor en dat ze niet begrijpen waarom ik nadien weer terug kom naar dezelfde plek. De groep mensen die me nu twee keer hebben aangevallen blijken bij een groep te horen die een schurfthekel heeft aan journalisten, zeker westerse. Wij verspreiden leugens of werken voor andere overheden, aldus één van de officials.

Ze kennen je nu, blijf weg

Mijn papieren blijken in orde en na ruim een uur mogen we gaan. Voor we weg mogen vraagt een official zich af waarom we ons niet gemeld hadden bij het persbureau. Daar zou ik hulp kunnen krijgen. ‘Dat hoor je te weten als een journalist’, aldus de official. Ook raadde hij me aan niet meer terug te komen naar het plein. ‘Je bent bekend nu’.

Ik besloot tegen de gewoontes en cultuur alhier opzoek te gaan naar een biertje. Na een biertje of twee en een goed gesprek met een bartender van een bar, besloot hij dat ik niet alleen terug mocht naar het hotel. Een paar blokken buiten het centrum waren de straten nog bomvol met toeterende auto’s en schreeuwende mensen. Het feestgevoel dat ik eerder had leek om te slaan naar een grimmige, bijna angstaanjagende sfeer.

De bartender had twee vrienden gebeld. Twee ‘beveiligers’. Een half uur later zag ik mezelf mij met die twee een weg banen door de mensenmassa richting het hotel. De medewerkers van het hotel, die ondertussen op de hoogte waren gebracht van de gebeurtenissen eerder die dag, maakten zich zorgen. Meer zorgen dan dat ik op dat moment zelf deed.

We zouden de volgende dag, indien mogelijk, naar Killis, een dorp ten zuiden van Gaziantep pal op de grens met Syrië, gaan. Terwijl we in de bus richting Killis zitten, vertelde mijn tolk meer over de gebeurtenissen van de afgelopen tijd. Het grensdorpje is meerdere malen doelwit geweest van raketaanvallen vanuit Syrië. In de eerste vijf maanden van dit jaar zijn daar minimaal 20 bewoners door omgekomen. Ze heeft daar familie wonen die ons de dag verder begeleidt.

Vijf minuten van Syrie

De mensen in Killes zijn niet bang. Niet bang voor de toekomst, niet bang voor de oorlog, bang voor niets. God zal het bepalen, is het antwoord wat ik van iedereen krijg. Syriërs en Turken schijnen als broers en zussen samen te wonen en niemand die ik spreek denkt er ook maar aan vluchtelingen niet meer toe te laten. Toch lijkt de overheid anders te denken. Afgelopen maanden is er op de grens met Syrië een grote muur gebouwd, zijn de regels tot toetreding verscherpt en worden vluchtelingen apart gehouden van bewoners. Zo mogen ze niet zomaar de kampen verlaten en mogen de al langer aanwezige vluchtelingen alleen tussen steden reizen met toestemming.

Bij een theehuis raak ik in gesprek met een aantal Syrische vluchtelingen. Eén van hen is een handelaar. Hij is hier sinds zes maanden en heeft wat meer rechten dan een gemiddelde vluchteling. Door zijn positie als handelaar is het hem bijvoorbeeld toegestaan om de grens over en weer te gaan. Hij biedt me aan, indien ik mijn papieren in orde krijg, met hem mee te gaan. In het gesprek komen de gruwelijkheden van het hedendaagse Syrië op tafel. Met ondersteuning van foto’s en videos van gebeurtenissen vraagt de handelaar zich hardop af waar wij als Europa mee bezig zijn. We zouden dingen alleen maar erger maken dan ze al zijn.

Politie voor het hotel

Toen ik s’avond terug in Gaziantep in mijn hotelkamer was, stopte er een politiewagen voor de deur van het kleine hotel. Twee politiemannen stappen uit en lopen naar de voordeur. Ik zou zweren dat ze iets zeggen met het woord Hollander. Buiten het hotel beweegt zich een oneindige mensenmassa richting het centrale plein. En zo val ik in slaap, in de hoop dat ik geen nieuwe verrassingen mee zal maken deze nacht…

Geplaatst op

Column: Het Purmerend van Spekkers van juni ’16

Afgelopen week hadden we Reuring. Waar een kleine stad groot in kan zijn. Geweldig, een prachtfeest was het. Ik was verbaasd, in mijn gedachte was Reuring niet meer dan één podium op de koemarkt maar ondertussen bleek het in de jaren van mijn afwezigheid gegroeid tot een waar evenement met meerdere podia op verschillende locaties.

Ruim 300 vrijwilligers werkten mee om van Reuring een succes te maken. oprecht fantastisch, maar alles kan altijd beter. Zo sloeg de organisatie totaal de plank mis als het gaat om de inzet van Social Media en creëerde een bericht vanuit Reuring naar de vrijwilligersgroep gisteren een wrange nasmaak.

Een van de kartrekkers en vaste betaalde krachten van reuring was teleurgesteld in het aantal vrijwilligers dat na het evenement in de afgelopen dagen zich druk heeft gemaakt over het opruimen en afruimen van het evenement in het park. ‘Volgend jaar moet dit écht anders’, aldus de betaalde kracht. ‘Niet alleen de lusten, maar ook de lasten, samen delen’ sloot ze haar rampenerende bericht af waarin ze haar hart luchtte over het tekort aan vrijwilligers ‘Het eindfeest heeft voor mij nu al een nare bijsmaak’, stelt ze. ‘Reuring is op zondag afgelopen voor het publiek. Maar ook voor verreweg de meeste vrijwilligers. Een veel te kleine groep, moest vervolgens alles afbreken en opruimen.’

Terwijl ik haar gedachte wel begreep, moest ik denken aan de honderden vrijwilligers, jong en oud, die net als ik een lang weekend was bezig geweest op het veld. Die vrij hadden genomen om te helpen, die door weer en wind zijn gegaan om van Reuring een succes te maken. Vrijwilligers die, met of zonder beperking, tot hun enkels in de modder hebben gestaan en die op maandag na het lange reuring weekend weer aan een normale werkweek begonnen. Niet alleen de lusten maar ook de lasten klonk met die gedachte wel een beetje denigrerend en ondankbaar van deze betaalde kracht, en dat Ariane, dat creëerde bij mij weer een nare nasmaak.

Verwarde mensen. Daar hadden we er genoeg van in Purmerend afgelopen maand. Een auto te water in de kanaalkade. Een vrouw die met een auto over een bussluis heenrijdt, waarna de auto volledig afbrandt. Een vrouw van 22 die begint te schieten naar jongeren met een luchtbuks omdat ze niet rustig kan lezen. Een man die tot een taakstraf veroordeeld wordt omdat hij eerder dit jaar zijn konijn in het water gooide ‘omdat het konijn dol zou zijn op zwemmen’. Een jongen die aangehouden wordt na het aanrijden van een politiewagen. Een vrouw die op youtube viraal gaat omdat ze op het station Overwhere helemaal uit haar plaat gaat en een patiënt die verplegers in het waterland ziekenhuis neersteekt. Juni 2016 de maand van de verwarde mensen in Purmerend.

Maar over die verwarde mensen wil het vandaag niet met jullie hebben, wel over de verwarde man Arie-Wim Boer, die zich meer en meer ontpopt als de kleine dictator. Ondenkbaar uit de Purmerendse politiek en landelijk -onder de naam Arie-Wim Bier- hét gezicht van de Purmerendse politiek.

Afgelopen maand begon er een ware exodus uit de Partij van Arie-Wim. Eerst stapte Commissielid Rob Klaucke op, waarna het online moddergooien begon. Niet veel later stapte ook Gert-Jan Hartog op. ‘Al steun ik de gedachte goed van Leefbaar Purmerend nog volledig heb ik geen zin meer in deze kermis en kleuterklas. Ik geloof in een politiek dat volwassen en respectvol met elkaar omgaat’, aldus Hartog in een reactie naar mij. Arie-Wim was best kwaad over het vertrek van Klaucke en vooral op de manier waarop. Hartog verzocht Arie-Wim het op een andere manier uit te vechten, daar voelde Arie-Wim weinig voor. ‘Het was voor mij take it or leave it’, vertelt Hartog mij. Uiteindelijk werd het dus leave it. Hartog zou later dit jaar de partij al verlaten, Het gedrag van Boer heeft die alleen versneld. Volgens stemmen in de partij rommelt het nog steeds binnen de partij van Boer.

Vervanger voor de vertrokken commissieleden wordt nummer 9 van de kandidaten lijst van Leefbaar Purmerend. Chris Boer aka de zoon van Arie-Wim Boer die afgelopen verkiezing 21 stemmen wist te halen. Binnenkort doet hij zijn intrede in de raad. Nog niet want hij is nog geen 18, maar zodra hij dat wel is volgt hij in zijn vader zijn voetsporen en schuift hij samen bij pappa en mamma Boer aan aan hun keukentafel in de raad. De keukentafel van de familie boer kreeg online flinke kritiek. Zo tweette D66 raadslid Van Meekeren ‘Een partij die in 2018 wellicht de familie in de raad heeft zitten. Daar vind ik iets van en positief is dat niet..’

Families in de raad is niet uniek en ik snap de ophef ook niet zo goed. In diverse steden in Nederland is het al eerder het geval geweest. Zo had Amsterdam de familie Bakker. En ook buiten Nederland hebben families in de politiek hun nut bewezen. Neem in Italië waar Berlusconi en zijn familia veel betekend heeft voor de lokale bevolking en ontwikkeling. Maar überhaupt als je kijkt naar de geschiedenis van de maffia en hun verwevingen in de politiek kun je niet ontkennen dat het een slimme zet was van de cosa nostra om zich in familieverband met de politiek te bemoeien. Ook in Venzuela waar de dochter van overleden president Chavez -zonder dat ze ooit een opleiding heeft afgemaakt of ooit een baan heeft gehad- plaats mag nemen in de veiligheidsraad, zie je het nut van familie. Ze krijgt een zetel cadeau waar je in Nederland na 12 jaar lobbyen met moeite misschien op mag zitten.

Een dictatuur heeft vaak een ondemocratisch karakter. Vaak hebben ze een lak aan persvrijheid, doen ze aan onderdrukking van tegenstanders en andersdenkenden, passen ze intimidatie toe en hanteren ze eigen wetten. Als ik een beetje mijmerend door de krantenkoppen van Arie-Wim Boer heen scroll kan ik niet anders dan een aantal zaken herkennen.

Zo praat de raad vanavond over een officiële klacht van een aantal scholieren, waaronder een minderjarige die zich geïntimideerd voelde door Arie-Wim Boer. De fractie van Leefbaar heeft aangegeven niet mee te doen aan het debat vanavond. Waarom zou je ook meedoen aan een debat n.a.v. van een officiële klachtenprocedure waarin een onafhankelijk bureau de klacht onderzocht heeft en gegrond heeft verklaard? Dit is niet de eerste keer dat Arie-Wim Boer in opspraak komt, keer op keer weet hij het voor elkaar te krijgen om van de gemeenteraad van Purmerend een poppenkast te maken.

Probleem met een dictatuur is vaak de opvolging, maar ik geval van Arie-Wim Boer hoeven we ons daar nog niet druk over te maken. Die is al jaren bezig zijn nog minderjarige zoon klaar te stomen voor de politieke arena in Purmerend. Familie Boer, de bijna koninklijke dynastie van de Purmerendse politiek.

Geplaatst op

Hoe ik een criminele journalist liet arresteren

Het is aan het begin van de middag, twee uur eerder dan de afgesproken tijd, dat ik de Nederlandse ambassade in Kiev binnenloop. Drie uur eerder ben ik met mijn vlucht uit Amsterdam geland en tussendoor heb ik een hotel, een Oekraïense simkaart en wat andere basisbenodigdheden geregeld voor de aankomende dagen.

Een tweetje met de ambassade
Stefan weet niets van mijn komst. Door één tweetje met een kennis van Stefan en de Nederlandse ambassade in Kiev is hij naar de ambassade gekomen in de hoop een code van Western Union te krijgen, zodat hij 100 euro op kan halen. Het zou de 100 euro van een factuur van RT zijn, één van de weinige opdrachtgevers waar Stefan als journalist nog welkom was. De rest van zijn opdrachtgevers, zoals GeenStijl.nl waar hij op publiceerde (evenals via Reporters Online), hadden hun handen al lang van Stefan afgetrokken, nadat hij een paar maanden geleden in Beiroet opgepakt was voor fraude met een creditcard.

Geenstijl helpt Stefan uit Libanese cel
Veel opdrachtgevers voelen zich misleid omdat iedereen in eerste instantie dacht dat hij gearresteerd werd in Beiroet voor zijn journalistieke werk, een leugen die hij daags voor zijn arrestatie zelf openbaar maakte via social media. ‘Ik heb vragen gesteld over de Hezbollah aan het ministerie van defensie.’ Pas later leren we dat Stefan een creditcard heeft gestolen om daar een hotel mee te kunnen betalen. Met hulp van GeenStijl en anderen wist Stefan uiteindelijk uit zijn Libanese cel te komen en ging hij met een tussenstop in Nederland terug naar Oekraïne.

Wij zijn helemaal klaar met hem
De weken voor mijn komst naar Kiev bleken niet de makkelijkste weken te zijn geweest voor Stefan. Zijn inkomsten waren nihil en dreven hem uit zijn huis, hij kwam op straat en zag zich genoodzaakt zijn laatste eigendommen te verkopen. Tot aan zijn laptop toe. Richting familie en vrienden werden de verhalen groter en groter. Zo gaf Stefan in de weken die volgden aan AIDS te hebben, een lintworm, werd hij beroofd en zo ging het door. Verhalen die achteraf voor 90% uit leugens bestonden met als enige doel geld los te troggelen. ‘Wij zijn helemaal klaar met hem Michel. Ik hoef hem nooit meer te zien’ zegt zijn vader in één van onze gesprekken.

Terug in Kiev
Voor ik naar Stefan geleid word, die in een andere ruimte van de ambassade zit, praat ik het plan kort door met mijn contactpersoon van de ambassade. De ambassade had Stefan afgelopen weken diverse malen over de vloer gehad, maar ze konden niets voor hem doen. Ze moesten hem keer op keer wegsturen. ‘Meer dan advies geven en soms een kop thee konden we hem niet geven. Wij verstrekken geen geld en kunnen zijn reis terug ook niet betalen.’

Spekkers wat doe jij hier?
De ambassade had er voor gekozen om Stefan in een aparte ruimte te plaatsen zodat hij me niet zag aankomen. In de gesprekken met hen en met Buitenlandse Zaken de dagen ervoor werd me duidelijk dat ze er een beetje voor vreesden dat de overdracht niet zo soepel zou verlopen als in mijn beloftes. ‘Hoe zal hij reageren, we zijn wel open voor publiek.’ Ik denk dan ook dat ze hem voornamelijk om die reden apart hebben gehouden.

Hij zat rustig op een bankje toen ik de ruimte in kwam lopen met naast hem een schoteltje met wat fruit en een kop thee. Toen hij opkeek leek hij me enkele momenten niet te herkennen, daarna verbazing: ‘Spekkers, wat doe jij hier?’

Een dag eerder besloot ik pas te gaan
Een dag eerder had ik er om verschillende redenen voor gekozen om een ticket te boeken naar Kiev voor de volgende ochtend. De laatste berichten over Stefan waren verontrustend, zo zou hij zelfmoord willen plegen, zwierf hij in een buitenwijk van Kiev op straat. De verhalen over zijn criminele activiteiten namen steeds grotere vormen aan. Eerder die week ontvingen ik en anderen, waaronder de journalist Chris Klomp, een aantal zeer alarmerende e-mails van hem met de titel ‘Zelfmoord’, waarin hij stap voor stap uitlegde hoe hij drie zakjes coke gekocht had en van plan was er een einde aan te maken. De mailtjes waren bijna zwanger van wanhoop en de toon werd steeds erger. Op het laatst zou hij zelfs al zijn polsen door hebben gesneden. Later bleek het allemaal onzin te zijn.

De beerput gaat open
Op Facebook is in een expat-groep van Oekraïne naar buiten gekomen dat Stefan had geprobeerd een aantal cheques te vervalsen van een Amerikaanse vrouw die woonachtig was in Oekraïne. Stefan ontkende stellig, maar hij zou daarvoor mogelijk wel gezocht worden in Oekraïne. Een land waar je als homoseksuele journalist niet vast moet komen te zitten. In de weken voorafgaand aan mijn komst naar Kiev werd steeds duidelijker dat veel van de aantijgingen tegen Stefan wel gegrond waren. En dat niet alleen. Er kwamen steeds meer dingen bij. Stefan leek zich niet alleen bezig te houden met het vervalsen van cheques, maar ook met fraude met creditcards en tal van andere zaken. Ook in Nederland bleek hij nog gesignaleerd te staan.

Mee onder voorwaarden
Mijn doel dat ik nu met Stefan in één ruimte stond, was tweeledig. Enerzijds als schrijver en anderzijds om hem een kans te bieden te stoppen met wat hij maar niet kan laten. Om te proberen zaken op te lossen zodat hij na jaren weer een ‘normaal’ leven zou kunnen hebben. Dat was niet makkelijk en ik stelde hem mijn voorwaarden. ‘Ik ben hier om je te helpen, je hebt een hoop ellende teweeg gebracht, slapeloze nachten veroorzaakt en veel mensen pijn gedaan, maar er zijn nog mensen die je willen helpen. Als je deze hulp wilt dan betekent dat je luistert naar wat ik nu ga zeggen, dat je nu al je eigendommen in deze sporttas doet, dat je de komende dagen alleen Nederlands of Engels praat, dat je doet wat ik zeg en dat je direct bij aankomst jezelf meldt bij de politie in Nederland.’ Hij ging akkoord, leegde zijn zakken in de sporttas en voegde daar een klein tasje met zijn laatste bezittingen aan toe.

8 euro boete
Hij zag er slecht uit, vermoeid, verward. Hij was onverzorgd en stonk na tijden niet douchen. Na afscheid bij de ambassade heb ik Stefan naar een hotel gebracht dat ik eerder die dag had geregeld. Na hem te hebben laten douchen en eten hebben we het plan voor de aankomende dagen doorgesproken. Omdat onbekend was of Stefan gezocht werd in Oekraïne kon ik niet simpelweg met hem het land uit vliegen. Ik had besloten om via de Poolse grens, via Duitsland terug naar Nederland te reizen, ik hoopte dat we in drie of vier dagen terug op Nederlandse bodem konden zijn.

Later die dag ga ik met Stefan naar het treinstation van Kiev, tijdens zijn zwerftocht door de stad van de afgelopen weken had Stefan niet meer de mogelijkheid gehad om een boete te betalen voor het niet ophalen van zijn tassen uit een kluisje. We betalen de acht euro boete alsnog en Stefan krijgt twee tassen met kleding terug.

Jeugd
‘Het begon de verkeerde kant op te gaan toen ik 16 was. Ik ben in een veilige omgeving opgegroeid, kreeg altijd alles wat ik wilde, maar ik wilde meer. Als ik een Playstation 2 kreeg wilde ik een Playstation 3. Het was als een verslaving, alles wat ik wilde kreeg ik.’ Als ik met Stefan praat over zijn jeugd komt het al gauw op zijn ouders. Op jonge leeftijd heeft Stefan eens hun bankrekeningen en hun huis leeggehaald en hun auto gestolen. Nadat hij daarvoor veroordeeld was, gaven ze hem nog kans. Stefan probeerde met het vervalsen van handtekeningen een tweede hypotheek los te krijgen op hun huis, en het ging door. Vorige maand nog heeft Stefan geprobeerd een iPhone te kopen door deze af te laten schrijven van de rekening van zijn vader. ‘Ik weet niet wat ik dacht, Michel.’

Waar ging het mis
Echt mis ging het toen Stefan op zijn 18e in Amerika ging wonen. Met 10.000 euro spaargeld die hij van zijn ouders kreeg, kwam hij terecht in het land met alle kansen. ‘The unlimited dream.’ Van zijn voornemen om te gaan studeren, komt niet veel terecht. Al snel gaat hij andermans creditcards gebruiken voor aanschaf van luxe goederen – tot een auto aan toe – en vervalste hij cheques om zijn boodschappen te halen. ‘Ze hebben daar zo’n greencard loterij, maar daar kwam ik steeds niet doorheen. Ik heb toen geprobeerd een greencard na te maken.’ Stefan heeft Amerika verlaten, maar is nooit veroordeeld voor zijn daden daar.

Leven als een koning
In de jaren daarna blijft hij frauderen met creditcards, tot op de dag van vandaag. ‘Ik koop valse creditcards online met bitcoins, de beste creditcards zijn die zonder chip, dan kom je weg met alleen een handtekening.’ Met die gestolen creditcards betaalde Stefan bijna alles de afgelopen jaren. Zo vloog hij naar Seoel, Engeland en andere landen. Hij huurde er hotelkamers mee en betaalde zijn Airbnb rekeningen. Hij woonde in Kiev in een appartement van 2000 dollar per maand, betaald met gestolen creditcards.

Een USB stick vol creditcards
Ik krijg pas echt goed zicht op de omvang van zijn fraude wanneer hij mij net voor zijn arrestatie in Nederland een map geeft met papieren, een USB stick en toegang tot zijn email en sociale media. ‘Michel, het was als een verslaving. Waar een junk hunkert naar drugs, hunker ik naar geld.’

Stefan gebruikte drugs. ‘Ik heb vorige week mijn laptop verkocht, de helft van de 100 dollar die ik ervoor kreeg heb ik gebruikt voor coke.’ Hij geeft aan niet verslaafd te zijn en in de dagen die volgen bespeur ik ook dat de afwezigheid van coke geen invloed op hem lijkt te hebben.

Niet alleen creditcardfraude
Stefan stopte niet bij creditcard-fraude. Zo verklaart hij een interview dat ik met hem had net voor zijn arrestatie dat hij uit Airbnb-huizen spullen gestolen heeft. Ook vanuit de lokale Espressobar in Haarlem heeft hij vorig jaar een spiegelreflex camera meegenomen. ‘Ik zag een tas staan en hoopte dat er een portemonnee in zat. Bleek alleen een camera te zijn. Ik heb de camera later bij een pandjeshuis verkocht voor 70 euro. Ik had niets meer, ik zou naar Moskou gaan en ik had geld nodig.’ Ook erkent Stefan flinke schulden opgebouwd te hebben bij postorderbedrijven en met leningen. ‘Ik weet niet hoeveel dat bij elkaar is, maar minimaal 125.000.’

De grensovergang
Vanuit Kiev reizen we de volgende ochtend vroeg naar Lviv, een stad meer richting de Poolse grens, met een auto die ik de dag daarvoor geregeld heb. Daar brengen we de nacht door. De ochtend daarna vertrekken we met een auto naar het slaperige stadje Rava Ruske, ongeveer zes kilometer van de Poolse grens. Kennissen in Nederland die me gedurende deze reis via GPS volgen, hebben voor ons de beste route over de grens gevonden en de satellietkaartjes eerder die dag naar me doorgestuurd.

De tocht waarvan we dachten dat die een half uur in beslag zou nemen, blijkt niet zo makkelijk te zijn. Na drie uur door berg en dal bereiken we zonder opgemerkt te worden Polen. Het eerste plaatsje dat we treffen blijkt veel minder faciliteiten te hebben dan gehoopt, dus besluit ik dat we zes kilometer door lopen naar een volgend, iets groter dorp. In de hoop daar een taxi te vinden.

Aangehouden in Polen
Halverwege onze wandeling worden we gestopt door de Poolse grenswacht. In een minuut weet Stefan zonder dat ik het doorheb de aanwezige politie drie leugens te vertellen over hoe we in Polen terecht zijn gekomen. Ze ruiken onraad en nemen Stefan en mij mee en onze spullen worden gecontroleerd. Stefan wordt meegenomen naar het bureau en ik moet met acht agenten mee om aan te wijzen waar we de grens over gegaan zijn. Acht uur later worden Stefan en ik na het betalen van een boete door één van de agenten naar een hotel gereden.

De volgende ochtend vroeg vertrekken we weer, om na een paar tussenstops in Krakau aan te komen. Dan is het ineens een stuk simpeler. Twee treinen en we zijn waar we moeten wezen.

Andere slachtoffers
Stefan geeft aan veel mensen mee te hebben getrokken in zijn activiteiten, neem Antonie. ‘Ik leerde Antonie kennen in Beiroet, een hele goeie jongen, ik mocht bij zijn familie thuiskomen, hij was ook homo.’ Hij belde wel eens met Antonie vanuit het hostel waar hij verbleef. Als de politie later op zoek is naar Stefan voor het stelen en gebruiken van een creditcard, is het Antonie die hardhandig van zijn bed wordt gelicht door de Libanese politie. Ze doen Antonie een voorstel. Of je zorgt dat we Stefan vinden, of je draait op voor wat hij heeft gedaan. Even later ontvangt Stefan een bericht van Antonie met de vraag in welk hotel hij verblijft.

‘Ik kijk met afschuw naar mijzelf, dat ik, afkomstig uit zo een goed milieu, zoveel mensen heb teleurgesteld en boos heb gemaakt terwijl ik zonder al deze fratsen het op eigen kracht ook anders had kunnen doen. Ik loog tegen mensen om sympathie te kweken, achteraf zie ik dat het allemaal niet gewerkt heeft.’

Toch wel die cheques vervalst
Een paar weken geleden, toen de meest recente daden van Stefan op internet terechtkwamen, ontkende hij dat hij er iets mee te maken had. ‘Het is mijn handschrift niet eens, ik heb niets gedaan.’ In mijn laatste interview met hem, vlak voordat de politie hem ophaalt in een studio in Tilburg, erkent hij toch. ‘Dat heb ik wel gedaan, er waren zelfs meer cheques, maar ik wil benadrukken dat ik dat geld nooit ontvangen heb. Het was een poging tot, meer niet.’

Ik weet niet wat er waar speelt
‘Ik weet niet hoe mijn leven er over 5 jaar uit zal zien, ik hoop dat ik geen harde straf krijg als ze mij aan Amerika uit zouden leveren. Ik weet niet wat er nog meer speelt. Misschien word ik nog wel gezocht in Israël of een ander land. Een ding weet ik zeker. Als ik vrij ben, blijf ik niet in Nederland’.

Mijn ouders
‘Als ik ook maar iets terug kon draaien van de afgelopen jaren, dan is het dat ik mijn ouders er niet bij betrokken heb.’ Als ik hem er daarna op wijs dat hij vorige maand nog een poging heeft gedaan om 16.000 euro aan spullen bij Coolblue te bestellen op het afleveradres van zijn ouders, reageert Stefan emotieloos. ‘Het is een verslaving, ik denk er niet bij na, ik denk er wel bij na. Ik zie de consequenties niet.’

Als de politie de studio in Tilburg binnen stapt, begint Stefan even ongecontroleerd te huilen. Op dat moment lijkt het er heel even op dat de normaal gesproken emotieloze Stefan inziet wat hij gedaan heeft en wat hem te wachten staat.

En nu?

Stefan zit op dit moment een oude straf van 266 dagen uit in Nederland. Onduidelijk is of hij daarna nog veroordeeld zal worden voor openstaande aangiftes of zal worden uitgeleverd aan één van de andere landen waar hij een spoor van ellende achter heeft gelaten.

In mijn opinie heeft Stefan hiermee een stap in de goede richting gezet. Stefan is ziek en heeft hulp nodig.

Beeld: Guido Koppes

Note: Dit artikel heb ik geschreven voor mijn achternaamswijziging, ik heb er voor gekozen mijn oude achternaam in dit artikel te laten staan om verwarring te voorkomen.

Geplaatst op 2 reacties

Stefan Huijboom wederom in opspraak

Gisteren verscheen er een waarschuwing over Stefan Huijboom op de expat Facebookgroep van Kiev. Yanka Dudenko waarschuwt de ruim duizend leden van de groep voor de praktijken van Stefan, en vele andere reageren. Maar wat is er gebeurd?

‘Zou je mijn advocaat kunnen bellen om te vragen wat ik moet doen, mocht ik toch worden aangehouden bij de grens?’ vroeg Stefan Huijboom mij gisteren namiddag. Stefan was onderweg van Kiev naar Moskou. Eerder vandaag verscheen er een waarschuwing over Stefan op de expat Facebookgroep van Kiev. Yanka Dudenko waarschuwt de ruim duizend leden van de groep voor de praktijken van Stefan, zo zou hij 300 dollar ontvreemd hebben gedurende de tijd dat hij bij haar gelogeerd had. Ook zou hij afgelopen week geprobeerd hebben geld van de rekening van Yanka af te schrijven door het vervalsen van cheques. Als ik Stefan tijdens een van onze gesprekken hiermee confronteer, ontkent hij de aantijgingen stellig. ‘Het is niet waar!’

Beiroet
Het is niet de eerste keer dat Stefan in opspraak komt, eerder dit jaar kwam Stefan kort vast te zitten in Beiroet door creditcardfraude. Pas als het ontvreemde bedrag van 800 dollar betaald is, wordt Stefan vrijgelaten. Ik sprak hem over het vooral eerder dit jaar. Ook in Nederland heeft Stefan in het verleden vastgezeten voor fraude.

Graham: Hij heeft overal schulden
Vrij snel nadat Yanka haar bericht deelt op de expat groep wordt het tientallen keren gedeeld en stromen de reacties binnen. Zo zou Huijboom een makelaar in Kiev hebben gedupeerd, betaalt hij tussenpersonen slecht of niet en is hij o.a. in Donbass een hostel uitgelopen zonder te betalen. Collega’s in de regio bevestigen de schulden van Huijboom, zo ook Graham Phillips ‘Hij heeft overal schulden, hij betaalt niets, bij bijna iedereen die hem kent staat wel iets open, hij vraagt altijd om geld!’.

Daams: Sneu en misselijk makend

‘Ik denk dat deze jongen onverbeterlijk is wat dit soort ‘incidenten’ betreft, zegt Tom Daams in een gesprek. ‘Het klinkt gewoon super bekend, mensen nemen hem onder zijn hoede en delen van alles met hem, maar wanneer hij bij mensen in het rood staat, dan verdwijnt ie net zo makkelijk weer. Wat mij heel erg irriteerde waren de leugens over alles, van klein tot groot. Leugens over bijvoorbeeld dat, nadat hij geld had geleend van arme jonge Oekraïners, het echt 100% terug heeft betaald. En dan vraag ik de personen van wie hij dat geld geleend had en dan blijkt wat hij beweerde niet waar te zijn. Heel erg sneu en misselijk makend’.

Stefan: ‘Ik had het hotel destijds voor het grootste deel betaald, hij was met mij mee op stap voor een AD reportage waar hij ook 150 euro voor kreeg, en plots was hij weg, en toen moest ik dealen met die fixer. Tom Daams heeft die fixer geen cent betaald. En wat die fixer zegt, dat ik geld heb geprobeerd af te schrijven, hoor ik nu ook voor het eerst. Nooit een telefoontje, politie of problemen aan de grens, dus dit is puur iemand zwartmaken.’

Stanislav: Opeens was hij verdwenen
Freelance fotograaf Stanislav Demianiuk stuurt mij een aantal printscreens met foto’s van artikelen waar zijn foto’s bij staan. Hij zou me betalen zodra hij betaald kreeg. Op een gegeven moment was hij verdwenen en had hij mij op social media geblokkeerd. Een andere kennis van mij is hij nog geld schuldig en van de bankrekening van mijn vader heeft hij geprobeerd geld af te schrijven. Ik gaf hem mijn vaders rekeningnummer omdat hij daar geld naar over wilde maken, aldus Stanislav

In een reactie laat Stefan weten dat het in September 2014 levensgevaarlijk was in Donetsk. ‘Er waren geen bankautomaten. Dus je moest naar veilig gebied in Oekraïne voor werkende banken, dat deed ik vervolgens om het hostel te kunnen betalen, maar het was zo gevaarlijk dat ik het niet verantwoord vond om die kant weer op te gaan. Twee of drie maanden later, toen ik er weer was, was het hostel gesloten en kon ik de 30 euro omgerekend niet brengen. In die andere beschuldigingen herken ik mij niet.’

Het liegen gaat door.
Afgelopen maand was Stefan uitgenodigd om te spreken over het Oekraïne referendum bij Forza! Wanneer ik Stefan na afloop vraag of hij geweest is bevestigt hij ‘Jep, inmiddels terug hier. Stelde niet veel voor’. Paul Meijer, fractievoorzitter bij Forza! laat in een reactie aan mij weten dat Stefan niet is komen opdagen, Meijer bevestigt in het gesprek dat Forza! het vliegticket voor Stefan heeft voorgeschoten. ‘We willen dat geld terug zien, en zijn bereid aangifte te doen als hij dat niet terugbetaalt. Stefan vroeg ook een voorschot op zijn verdere onkostenvergoeding, gelukkig hebben we besloten hem dat niet te geven. Als ik de verhalen zo hoor, dan ga ik er vanuit dat ik het geld voor het vliegticket niet ga terugzien’. Na ons gesprek geeft Meijer in een email aan Huijboom hem 12 uur de tijd om met het geld over de brug te komen, voordat hij vervolgstappen zet. En Meijer staat niet alleen, een kennis van Stefan die hem onlangs geld leende zodat Stefan zijn appartement niet uitgezet zou worden, bevestigt tegenover mij dat hij desnoods bereid is collectief aangifte te doen. ‘Ik geloof in zijn goedheid als mens. Een goed mens, die slechte keuzes lijkt te maken. Aangifte is the worst case scenario’

Stefan bevestigt de terugvordering van kosten van het vliegticket. ‘Volgens mijn advocaat is het een civielrechtelijke kwestie. Daar laat ik het bij.’

De Facebook post van Yanka
Volgens de Facebookpost van Yanka waar het allemaal mee begon heeft Stefan gedurende zijn verblijf bij haar 300 dollar gestolen, Stefan reageert verbaasd op de beschuldiging. ‘Ze zei toen al dat er geld verdwenen was, ik heb daar niets mee te maken. Ik denk dat ze boos op mij is omdat ik beloofd had voor haar kinderdagverblijf te betalen, een belofte die ik later moest intrekken omdat ik het geld er niet voor had. In de Facebookpost van Yanka zijn foto’s van twee bankcheques te zien op naam van Stefan, in totaal gaat het om een bedrag van 82,995 dollar. Yanka bevestigt dat het bedrag nooit bij haar is afgeschreven en laat mij door middel van een printscreen van haar bank zien dat het geld in reservering staat. ‘De bank is een onderzoek begonnen, totdat het onderzoek is afgerond blijft het in reservering’. Yanka zegt aangifte te hebben gedaan tegen Stefan. Stefan laat in een reactie weten de cheques nog nooit te hebben gezien. ‘Het is niet eens mijn handschrift.’ Wel bevestigt Stefan tegenover mij dat het rekeningnummer klopt.

Ook vanuit de Nederlandse journalistiek zijn er reacties op de post van Yanka, zo zegt journalist Eefje Dekker nog 300 euro van Stefan tegoed te hebben uit de tijd dat hij in het Midden-Oosten werkte ‘Wees gewaarschuwd, deze man is ernstig ziek’, zegt Dekker in een reactie op de post van Yanka.

Stefan: ‘Ik ben net zo verbaasd als ieder ander, maar zolang het enkel bij beschuldigingen op internet blijft weet ik dat er iets anders speelt. Misschien een complot gelet op mijn recente werk voor RT en Sputnik?! Vandaag heb ik een advocaat geconsulteerd en die zal mij bijstaan als deze absurde aantijgingen leiden tot een arrestatie. Vooralsnog wijs ik erop dat er figuren online misdrijven plegen door mijn oude paspoortgegevens op internet te gooien en mij te belasteren.’

Familielid: Ik heb hem gisteren nog geld gegeven.
‘Ik geloof Yanka wel’, zegt een familielid van Stefan tegen mij in één van onze gesprekken. ‘Een tijdje terug was hij bij ons weer aan het bedelen om geld en toen zei hij ons dat hij moest wachten tot er een cheque goedgekeurd was, hij zou veel geld ontvangen. Ik ben lamgeslagen, Michel. Hij is zo vreselijk gewiekst. Ik heb hem gisteren via Western Union nog 70 euro gegeven omdat hij niets had.

Stefan: Niemand heeft mij gebeld.

Stefan zegt dat hij van niemand een telefoontje heeft gehad. ‘Als de politie mij zou bellen, dan ben ik bereid om te praten, ik vind het raar dat ze me niet bellen als er aangifte gedaan is. Ik verbaas me ook over mensen die zonder mij iets te vragen dit allemaal klakkeloos als waarheid overnemen’. Stefan geeft aan een advocaat in de hand te hebben genomen om te kijken hoe hier mee om te gaan.

Geplaatst op 1 reactie

Van niets naar iets (5): meer voor minder

Het is koud als ik van de opvang richting de Albert Heijn loop. Het bijna vaste ritme – een gratis bakje koffie te halen bij de supermarkt – begint met te irriteren. Terwijl ik doorloop begin ik me te frustreren over de tegenslagen van afgelopen dagen. Na twee maanden in de nachtopvang had ik eindelijk mijn eerste intake gesprek voor maatschappelijke hulp en begeleid wonen, maar echt vlotten deed het niet.

10 jaar oude documenten

Een paar dagen na de intake belde ik de medewerker maar eens op, omdat ze een belafspraak over de uitkomst van de intake niet was nagekomen. ‘Ah! Michel, dat is toevallig ik wilde je net bellen.’ Ik reageerde er maar niet op. Ze wist me te vertellen dat de begeleiders hadden besloten me nog niet op de acht maanden lange wachtlijst te plaatsen voor begeleid wonen. Voordat ze dat verder overwegen, willen ze eerst nog mijn psychologische rapporten van tien jaar geleden opvragen. Na wat overleg en overweging heb ik haar teruggebeld om haar te laten weten dat ik best bereid was een nieuw onderzoek te laten doen, maar dat een rapport van tien jaar geleden me irrelevant leek om te besluiten of ik wel of niet recht had op hulp. Ze was het niet eens met mijn mening en zag het als obstructie van het onderzoek. Ik wist wat ze daarmee bedoelde: ik verkleinde hiermee mijn kansen op hulp. Ik vroeg me af hoeveel van mijn lotgenoten gewoon zouden aftekenen voor irrelevante documenten of dankzij het weigeren van die gegevens misschien geen kans op hulp hadden.

Mijn universitair afgestudeerde lotgenoot

Hij stond bijna op het punt om uit frustratie in te slaan op een bakstenen muur voor ik hem tegenhield. ‘Ik heb het met iedereen gehad Michel! Waarom wordt iedereen geholpen en ik niet.’ Mijn universitair afgestudeerde Marokkaanse lotgenoot zat al ruim een jaar in de nachtopvang en was het redden nabij, een verkeerde beweging van een ander was genoeg geweest om het uit te lopen een ruzie.

Al ruim een jaar probeert hij een plekje te krijgen, dagelijks stampt hij zijn hoofd zo vol met de waan van de dag dat hij niet eens meer nadenkt over de verdere toekomst. Met een universitair- en een kappers-diploma op zak zouden er genoeg kansen voor hem moeten zijn, maar hij ziet ze niet en pakt ze ook niet aan. Elke maandag en donderdag gaat hij trouw naar het kantoor van het opvangcentrum om zijn bedje voor de volgende dagen te reserveren, een week later het zelfde verhaal.

Hij staat niet alleen, ik zie bij veel van mijn lotgenoten dat ze hun dagen vullen met de waan van de dag en daardoor zichzelf geen ruimte te gunnen verder te kijken naar de volgende dagen. ‘Prikkels’ noemen ze dat in beleidstermen, uitgaan van eigen kracht.

Mijn gemeente, Purmerend

In Purmerend, waar ik afgelopen maanden als dakloze heb geleefd, hoef je in het eerste half jaar na je aanvraag van hulp niet te verwachten dat je ook daadwerkelijk direct hulp krijgt. capaciteitsproblemen en beleidskeuzes houden dat tegen. De bijna standaard \regel is dat je in Purmerend pas na twee maanden mag komen voor je eerste intakegesprek, waarin ze gaan bepalen of je wel of niet recht hebt op hulp. Heb je geluk, dan plaatsen ze je op een wachtlijst, waarvan je na acht tot tien maanden een berichtje krijgt dat je een tijdelijk kamertje krijgt. Tot die tijd ben je aangewezen op de nachtopvang, waar niet altijd plek is.

Als je uiteindelijk een kamertje krijgt, ben je maximaal acht maanden welkom. Lukt het je niet om je voeten op de grond te krijgen in die acht maanden, dan moet je weer uit je kamertje en mag je je weer opnieuw aanmelden voor de noodopvang. Een heilloze weg die ik diverse mensen al heb zien volgen en het is tergend.

De gemeente is verantwoordelijk

De verantwoordelijkheid voor maatschappelijke opvang ligt bij de gemeente. Per gemeente verschilt het dus ook hoe de opvang geregeld is, maar uit veel van de gemeentes krijg ik even sombere berichten.

In Purmerend heeft de gemeenteraad besloten elk jaar een flink zak geld aan een organisatie te geven aan ‘het opvangcentrum Purmerend’. Daarmee laten ze de volledige verantwoordelijkheid over aan een organisatie. Wanneer het politiek gevoelig wordt, stort de gemeenteraad nog wat extra geld op de rekening van het opvangcentrum, zoals eind vorig jaar gebeurde. Toen maakte de gemeenteraad, na een moeilijk verlopen vluchtelingendebat, 175.000 euro extra over voor een bakje excuus-koffie, door de openingstijden te verlengen van de dagopvang met een paar uur per dag. Aan geld geen gebrek, aan visie daarentegen genoeg.

De omzetwaarde van een dakloze

In Purmerend is de omzetwaarde van maatschappelijk opvang bijna 1.8 miljoen. 1.3 hiervan komt vanuit gemeentelijke subsidies, de rest grotendeels vanuit de dak en thuisloze zelf. Van die 1.3 miljoen gaat 1.1 miljoen naar de loonkosten van de medewerkers van het opvangcentrum.

Gelukkig staat de politiek op een lijn, ze willen allemaal een oplossing voor het daklozen probleem. En terecht, in plaats van ons te schamen voor de daklozen in onze gemeente, kunnen we voor minder geld ook trots zijn op het feit dat we daklozen-gemeente zijn.

Afgelopen weken ben ik diverse fracties van de gemeenteraad af gelopen om ervaringen te delen van het dakloze leven, en vol medeleven krijg ik gewild en ongewild advies van diverse raadsleden. Ik heb geluk, volgende week dinsdag krijg ik de kans om het daklozenbeleid op de agenda te krijgen van de gemeenteraad van mijn gemeente. Hopelijk verandert voor een aantal mensen in deze kleine gemeente er dan iets. Want verantwoordelijk uitschuiven betekent niet dat wij niet het heft in eigen handen kunnen nemen.

Ik heb geluk

Als uitzondering krijgen ik en een mede-dakloze einde van de maand de sleutel van ons flatje. Mijn held van een casemanager heeft zich er samen met anderen flink voor moeten inzetten om dit voor elkaar te krijgen. Een van de problemen van een dakloze is het krijgen van een woning. De wachttijd van een woning via de woningbouw is achttien jaar, voor particuliere huur is vaak een grote borg nodig en een aanwijsbaar (hoog) inkomen. Allemaal zaken waar de gemiddelde dakloze niet aan kan voldoen. Maar het kan wel. Ik en mijn mede-dakloze huren dus straks gezamenlijk een flatje, de gedeelde kosten van het flatje zijn straks minder dan de maandelijkse lasten die we nu hebben aan het betalen van de nachtopvang en de daklozenaftrek van de uitkering.

Waarom zou dit niet voor anderen kunnen? Ik zat laatst te denken of het niet aardig was om een crowdfunding voor woonjaren te organiseren. Purmerenders met meer dan genoeg woonjaren zouden zo hun woonjaren kunnen doneren aan iemand die woonjaren tekort komt en in een urgente situatie zit. Zoiets moet toch te organiseren zijn?

Crowdfunding

Mijn verleden is mijn probleem. Twee onafgemaakte hbo-studies en een gevangenisstraf helpen niet mee met mij door de eerste sollicitatierondes te krijgen, een goed verhaal daarentegen levert mijn leven ondertussen wel op. Dus ik zat te denken: waarom zou ik mijn eerste boek niet gaan crowdfunden. Een boek over het leven van een jongen van de Texaanse gevangenis, via de getto’s van Caracas naar de straten van Purmerend. Als genoeg mensen mijn boek van tevoren willen kopen, dan ben ik niet meer werkeloos en beloof ik jullie als resultaat een prachtig boek. Doe je mee?